- blad nr 18
- 21-10-2006
- auteur A. Kersten
- Redactioneel
Pabostudenten kunnen nog steeds niet rekenen
Eerstejaars aan de pabo’s hebben de eerste maand van hun studie de nieuwe verplichte Cito-rekentoets gemaakt. De Hbo-raad stuurde woensdagochtend 11 oktober om 10.36 uur een persbericht rond met de kop ‘Helft beginnende pabostudenten zakt voor de rekentoets’. Op basis van de uitslagen van 60 procent van de 11 duizend eerstejaars blijkt dat 52 procent de landelijke Cito-rekentoets bij de eerste gelegenheid heeft gehaald. De andere 48 procent krijgt het komende jaar bijspijkerlessen voor de onderdelen waarop ze slecht scoorden. Later in het collegejaar zijn er nog twee extra toetsgelegenheden.
Een kwartier later stond het bericht op de nieuwssite van De Telegraaf. Doekle Terpstra, voorzitter van de Hbo-raad, sprak van een ‘ernstig signaal dat we zeer serieus moeten nemen’. Eronder stroomde het boegeroep van lezers binnen. Het Nos-journaal besteedde er ’s avonds aandacht aan. In de inleidende zinnen leek het bewijs opeens alle pabostudenten te betreffen. Groot nieuws? Algemeen Dagblad had eind september al een optelsom gemaakt onder 2400 eerstejaars en kwam tot hetzelfde percentage: 51,4 procent geslaagd.
De rekenvaardigheden van toekomstige leraren en juffen zijn al jaren een punt van zorg. Veel pabo’s gebruiken al een eigen rekentest, die gekoppeld is aan het bindend studieadvies. Een woordvoerder van de Gereformeerde Hogeschool in Zwolle merkte in De Stentor op dat het echte ‘ijkmoment’ ligt aan het einde van het eerste jaar, niet aan het begin.
De cijfers zeggen wel iets: over de verschillen in de instroomniveaus. Van de doorgestroomde vwo’s haalde 87 procent de toets, bij havisten en mbo’ers was dat 58 en 33 procent. Volgens de Hbo-raad moeten de vooropleidingen aanstaande studenten beter voorbereiden. Een klein jaar geleden hield Terpstra een pleidooi voor een radicaler middel als wiskunde als verplicht onderdeel van het profiel cultuur en maatschappij verdwijnt: een entreetoets aan de poort. Die oproep vond geen gehoor bij de politiek.