- blad nr 19
- 4-11-2006
- auteur R. Voorwinden
- Redactioneel
Leerlingen platteland vinden havo te ver weg
De overheid moet investeren in het vervoer van leerlingen naar scholen voor havo/vwo in Groningen en Friesland. Want leerlingen in het noorden kiezen op dit moment vaak voor een te laag schooltype, omdat de vmbo-scholen beter over het platteland gespreid zijn. Uit cijfers blijkt dat er op het platteland meer vmbo-scholen zijn dan scholen voor havo/vwo.
“Voor hoger onderwijs moet je vaak ver reizen naar de stad, en dat is voor sommige leerlingen een drempel.” Dat verklaarde hoogleraar ruimtelijke economie Jan Oosterhaven van de Rijksuniversiteit Groningen tijdens een bijeenkomst van de Sociaal Economische Adviesraad Noord-Nederland.
“Als leerlingen evident naar het vwo willen en kunnen, wordt er wel een oplossing gevonden voor de reisafstand”, stelt Oosterhaven. “Dan gaat die leerling elke dag die kilometers fietsen, of met de bus.” Maar leerlingen die twijfelen over hun schoolkeuze, kiezen doorgaans voor de dichtstbijzijnde school – en dat is vaak een vmbo.
Volgens Oosterhaven moet de overheid gaan investeren in het vervoer van leerlingen naar scholen voor havo en vwo. “Alle aandacht en geld gaat nu naar de zwarte scholen in de Randstad, achterstanden van autochtonen tellen niet mee. Daar mag wel eens verandering in komen.”
Ook vindt Oosterhaven dat provincies en gemeenten meer zeggenschap over het voortgezet onderwijs moeten krijgen. Die zeggenschap zou kunnen leiden tot de terugkeer van de kleinere middelbare scholen op het plattenland. Door fusies zijn deze verdwenen en moeten kinderen dus verder reizen eer ze op de school met het juiste niveau aankomen.