• blad nr 19
  • 4-11-2006
  • auteur A. Kersten 
  • Redactioneel

Speciaal onderwijs blijft bestaan 

Zoeken naar een passende plek

Schoolbesturen moeten in de toekomst een passende plek zoeken voor leerlingen met een handicap. Maar het speciaal onderwijs staat niet op de tocht. Voorafgaand aan een overleg in de Tweede Kamer, ontstond onlangs grote verwarring over de uitleg van zorgplicht en passend onderwijs.

Nieuwsberichten naar aanleiding van een onderzoek van de protestants-christelijke schoolleiders wekten twee weken terug de suggestie dat het speciaal onderwijs zou verdwijnen. Maar dat was nou net een van de dingen waarover Onderwijsminister Maria van der Hoeven begin september al zekerheid had gegeven: opdoeken is beslist niet de bedoeling. De bezorgdheid van de vijftienhonderd geënquêteerde schoolleiders uit het onderzoek dreunde desondanks onverminderd door in landelijke kranten en televisierubrieken. Straks staan drommen leerlingen aan de poort van de basisschool die het bestuur vanwege de zogenoemde zorgplicht niet mag weigeren, maar die ook geen plekje in de klas kunnen krijgen.
Een stormpje in een troebel glas water, aan de vooravond van de politieke behandeling van Van der Hoevens voortgang op weg naar vernieuwing van de ‘zorgstructuur in het funderend onderwijs’. Tegen de leden van de Tweede Kamercommissie stak de minister haar verwondering niet onder stoelen of banken. “Dat de bestaande structuur gehandhaafd blijft, is niet meegenomen in het onderzoek. Dat vind ik toch wel een beetje vreemd”, aldus de bewindsvrouw. En ze herhaalde nog maar eens in een cri du coeur aan het begin van haar betoog: “Laat ik één ding duidelijk maken: we hebben de expertise van het speciaal onderwijs hard nodig.”
Verbazing ook bij dagelijks AOb-bestuurder Liesbeth Verheggen, terwijl ze de enquêtevragen even met de wijsvinger naloopt. Al te veel woorden wil ze er niet aan vuil maken. “Het is een nogal onzorgvuldig onderzoek, als je het mij vraagt.”
En zo kon het gebeuren dat de lezer van landelijke dagbladen op 17 oktober vernam dat veel basisschooldirecteuren vurig het voortbestaan van het speciaal onderwijs bepleiten, en twee dagen later leerde dat de het speciaal onderwijs helemaal niet zou verdwijnen, althans, als we de minister mogen geloven.

Bureaucratie
Het was wel de minister die vorig najaar verwarring stichtte door in een brief te opperen dat in de wet het verschil tussen regulier basisonderwijs en speciaal onderwijs zou kunnen verdwijnen. Samen met een flink aantal betrokkenen en organisaties uit en om de onderwijswereld is ze op zoek gegaan naar manieren waarop onderwijszorg aan leerlingen die dat extra nodig hebben vanaf 2010 kan worden verbeterd. Redenen voor de verkenning waren en zijn er genoeg: onvrede over bureaucratie, ouders die van het kastje naar de muur worden gestuurd, wachtlijsten in het speciaal onderwijs.
Eén woordje als hoofdgedachte van de nieuwe onderwijszorg krijgt de gemoederen steeds weer opgezweept: zorgplicht. In discussies en berichtgeving blijkt het begrip keer op keer een betekenis te krijgen die het niet toekomt: dat een basisschool verplicht zal zijn kinderen met een handicap op te nemen als ouders zich aan de deur melden.
“Dat is echt onjuist”, reageert AOb-bestuurder Verheggen. Los van de mist die een term als ‘de school’ vaak optrekt – “een school is een stenen gebouw, zeg ik altijd: wordt er de directeur, het docententeam, of het bestuur bedoeld?” – komt er geen verplichting voor de schoolleiding om een bankje vrij te maken in de klas. Inmiddels is het uitgangspunt ‘passend onderwijs’ gaan heten. “Dat vind ik een betere benaming. Het gaat erom dat het schoolbestuur straks een passende plek moet gaan zoeken voor het kind.” Dat kan op die ene school zijn, maar ook bij een andere school binnen het bestuur. Of bij een andere school binnen een ander bestuur, dat bijvoorbeeld in een netwerkverband samenwerkt. En dat kan dus zo mogelijk ook nog steeds op een school voor speciaal onderwijs zijn. “Belangrijk is dat je kunt zeggen: om die en die redenen kan deze basisschool deze leerling geen plek bieden, maar we gaan wel op zoek naar een geschikte plaats voor uw kind.”

Fundament
Die zorgplicht voor het schoolbestuur kan niet zonder een zorgplicht voor de minister, stelde SP-Kamerlid Fenna Vergeer in haar bijdrage aan het commissiedebat. Want de voorgenomen uitvoering van operatie Passend onderwijs kan volgens haar, en in de ogen van de meeste collega-fracties, niet zonder een extra financiële investering in het primair onderwijs. Bovendien leeft de vrees dat er per saldo bezuinigd zal worden op de zorg voor leerlingen die extra aandacht behoeven, op de rugzakjes voor het regulier onderwijs. Ondanks die druk legt Van der Hoeven zich nergens op vast. Binnenkort zijn er verkiezingen, komt er een nieuw kabinet en alleen dat nieuwe kabinet kan in de voorjaarsnota aangeven hoe het met geldzaken zit, luidt het devies.
Besturenorganisatie voor het openbaar onderwijs Vos/ABB stelt koeltjes vast dat de minister duidelijkheid over het vereiste ‘wezenlijk fundament’ heeft doorgeschoven. De schoolbesturen in het katholiek primair onderwijs, Bond KBO, wijzen erop dat extra geld noodzakelijk is, maar tegelijkertijd dat euro’s niet alles oplossen. Ook AOb-bestuurder Verheggen benadrukt de noodzaak van meer faciliteiten en handen in de klas. “Maar het had de minister wel gesierd als ze in elk geval had gezegd: Zonder een extra investering kan het niet. ‘Hoeveel kan ik niet zeggen, maar er zullen middelen bij moeten.’ Nu vind ik het wel erg dubbel: over de inhoud van de plannen is ze bepaald niet terughoudend, maar als het over geld gaat opeens wel. Het gevolg is dat iedereen het steeds weer over dat geld heeft.”
Eén toezegging kon Van der Hoeven wel doen: dat jeugdcommissaris Steven van Eijck onderzoek zal uitvoeren naar de wachtlijsten voor het speciaal onderwijs en daarover binnenkort zal rapporteren. Met name in cluster 4, dat de groep zeer moeilijk opvoedbare kinderen omvat, bestaan grote problemen bij de verwerking van de aanmeldingen. Allemaal veel te laat, verweet PvdA-Kamerlid Angelien Eijsink de minister. “En dan lees ik dat de minister het heeft over ‘sterk interacterende factoren’. De wachtlijsten waren al bekend, er waren al rapporten van de inspectie en uit het veld. De minister heeft het zover laten komen.”

{fotobijschrift}
@B1:Er komt geen verplichting voor de schoolleiding om een bankje vrij te maken in de klas voor de zorgleerling.

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.