• blad nr 13
  • 24-6-2006
  • auteur . Overige 
  • Column

 

Medezeggenschap op scholen

In het onderwijs staat het kind centraal. Onderwijs moet het kind de mogelijkheden bieden om zich maximaal te ontplooien. Dat betekent ook dat alle betrokkenen, ouders en leraren, de ruimte moeten krijgen om hun verantwoordelijkheden te nemen. Medezeggenschap is daarvoor een essentieel middel. De VVD staat positief tegenover de hoofdlijnen van het wetsvoorstel ‘medezeggenschap op scholen’. Ouders, leerlingen en personeel zijn vertegenwoordigd in één medezeggenschapsraad (MR). Op elke school komt een MR.
Personeel, ouders en leerlingen krijgen instemmingsrecht voor zaken die hen in het bijzonder aangaan. Een goede geschillenregeling is ook noodzakelijk. Een zaak wordt neergelegd bij de geschillencommissie die met een bindend advies komt. Vervolgens komt de zaak in tweede aanleg bij de Ondernemingskamer van het gerechtshof in Amsterdam. Met de rol van de Ondernemingskamer is de VVD verheugd. Eén neutrale rechter oordeelt in hoogste instantie in alle gevallen voor alle scholen. Dat is, volgens de VVD, een garantie voor uniformiteit en rechtszekerheid. Bij de vormgeving van de geschillencommissie zet de VVD echter een aantal vraagtekens. In eerdere debatten bleek dat een ruime meerderheid van de Tweede Kamer evenals het kabinet voorstander is van één landelijke geschillencommissie. Daarmee wordt volgens de VVD de rechtseenheid en rechtsgelijkheid gegarandeerd.
De VVD staat positief tegenover meer beleidsvrijheid voor scholen. Maar dat dient gepaard te gaan met goede verhoudingen tussen bevoegd gezag, personeel en ouders. Om te komen tot die evenwichtigheid is het volgens de VVD noodzakelijk dat iedere school ook een MR heeft. Het schrappen van de ontheffing om een MR te hebben ondersteunt de VVD dan ook.
De minister maakt het mogelijk dat scholen de aard van de bevoegdheden van de MR zelf kunnen bepalen. De VVD vindt deze mogelijkheid onjuist. De VVD heeft daarom samen met de LPF voorgesteld om voor een andere mogelijkheid te kiezen. Namelijk voor een wetsartikel dat flexibiliteit in de verdeling van instemmings- en adviesrecht aanbrengt. Daarmee kan de MR zelf beoordelen of hij andere bevoegdheden wil. Deze mogelijkheid moet dan gelden op alle scholen. Dus ook voor scholen met een godsdienstige of levensbeschouwelijke grondslag.

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.