• blad nr 16
  • 23-9-2006
  • auteur G. van der Mee 
  • Redactioneel

 

De mavo is terug van nooit weggeweest

De mavo moet terug, eist D66 in zijn verkiezingsprogramma. Maar is hij ooit weggeweest? Nee. Vooral in de Randstad zagen ouders hun kind liever niet naar de theoretische leerweg in het vmbo gaan. “Het is jammer dat indertijd de ouders nooit gehoord zijn,” zegt Rino de Vroomen, directeur van de Rientjes mavo in Maarssenbroek.

De mavo zit weer helemaal in de lift. Bij de start van dit schooljaar besloten drie scholengemeenschappen de theoretische leerweg (vmbo-t) gewoon weer in te ruilen voor de oude mavo. “Ik hoor om mij heen dat dit idee ook op andere scholen speelt,” zegt Chris van Meurs, voorzitter van het college van bestuur van de Stichting Samenwerking voortgezet onderwijs (Savo) in Den Helder. De theoretische leerweg in het vmbo was volgens hem een “weeffout”. “Wij besloten in 2004 om de theorieleerlingen op twee scholen weer uit het vmbo te halen omdat ze er toch niet thuishoren. Er was al sprake van een sterke tweedeling. De theoretische leerweg leidde een kwijnend bestaan, omdat de rest van de opleidingen sterk beroepsgericht is. Deze leerlingen hebben een andere leerstrategie en dit vinden wij duidelijker.” De website van het Amsterdamse Berlage Lyceum meldt dat de ‘oude vertrouwde mavo’ terug is. Conrector Paul van Berkel, vond dat er in Amsterdam Zuid wel ruimte was voor een aparte mavo-afdeling, hij wilde ouders aantrekken die weinig voelen voor vmbo-t. “Ik moet daarbij zeggen dat het programma wel verzwaard is om een overstap naar de havo mogelijk te maken, dat geldt bijvoorbeeld voor Engels.”
D66 wil de mavo terug, die is echter nooit weggeweest. Veel scholengemeenschappen hebben inderdaad de oude mavo ingeruild voor de theoretische leerweg, maar hier en daar bleef de naam ‘mavo’ gewoon bestaan. Daarnaast zijn er nog zo’n tien categoriale mavo’s: kleine scholen die zich tegen de stroom van schaalvergroting in wisten te handhaven.

Succesformule
De Rientjes mavo is met 570 leerlingen de op één na grootste van Nederland. Directeur Rino de Vroomen weet zeker dat hij via de telefoon niet duidelijk kan maken wat hij nou bedoelt met dat aparte karakter van zijn school: je moet het beleven. Dus rijden we naar Maarssenbroek om op de school waar leerlingen uit de wijde omgeving naartoe fietsen, de sfeer te proeven.
Rientjes was een hoge pastoor die de school in 1957 oprichtte. Nu zit de school in een katholieke stichting met vier basisscholen. De leerlingen komen echter van 54 verschillende basisscholen uit de regio. De sfeer is eigenlijk vooral heel rustig. De school ligt in woonwijk Valkenkamp, maar de buren hebben niets te klagen.
Rust is ook wat de school uit wil stralen, naast structuur, regelmaat en vooral veel aandacht. Dat is volgens De Vroomen de succesformule van zijn school, want dat hebben zijn leerlingen nodig en dat willen de ouders graag. Eigenlijk schetst hij het ideaal van de kleine school voor de wat moeilijkere leerling, waar iedereen de laatste tijd de mond vol van heeft. Op deze school staat de manager niet op grote afstand van de praktijk, hij bemoeit zich gewoon overal mee. Toen op de eerste dag van het schooljaar op de meisjestoiletten een krenkende tekst werd aangetroffen over een pas gestarte lerares werd dat door De Vroomen persoonlijk tot de bodem uitgezocht. De dader werd achterhaald en geschorst. “Iedereen weet dan direct waar de grenzen liggen en dat ik persoonlijk toezie op de handhaving van de regels. Iedereen moet zich hier veilig voelen, dat geldt ook voor het personeel.”
Schrok u niet toen de mavo werd afgeschaft?
“Nee, want ouders bleven komen. Er is gewoon behoefte aan dit soort scholen. Het is alleen jammer dat de ouders nooit gehoord zijn toen ze die herstructurering bedachten. Ik snap het uitgangspunt wel, dat je alle niveaus bij elkaar wilt stoppen. Het idee was dat de lagere niveaus zich dan konden optrekken aan de hogere, maar het tegenovergestelde gebeurde. De advisering vanuit de basisschool is tegenwoordig zo goed dat het bijna niet meer voorkomt, zoals vroeger, dat er heel intelligente leerlingen op een laag niveau zitten. Ik ben zelf wel een voorbeeld van vroeger: op de lts begonnen en uiteindelijk ben ik gaan studeren. Van het mbo hebben ze ook zo’n vergaarbak gemaakt, mensen hebben nu eenmaal de behoefte zich te onderscheiden, er zit nogal een groot verschil tussen niveau 1 en 4, toch heet het allemaal mbo. Op onze school is er maar één niveau, niemand hoeft zich meer of minder te voelen dan de ander.”
De mavo werd ook opgeheven omdat de meeste leerlingen toch doorstroomden naar het mbo. Door de theoretische leerweg daalde de doorstroom naar de havo van 18 procent dramatisch naar 8 procent omdat de aansluiting steeds moeilijker werd. In 2004 groeide de doorstroom weer iets naar 12 procent. Verkoop je geen illusie aan ouders die denken dat hun kind na de mavo naar de havo kan?
“Het klopt dat bijna 60 procent van de ouders denkt dat hun kind hierna naar de havo zal gaan. Op de eerste ouderavond zeg ik dan ook altijd dat ze over vier jaar wel zullen merken dat hun kind een hele eigen route heeft uitgestippeld. Bij ons ligt die doorstroom naar de havo op 20 procent, deze leerlingen krijgen extra cursussen, dat stemmen we af met een aantal havo’s in de omgeving. De rest gaat naar het mbo, niveau 4 en sommigen daarna naar het hbo. Ze kiezen meestal voor economie of voor verzorging. Maar al gaan ze door naar een beroepsopleiding, wat is er op tegen om een degelijke basis te hebben? Leerlingen met een vwo-diploma kunnen toch ook in Delft techniek gaan studeren zonder dat ze het mbo hebben gedaan? ”
Evaluatie basisvorming na 5 jaar, 2005, een rapport van de Onderwijsinspectie, meldt dat kleine en apart staande vbo- of mavo-vestigingen vaak grote problemen hebben. Dat komt omdat er relatief veel allochtone leerlingen zijn of leerlingen met gedragsproblemen. De Rientjes mavo is bijna helemaal wit met slechts 7 procent allochtone leerlingen, maar naar verhouding trekt de school veel zorgleerlingen aan. Er zijn elf rugzakleerlingen en maar liefst 17 procent van de leerlingen heeft een gediagnosticeerd leerprobleem. “Voor een kleine school is dat veel, maar zorg voor de leerlingen is wel altijd ons stokpaardje geweest. Wij hebben in de Mavokring (vereniging van alle zelfstandige mavo’s, red.) wel eens overwogen om de aparte mavo te promoten, maar het is nooit bewezen dat we het beter doen. Onze meerwaarde is echt veiligheid en zorg. Wij hebben veel leerlingen die uit een pedagogisch arm milieu komen, soms is dat zwaar, maar we proberen met het hele team hen zo goed mogelijk te begeleiden. Daarom doen we ook aan teamleren, waarbij de ene docent de ander helpt in zijn les. In een klein team kent iedereen elkaar en de leerlingen, dat merken de kinderen ook.”

{kader}

Stapelen is weer in
Het vmbo, inclusief de mavo, moest de meest efficiënte weg worden naar het mbo en het hbo. Voormalig Onderwijsminister Jo Ritzen noemde deze beroepskolom zelfs de ‘koninklijke weg’. Het stapelen van de ene opleiding op de andere (mavo, havo, vwo) zoals dat vroeger veel gebeurde, moest afgelopen zijn. Vooral voor allochtone leerlingen worden er tegenwoordig weer heel andere geluiden gehoord. De behoefte aan hoogopgeleiden is groot en als ze er door te stapelen een jaartje langer over doen, wat dan nog? In het rapport Betere overgangen in het onderwijs pleit de Onderwijsraad voor extra leertijd. De huidige doelmatige leerwegen veroorzaken verlies van talent en dat is zonde. Het Amsterdamse Berlage Lyceum is, behalve een aparte mavo, ook sinds kort een zogeheten ‘tweede kansklas’ gestart waarbij afvallers van de havo en het vwo van omliggende scholen de kans krijgen om het tweede leerjaar over te doen. Conrector Paul van Berkel ziet vaak leerlingen verdwijnen naar het vmbo terwijl dat niet nodig is. “Dan worden ze daar juist lastig omdat ze zich eigenlijk vervelen, ze kunnen veel beter. In de tweede kansklas wordt bekeken waar het hapert, dan blijkt een leerling bijvoorbeeld dyslectisch te zijn terwijl dat nooit is onderkend.”
In het rapport De staat van het voortgezet onderwijs (2005) is de Onderwijsinspectie nogal knorrig over het feit dat de theoretische leerweg, vaak onder druk van ouders, niet bij het vmbo is ondergebracht. Het veroorzaakt oneigenlijke concurrentie met scholen die dat wel doen en voor de leerlingen is het niet leuk wanneer ze alsnog naar het vmbo moeten. Ook het aantal voortijdige schoolverlaters ligt bij de mavo het hoogst met 20 procent.

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.