• blad nr 19
  • 4-11-2006
  • auteur . Overige 
  • Column

 

Korac

Zijn ouders zijn gevlucht uit Joegoslavië, toen daar de oorlog in alle hevigheid woedde. Uiteindelijk kwamen ze in Nederland terecht. Hij belandde via via in mijn klas.
Misschien dat het een taalprobleem op de lagere school was, waardoor hij vmbo-advies kreeg, misschien ook wel omdat hij niets deed. Bij mij deed hij niks, tenminste. Hij vertelde iedereen die het horen wilde dat hij later hbo ging doen en in eerste instantie zag ik dat als grootspraak. Maar Korac verveelde zich op school omdat hij niets deed en haalde toch goede cijfers voor economie wat voor een basisklas niet helemaal vanzelfsprekend is.
De tijd vulde hij het liefst met het aangaan van discussies. Zo rond sinterklaas moest onze folklore het ontgelden omdat Sint gebruikmaakte van Zwarte Pieten en dat vond hij slavernij. Hij was bereid geweest de discussie vol te houden tot kerst, maar dat leek me geen goed plan. Ik wilde ook nog lesgeven. Bovendien zou met kerst ongetwijfeld een nieuwe discussie ontstaan, want Korac is moslim.
De andere lessen zonder actuele gebeurtenissen die hij kon aangrijpen vulde hij op met discussies over het communisme. Meer in het bijzonder het Joegoslavische arbeiderszelfbestuur dat onder Tito functioneerde en volgens hem het beste systeem ter wereld was.
Zelfs mijn klas, die het geweldig vond als er verwoede pogingen werden ondernomen om mijn lessen te verstoren of te saboteren, werd Korac zat en het communisme erbij. Ze zagen zichzelf hun mp3-spelers al moeten delen met de minder bedeelden. Korac deed er dan nog een schepje bovenop door het kapitalisme te veroordelen als een oneerlijk systeem. Zodra hij begon, reageerde de klas al van: Oh, niet weer Korac, we weten het al.
De discussies leidden ertoe dat ik meer en meer de overtuiging kreeg dat Korac hbo zou kunnen doen. Hij was intelligent en wist precies hoe hij mensen uit de tent moest lokken. Als het even bij mij niet lukte, omdat ik op mijn qui-vive was, koos hij een andere leerling, die er prompt weer intrapte. 99 Procent van zijn zinnen begonnen met: Ja, maar...
Daar maakten zijn klasgenoten misbruik van, als ze het achtste lesuur economie moesten doen en geen vut meer hadden. Ze hoefden dan alleen maar het woord ‘communisme’ te laten vallen en Korac vulde de hele les met zijn befaamde ‘ja maar’-zinnen. Tenminste, als hij de kans kreeg, zover liet ik het niet komen.
Toen werd ik gebeld door iemand van de kinderbescherming: Korac was opgepakt omdat hij op de uitkijk had gestaan bij het stelen van een autoradio. Ze stelden me allerlei vragen over zijn gedrag op school.
Onder vier ogen sprak ik hem erop aan. Ik had dit niet van hem verwacht. Ik preekte dat het een lieve lust was. Ik had het over zijn toekomstplannen, die hij ook aan de kinderbescherming kenbaar had gemaakt.
“Zo word je toch nog een vuile kapitalist”, besloot ik mijn preek.
“Ja, maar meneer... Ik doe dat nooit meer.” Voor het eerst waren Korac en ik het eens!

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.