- blad nr 19
- 4-11-2006
- auteur L. Douma
- Redactioneel
Koester invallers
Vervanging zorgt voor stress
Maandagochtend, kwart over zeven. De telefoon gaat, juf Jannie is ziek. Voordat het eerste kopje koffie gedronken is, begint de zoektocht naar een invaller voor groep 5. Bellen. De vaste invaller blijkt haar diensten al aan een andere school te hebben toegezegd. Misschien dat meester Bram, die vier dagen per week werkt, zijn vrije dag wil opofferen. Of dat de lio-stagiair van groep 7 de klas voor zijn rekening neemt. Desnoods kan de remedial teacher een dagje voor groep 5 staan.
“Vervanging moet vaak du moment geregeld worden. Dat zorgt soms voor stress”, vertelt Renske Linnekamp. Vandaar dat de organisatie Partners in onderwijs een invalpool heeft opgezet voor Midden Nederland, Piopersoneel genaamd. Linnekamp en haar collega-invalcoördinator Jenny Jansma nemen de zoektocht naar invallers uit handen van basisschooldirecteuren.
Bij Piopersoneel zijn veertien schoolbesturen, ruim 150 basisscholen, aangesloten. Na de herfst kunnen zij hun zieken via een speciaal softwareprogramma melden bij Piopersoneel. “Wij kijken vervolgens welke invallers geschikt zijn en matchen school en invaller”, vertelt Linnekamp. “Met het softwareprogramma kan de basisschooldirecteur elk moment kijken of zijn verzoek in behandeling is genomen en of er een invaller gevonden is. In het begin zullen we nog wel wat telefoontjes plegen, maar het is de bedoeling dat straks – als iedereen gewend is - alles via onze website loopt.”
Voor de diensten van Piopersoneel betaalt een bestuur 500 euro per jaar. Linnekamp: “De vervanging zelf wordt betaald door het Vervangingsfonds.”
Dit fonds bekostigt de loonkosten van een invaller. “Zelfs de vervanger van de vervanger die ziek is, vergoeden wij”, vertelt Niek Dekker, directeur van het Vervangingsfonds. “Alleen bij conflicten zijn wij niet thuis. Tenzij de vervanger zo ziek is van een conflict dat de arts zegt dat hij beter niet naar zijn werk kan gaan.”
Veel scholen klagen over het papierwerk dat komt kijken bij het declareren van de vervanging. “Voor veel scholen is dit een behoorlijke klus”, zegt Linnekamp. “Daarom overwegen wij in de toekomst dit werk voor onze rekening te nemen.”
Piopersoneel heeft de invallers die al voor de betrokken besturen werkten overgenomen en werft momenteel nieuwe vervangers. Linnekamp: “Herintreders zijn vaak geïnteresseerd in invalwerk. Ook starters willen wel. Omdat ze nog geen vaste baan hebben en graag wat ervaring willen opdoen. Invallen is voor hen de uitgelezen kans om te ervaren wat voor soort school bij hen past. Door op verschillende scholen les te geven kan de invaller veel leren.”
Teamuitje
Scholen beseffen steeds vaker dat ze invallers moeten koesteren. ‘De tijd dat u bij afwezigheid van een leerkracht zonder problemen iemand van uw invallerslijst belde, is voor de meeste directeuren lang geleden’, meldt de Algemene Vereniging Schoolleiders (AVS) op haar website. ‘Het gaat niet meer zo eenvoudig, dus moeten er andere keuzes worden gemaakt en maatregelen worden genomen.’ De AVS geeft tips over invallers aantrekken en vooral vasthouden. Zo moeten er overdrachtsgegevens voor de oproepkracht klaarliggen. ‘In elk geval een klassenmap met een leerlingenlijst, een plattegrond, een lesrooster, belangrijke gegevens van de kinderen, een jaarplanner, de klassenregels, afspraken over leerlingen met ouders, namen van stagiairs en een absentielijst.’
Om vervangers vast te houden raadt de AVS onder andere aan hen mee te nemen met het teamuitje, met kerst te voorzien van een presentje en niet van hen te verlangen dat zij extra taken op zich nemen.
“Als het goed is krijgt een invaller ook functionerings- en beoordelingsgesprekken”, zegt AOb-advocaat Frans Lathouwers. “Maar in de praktijk gebeurt dat weinig.”
“Het probleem met invallers is dat ze overal vaak net niet bij horen”, verklaart invalcoördinator Linnekamp. “Ze hebben collega’s, maar het is anders, want zij zijn niet in vaste dienst. Daarom wilden wij in eerste instantie graag onze invallers in vaste dienst nemen, zoals wel meer invalpools doen. Maar daar kregen we geen subsidie voor. We zijn bijvoorbeeld wel van plan om net als een werkgever zo af en toe een teamuitje te organiseren.”
“Hoewel invallers bij ons geen vast dienstverband hebben, gaan wij ze wel begeleiden”, voegt haar collega Jansma toe. “We zijn van plan werkbezoeken af te leggen, ze te coachen. Ook willen we scholing verzorgen. Bijvoorbeeld cursussen geven over de verschillende lesmethoden die op de scholen worden gebruikt.”
Uitkering
Een vervangingsbaan met een vast salaris, een boventallig plusleraarschap - langzaamaan wordt de rechtspositionele status van de invaller beter geregeld. Vervangers hebben in principe dezelfde rechtspositie als hun collega’s in vaste dienst. Dit betekent dat dezelfde salarisregels gelden. “Dat houdt niet in dat de invaller het salaris krijgt van degene die hij vervangt”, legt AOb-jurist Hennie Huijing uit. “Maar dat hij het loon krijgt dat hij zelf heeft opgebouwd. Als een invaller in het primair en voorgezet onderwijs zestig dagen in een schooljaar heeft gewerkt, stijgt zijn salaris een periodiek.” Ook hebben invallers recht op buitengewoon verlof, zoals bij huwelijk of verhuizing.
Verder moet een invaller voor zijn werkzaamheden een akte van benoeming krijgen. Meestal wordt voor korte perioden geen echte akte vervaardigd, maar een schriftelijke verklaring achteraf gegeven. Het dienstverband eindigt als de leraar voor wie wordt ingevallen, zijn werk hervat. Vervangers in het basisonderwijs die vóór 1 maart benoemd zijn en doorwerken tot de laatste dag voor de zomervakantie, hebben recht op een salaris tot en met 31 juli. Daarna kan de werkloosheidsuitkering aangevraagd worden. Dit laatste beschouwen veel invallers als onrechtvaardig. Olga van Koert bijvoorbeeld, die al veertien jaar op roc’s als docent Nederlands als tweede taal (NT2) invalt. “Collega’s maken in het voorjaar al leuke vakantieplannen. Sinds een aantal jaren ervaar ik dat als confronterend. Ik moet voor augustus een uitkering aanvragen. Die ontvang je altijd pas achteraf, dus moet ik geld reserveren. Al twee zomers durf ik van dat geld niet met vakantie te gaan, bang dat ik na de zomer misschien geen werk heb. Ik heb een leuke opleiding genoten, maar kan niet eens met vakantie.”
Omdat Van Koert – net als veel andere invaldocenten op roc’s – werkt voor een uitzendbureau, heeft zij te maken met andere arbeidsvoorwaarden. Invalkrachten met een onderwijswerkgever bouwen naarmate ze langer voor een bestuur werken, rechten op. Wanneer iemand steeds binnen of direct na drie maanden een tijdelijk arbeidscontract krijgt, gaat het vierde contract automatisch over in een vast contract. Ditzelfde gebeurt als opeenvolgende tijdelijk arbeidscontracten (minimaal twee) samen langer dan 36 maanden duren.
Uitzendkrachten hebben deze rechten niet. Vandaar dat Van Koert al veertien jaar van het kastje naar de muur wordt gestuurd. Eind deze maand krijgt ze te horen of ze tot 1 januari weer een tijdelijk contract bij een roc krijgt. “Het is mij verschillende keren gebeurd dat ik dinsdag werd gebeld, en vrijdag voor een nieuwe groep stond. Er wordt een flexibiliteit van mij verwacht die me eerst niet zinde, nu neem ik het maar zoals het komt. Het werk op zich vind ik ontzettend leuk. Het contact met de immigranten geeft mij veel voldoening. Ik leer er zelf ook altijd van, maar de onzekerheid over wel of niet, hoeveel en hoe lang te kunnen werken staat mij niet aan.” Ten einde raad heeft Van Koert haar bevoegdheid voor rij-instructeur gehaald en is ze van plan binnenkort een rijschool te beginnen.
{kadertje}
Tips voor invallers
1. Probeer de dag voordat het invallen begint bij de school langs te gaan. Dan heb je tijd om de methoden die er op de school gebruikt worden door te nemen. Probeer als dit niet lukt ruim voordat de lessen beginnen aanwezig te zijn, zodat je de klassenmap rustig kunt doornemen.
2. Ga in de deuropening staan als je nieuwe klas binnenkomt. Stel je voor, verwelkom de leerlingen. Op die manier neem je het heft in handen en laat je zien dat jij de baas bent.
3. Laat iedereen in de vreemde klas iets over zichzelf vertellen. Op die manier krijg je in een kort tijdsbestek een idee wie je leerlingen zijn en heb je tijd om uiterlijke kenmerken op te slaan, zodat je je later namen herinnert. Maak een plattegrond. Test jezelf nadat iedereen aan het woord is geweest door de namen van de leerlingen te herhalen.
4. Raak niet in paniek. Op sommige scholen is de overdrachtsinformatie summier. Is het onduidelijk waar de leerlingen met de stof gebleven zijn en wat er precies van de invaller verwacht wordt? Zet de leerlingen dan aan het tekenen, laat ze een opstel schrijven of huiswerk maken. In de tussentijd kun je uitzoeken wat er precies van je wordt verwacht.
5. Als het invalwerk erop zit, komt het nogal eens voor dat invallers lang moeten wachten op de uitbetaling van het salaris. Vul daarom tijdig de formulieren in voor de loonadministrateur. Let daarbij op dat je het formulier voor de juiste loonheffing invult. Doe je dit niet, dan moet het salaris worden belast volgens het hoogste belastingpercentage.
{portretje}
Recht op een nieuwe fiets
Mariëtte Trooster (45) valt in als docent Frans op het Zandvlietcollege in Den Haag.
“Ik werkte tot vorig schooljaar bij het Segbroek College in Den Haag. Er waren financiële problemen. Ik werd boventallig. Maar omdat ik in vaste dienst was, waren ze verplicht iets voor me te regelen. Dat duurde me te lang, ik ben buiten onze stichting gaan kijken. Het Zandvlietcollege leek mij altijd al een goede school, toen zag ik dat ze een invaller zochten. Dat leek me wel wat. Uiteindelijk ben ik vanuit het Segbroek gedetacheerd. Ik vervang iemand die tot maart met zwangerschapsverlof is. Ik had twaalf uur vast. Nu werk ik elf uur, maar ik word gewoon voor twaalf uur betaald.
Voor beide scholen is detachering nieuw. Laatst ben ik met hen om tafel gegaan om een contractje op te stellen. Over wie er verantwoordelijk is voor kosten die voor mij gemaakt worden. Als ik ziek word, komt dat op het bord van mijn oude werkgever. Mijn gebruikelijke periodiek krijg ik er gewoon bij. Ook houd ik in de gaten of ik een eindejaarsuitkering krijg. Ik neem aan van wel, volgens mij heb ik gewoon dezelfde arbeidsvoorwaarden als voorheen.
Laatst wilde ik via het fietsenplan een nieuwe fiets kopen. Ik vond het een gek idee dat ik met die fiets naar mijn nieuwe school zou fietsen en dat mijn oude school hem moest betalen. De persoon die daarover gaat zei: Het is op zich een rare constructie, maar zet het in gang, je hebt daar recht op.
Ik heb echt het idee dat ze het hier op school fijn vinden dat ik er ben. Ik hoor erbij. Met vragen kan ik altijd bij mijn vakgroep terecht. Een nadeel is wel dat we nu op sectievergaderingen praten over dingen in de toekomst die ik niet mee ga maken. Eigenlijk hoop ik dat ik kan blijven. Ik heb altijd vaste banen gehad, houd van stabiliteit. Dus ik zou niet jaren van school naar school willen trekken. Het kost heel veel energie om opnieuw te beginnen.”
{portretje}
Liefdewerk oud papier
Arie van der Bor (62) valt in als leraar Duits op het Krimpenerwaard College in Krimpen aan den IJssel.
“Voor de vakantie nam ik afscheid. Ik heb langer doorgewerkt zodat ik honderd procent van mijn laatstverdiende salaris zou krijgen wanneer ik zou stoppen. Bij mijn afscheid zei de rector: We weten dat we altijd een beroep op je mogen doen, maar dan mag jij wel eisen stellen. Dat laatste heb ik gedaan, toen ze me de eerste dag na de vakantie belden. Ik val nu tot november in. Ik geef alleen ’s ochtends les, ’s middags lig ik in het zwembad. Ik wil maar één lokaal per dag, dat gezwerf door de school ben ik zat. En dat gezeur met die vergaderingen, daar heb ik ook geen zin in. Laatst maakte ik wel een middagje een nieuwe collega wegwijs. Voor mensen wil ik best tijd vrijmaken, voor papier niet.
Op school ben ik door de directie nog nooit zo vriendelijk ontvangen. Niet ze dat eerst niet waren, maar nu help ik ze uit de brand. Ik heb het geluk dat ik inval op mijn eigen school. De kinderen kennen je, sommige ouders heb ik zelfs nog lesgegeven. Als ik nu op een vmbo in Rotterdam terecht zou komen, zou dat veel meer energie kosten. Hier ben ik onderdeel van het meubilair.
Ik heb laatst mijn eerste afrekening gehad als invaller. Ik ontvang nu beduidend meer. Maar in november zit mijn bapo-verlof erop en ga ik met de fpu. Volgens de administratie is het dan zo dat ik boven mijn honderd procent fpu niets kan bijverdienen. Wanneer ik met 65 jaar echt met pensioen ga en dus 70 procent van het laatstverdiende loon ontvang, kan ik als invaller wel tot honderd procent bijverdienen. Alleen voor die fpu-fase is niets geregeld. Ik vind dat raar. In Den Haag willen ze dat we langer doorwerken. Ik ben daar best toe bereid, het is aardig werk, maar voor liefdewerk oud papier doe ik het niet.”
{portretje}
Gesprekken met ouders
Linda Vette (48) valt in op verschillende basisscholen in Houten van de Stichting Fluenta.
“Sinds dit schooljaar werk ik een ochtendje vast op de Vlaswiek. Het jaar begon met een startvergadering waar ik bij aanwezig was. Dat was raar: ineens hoorde ik erbij. Ik denk dat ik dit jaar ook mee mag met het bedrijfsuitje, dat vind ik toch wel leuk. Ik zou best twee à drie dagen per week een vaste baan willen. Wat ik nu mis zijn de gesprekken met ouders. Je leert een kind toch beter kennen als je zijn ouders kent.
Aan de andere kant vind ik het ook wel weer prettig dat invallen toch wat vrijblijvender is. Je doet je werk en daarna is het ook echt klaar. Het invallen wordt steeds leuker. Verschillende groepen en leeftijden, het heeft wel wat. In het begin, eind 2003, vond ik het vreselijk zwaar. Ik had al sinds 1996 niet meer voor de klas gestaan. Voorheen stond ik voor groep 3, nu werd ik veel gevraagd voor de kleuters, terwijl ik dus geen echte kleuterjuf ben. Maar dat went. Ik durf steeds meer aan, doe zelfs groep 5 en 6, terwijl ik daar eerst heel huiverig voor was.
Een directeur zei eens tegen mij: Het is niet het belangrijkste dat je al het werk doet, als je maar een leuke dag met de kinderen hebt. En zo is het. Ik mag het misschien niet zeggen, maar op sommige scholen tref je echt een troepje aan. Daar staat nergens genoteerd waar de kinderen gebleven zijn en wat het programma is. Als ik er echt geen chocola van kan maken, zet ik de klas even aan het tekenen en zoek ik vervolgens uit waar ze gebleven zijn.
Gelukkig is er meestal wel wat geregeld. Op één school ontvangt de directeur mij altijd. In een map staat altijd duidelijk wat er moet gebeuren. Wanneer ik vertrek steekt de directeur zijn duim op, bij wijze van bedankje. Dat is erg prettig.”
Vervangingsfonds: www.vfpf.nl
Partners in onderwijs: www.partnersinonderwijs.nl