- blad nr 16
- 23-9-2006
- auteur R. Sikkes
- Redactioneel
Onrust over onderwijstijd
@T:Als reactie op de lesuitval in het voortgezet onderwijs heeft minister Van der Hoeven in de wet nieuwe normen laten vastleggen. In de onderbouw en het derde leerjaar havo/vwo moet minimaal 1040 uur onderwijstijd staan ingepland en worden uitgevoerd. In de bovenbouw van alle schoolsoorten geldt een minimum van 1000 uur. In de examenjaren moet dat minimaal 700 uur te zijn. De inspectie gaat daar streng op controleren. Niet alleen vooraf in het lesprogramma moet er zoveel ‘begeleid onderwijs’ geprogrammeerd staan, ook achteraf wordt gekeken of de normen zijn gehaald.
“Om te beginnen was de AOb tegen deze wijziging, maar nu de regels wettelijk zijn ingevoerd, zullen scholen zich daar aan moeten houden”, verduidelijkt Knoop. De regeling levert namelijk een hoop praktische problemen op. Zo is het voor een school die nu laat vakantie heeft en volgend jaar vroeg bijna onmogelijk om aan de eisen te voldoen.
Volgens Knoop is de term ‘begeleid onderwijs’ erg breed. “Het hoeft niet per se te bestaan uit lessen, maar het kunnen ook activiteiten zijn die onder verantwoordelijkheid van onderwijspersoneel staan. Het kan ook gaan om een bezoek aan een ckv-voorstelling met de school. Natuurlijk is het mogelijk dat een school het besluit neemt dat er meer lessen worden gegeven. Ons antwoord is dan eenvoudig: De directie kan niet eenzijdig aan docenten de opdracht geven om meer klassen te nemen of meer uren te draaien. Dan moet er personeel bij.”
Al vaker is er grote verwarring ontstaan over onderwijstijd en werktijd. Volgens Knoop is het simpel. Ook in een bedrijf dat van ‘s ochtends acht uur tot ‘s avonds tien open is wordt niet van het personeel verwacht dat het per dag veertien uur werkt. Voor onderwijspersoneel geldt hetzelfde principe: als leerlingen 1040 uur naar school moeten, wil dat niet zeggen dat een leraar 1040 uur per jaar les geeft. Zijn taak is immers anders opgebouwd. Die taak bestaat per jaar uit 1659 uur: voor voorbereiding, lessen, nakijken, overleg en deskundigheidsbevordering. Uiteindelijk betekent het dat een docent ongeveer 750 klokuren les kan geven. “Een aantal scholen is door de brief van de inspectie in paniek geraakt en wil nu op stel en sprong leraren meer lessen laten geven. Dat kan niet zomaar: dat is een wijziging van het taakbeleid en daarvoor is instemming nodig van de medezeggenschapsraad en van tweederde van het personeel. De paniek was overigens overbodig. Directies wisten al ruim voor de zomer dat deze verandering er aan zat te komen. En wat de AOb betreft is een taakverzwaring niet aan de orde. Wie meer lessen wil geven, moet meer personeel aanstellen.”
{kadertje}
AOb inventariseert
De Algemene Onderwijsbond inventariseert op de website hoe scholen voor voortgezet onderwijs de verplichting van uitgebreidere onderwijstijden uitvoeren. Op www.aob.nl (zowel op de homepage als onder het kopje vo) is de enquęte te vinden over aanpassingen aan de nieuwe regelgeving.