• blad nr 13
  • 24-6-2006
  • auteur G. van der Mee 
  • Redactioneel

 

Jonge hersenen ongeschikt voor het nieuwe leren

Zelfstandig werken en plannen kunnen de hersenen pas na het twintigste levensjaar. Jongeren van 12 tot 18 jaar zijn daarom minder geschikt voor het nieuwe leren.

Dat toont volgens Jelle Jolles internationaal wetenschappelijk onderzoek aan. Jolles is hoogleraar aan de Universiteit van Maastricht en voorzitter van de NWO-commissie Hersenen en leren. Bij jongeren in de leeftijd van 12 tot 18 jaar zijn bepaalde delen van de hersenen nog helemaal niet af. Dan gaat het vooral om de hersendelen die verantwoordelijk zijn voor vaardigheden als zelfstandig werken, plannen, organiseren en structuur aanbrengen. Allemaal vaardigheden waarop in het studiehuis en bij het nieuwe leren in het mbo een zwaar beroep wordt gedaan.
Het tijdschrift Bij de les, magazine voor leerlingbegeleiding en schooldecanaat (juni 2006), publiceerde de bevindingen van Jolles. Hij pleit ervoor de pedagogie in het onderwijs af te stemmen op de ontwikkelingen van de hersenen. Al eerder was bekend dat meisjes op een andere manier leren dan jongens. Meisjes zijn veel ‘taliger’, terwijl jongens meer beeldgericht zijn. Met dat laatste wordt echter geen rekening gehouden. Bovendien ontwikkelen de hersenen van meisjes zich sneller. In zijn algemeenheid vindt Jolles dat de makers van het studiehuis geen rekening hebben gehouden met de hersentechnische mogelijkheden van jongeren. Hij wil de dialoog aangaan met de professionals in het onderwijs op welke manier ze het beste kunnen aansluiten bij de ontwikkeling van de leerlingen. Wat hij in ieder geval benadrukt is de noodzaak van een centrale rol voor de docent, die het leren moet stimuleren. Hij mag er in ieder geval niet van uitgaan dat de leerlingen al tot volwassen gedrag in staat zijn. Een samenvatting van de lezing van J. Jolles is te lezen op www.nvs-nvl.nl.
Van de neuroloog Sarah-Jayne Blakemore verscheen vorig jaar het boek, The Learning Brain, Lessons for Education, dat ze samen met collega Uta Frith schreef. Hun bevindingen komen sterk overeen met die van Jolles, zo blijkt uit een recensie in Times Education Supplement (9 juni 2006). Het is volgens hen de taak van docenten in het voortgezet onderwijs zich te concentreren op het ontwikkelen van de vaardigheden in dat deel van de hersenen dat nog niet uit-ontwikkeld is. Daarbij gaat het om vaardigheden als beslissingen nemen, plannen en meer zaken tegelijk aanpakken. Ook wijzen ze op de grote invloed van de omgeving, waarvoor leerlingen in deze leeftijd extra gevoelig zijn.

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.