• blad nr 19
  • 4-11-2006
  • auteur . Overige 
  • Column

 

Catastrofe

Met enige weemoed schrijf ik deze column. Mijn laatste. Na 12,5 jaar ga ik de landelijke politiek verlaten. Was het allemaal de moeite waard? Dat was het zeker! Ik heb veel voldoening ontleend aan de klassenverkleining, de verdubbeling van de middelen van de onderwijshuisvesting, het afschaffen van het lesgeld en de ict-operatie.
Ook heb ik er groot genoegen aan beleefd om - bij de behandeling van de jongste onderwijsbegroting - eindelijk af te kunnen maken wat ik drie jaar geleden begonnen was: meer ruimte om niet alleen kinderen van expats, maar ook gewone Nederlandse kinderen aan het internationaal baccalaureaat (ib) te laten deelnemen. Ik hoop dat het ib een voorbeeld wordt voor de vernieuwde tweede fase.
Rest vooral de toekomst. Het dreigende lerarentekort werpt nu al zijn donkere schaduw vooruit. De aantrekkende economie heeft ons in een klap in het maximum scenario geplaatst met een dreigend tekort van vijfduizend leerkrachten per jaar. Een grotere catastrofe is niet denkbaar. Wie moet onze kinderen straks nog wiskunde, natuurkunde of Duits leren?
Een teken is het eufemistisch taalgebruik dat plotseling overal opduikt en waarmee het probleem van het tekort wordt weg gedefinieerd. ‘Lesuren’ werden ‘contacturen’, ‘contacturen’ werden ‘loluren’ (leraar op loopafstand) en loluren worden ‘onderwijstijduren’. De leraar mag geen ‘leraar’ meer heten maar wordt ‘onderwijsmedewerker’.
Dit geeft ook meteen aan waar het gruwelijk fout zit. Een echte leraar verzint zoiets niet!
Eerst en vooral zal daarom de positie van de leraar zelf versterkt moeten worden. Zeggenschap over vak en vakontwikkeling, verantwoordelijkheid voor de inzet van scholingsbudgetten, invloed op het schoolbeleid. En natuurlijk ook betere beloningsperspectieven voor de leraar die eerst en vooral een goede leraar is in plaats van een manager.
Die ruimte zullen leerkrachten zelf moeten claimen. Niet afwachten wat het debat over governance wel of niet voor ze in petto heeft. Het dreigende tekort kan namelijk twee kanten op gaan. Ofwel de leraar als ‘leraar’ verdwijnt en de zaak wordt met ‘onderwijsmedewerkers eerste en tweede klas’ draaiende gehouden. Ofwel de leraar eist zijn natuurlijke positie en spilfunctie in het onderwijs op. Zonder leraar geen goed onderwijs. Daar gaan de komende verkiezingen over. Waar D66 staat moge duidelijk zijn. Achter de leraar!

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.