- blad nr 18
- 21-10-2006
- auteur T. van Haperen
- Column
Boekhoudfraude
Normaliter negeert de politiek deze boekhoudfraude. De instellingen zijn immers autonoom. Maar voor het eerst is er nu een hoopvolle beweging in Den Haag waarneembaar. De minister gaat de leerling beschermen door het aantal gegeven lessen te tellen. Norm niet gehaald betekent een boete.
De bewindsvrouw heeft mijn volledige steun. Niet omdat de schooldag langer moet of de vakantie korter. Nederlandse kinderen zitten in vergelijking met het buitenland veel in de schoolbanken. De meeropbrengsten van extra lessen is nihil. Nee, het gaat om iets anders. Neem het middelbaar en hoger beroepsonderwijs. De combinatie fulltime-opleiding en baan kan daar makkelijk, vanwege het geringe aantal lessen. Niemand maakt daar bezwaar tegen. Studenten krijgen hun diploma, de instelling de subsidie.
Het voortgezet onderwijs heeft inmiddels eenzelfde organisatiemodel en bekostigingsstelsel. Het bijbehorende gedrag volgt vanzelf. Door schaalvergroting en managementdenken promoveren praten over leerlingen en over collegae tot belangrijke activiteiten. Dat daar lessen bij uitvallen geeft niks. Het gaat om wat kinderen leren en niet hoeveel lessen ze volgen. Nieuw leren-achtige redeneringen verzorgen de onderwijskundige rechtvaardiging: kinderen formuleren een leervraag, beantwoorden die zelf en daar hoeft niet altijd een leraar bij te zijn.
Dit is een glijdende schaal richting werkontduiking. Vandaar de politieke eis aan scholen: verzorg 1040 echte lessen. Praten over leerlingen wordt dan vanzelf weer praten met. Maar zo makkelijk gaat dat niet, lees het verslag van een netwerk onderwijstijd, dat uit 25 schoolbestuurders en medewerkers van de Bond KBVO, AOC-raad en Besturenraad bestaat. Deze denkers met grote maatschappelijke verantwoordelijkheid klagen steen en been. De norm is onhaalbaar, een proefproces een reële optie, waarna een serie constructies volgt waarmee de inspectie om de tuin valt te leiden. Opplussen van lesweken, de conciërge bewaakt leerlingen en tot slot: leraren overtuigen dat ze harder moeten werken.
Dat laatste maakt me nerveus. Frank Kalshoven schrijft in de Volkskrant dat volgens het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) de groei van onderwijspersoneel die van het aantal leerlingen overtreft. Dat betekent een daling van de gemiddelde arbeidsproductiviteit. Maar de man of vrouw voor de klas verwerkt meer kinderen dan ooit en dus tonen de SCP-cijfers onomwonden aan dat ‘anderen’ minder doen. Het ligt voor de hand om die mensen voor de klas te zetten. Maar dat is niet in het belang van schoolleiders, want dan raken vergaderschema en sociale rangorde in de war. Dat vreselijke taakbelastingformulier en een vage arbeidsovereenkomst doen de rest. Minister, bescherm niet alleen leerlingen tegen boekhoudfraude, maar ook leraren.