• blad nr 16
  • 23-9-2006
  • auteur R. Sikkes 
  • Redactioneel

 

Randstaddocent loopt achter

Om het beroep van leraar aantrekkelijker te maken, zal de beloningsstructuur moeten veranderen. Die conclusie staat te lezen in de nota Werken in het onderwijs. Het startsalaris van leraren is weliswaar concurrerend, maar zij doen er achttien jaar over om hun top te bereiken. In andere sectoren duurt dat tien tot twaalf jaar. Daarnaast ziet het ministerie dat leraren in de Randstad achterraken op andere hoger opgeleiden in hun regio. Tussen de regels door pleit het ministerie voor een regiofonds.

Vanaf 2010 ontstaan er volgens nieuwe voorspellingen in de nota Werken in het onderwijs grote tekorten in het voortgezet onderwijs. Vooral voor de vakken Nederlands, Duits, wiskunde, natuurkunde, scheikunde en techniek worden grote problemen verwacht. Bij die vakken verdwijnt 10 procent van alle leraren, terwijl slechts de helft daarvan kan worden opgevuld. De situatie ziet er bij de overige vakken nauwelijks beter uit.
Per regio zullen de verschillen groot zijn. De Randstad en het oosten van het land mogen zich op zwaar weer voorbereiden. Provincies als Limburg en Zeeland lijken weinig problemen te krijgen. Dat heeft wellicht te maken met regionale beloningsverschillen, zo blijkt uit onderzoek van het ministerie van Onderwijs. In de Randstad worden hoger opgeleiden door bedrijven namelijk fors beter betaald. Het onderwijs heeft echter één beloningssysteem: een docent in Heerenveen verdient evenveel als een collega in Amsterdam. Voor een hbo’er of academicus werkzaam in het onderwijs kan dit betekenen dat hij in de Randstad tussen de 10 en 20 procent minder verdient dan andere hoger opgeleiden.
Het ministerie suggereert tussen de regels door dat er misschien wel nagedacht moet worden over een Randstadbonus: ‘Vooral ten tijde van een hoogconjunctuur zullen deze regio’s het moeilijker hebben om personeel aan zich te binden.’
Het ministerie ziet verscheidene redenen voor werkgevers om in deze regio beter te betalen. Zo is het werk in de Randstad kennisintensiever, de vraag groter, de concurrentie heviger, het leven duurder. In Engeland bestaan zulke regiofondsen al. Leraren en schooldirecteuren in Londen krijgen vanwege de dure huisvesting en kosten van levensonderhoud een hoger salaris.

Slechte arbeidsmarkt
Naast de minnen van de lange carrièrelijnen en geringe loopbaanmogelijkheden, zijn er volgens het ministerie ook punten waarop het onderwijs beter scoort. Zo zijn secundaire arbeidsvoorwaarden als de bapo-regeling voor senioren, ouderschaps- en zwangerschapsverlof stukken beter dan elders. Om al die uren te vervangen zijn maar liefst 15.000 mensen nodig.
Hoewel scholen in het voortgezet onderwijs extra geld hebben gekregen om meer leerkrachten in schaal LC of LD te plaatsen, lijkt dat niet of nauwelijks te gebeuren. Het ministerie vindt dat het geld wel benut moet worden: ‘Nu zijn de scholen aan zet.’ Het aantal academici dat werk vindt in het voortgezet onderwijs, is niet gedaald. Het is zelfs gestegen. Dat lag niet aan de geweldige betaling, zo vermoedt het ministerie, maar door de slechte arbeidsmarkt voor academici tot halverwege vorig jaar.
In het basisonderwijs worden nauwelijks personeelstekorten verwacht. Over twee jaar wordt namelijk een leerlingdaling verwacht. In 2015 zullen er zelfs honderdduizend kinderen minder in het primair onderwijs zitten. Voor de werkgelegenheid van degenen die nu voor de pabo kiezen maakt dat nauwelijks uit: hun aantal is net groot genoeg om de pensioengolf op te vangen. Door de wat mindere vraag zijn nu al de aantallen lio-plaatsen en zij-instromers afgenomen. En het duurt iets langer voordat pabo-studenten aan het werk komen: gemiddeld vier maanden.
Problematischer ligt het bij de directeuren basisonderwijs. Om het grote aantal vertrekkende, oudere directeuren op te vangen, zijn er veel mensen nodig die de overstap willen maken van een leraarsbaan naar een directiefunctie. Gezien het verleden heeft het ministerie er weinig fiducie in dat er per jaar 850 mensen dat zullen doen.


Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.