• blad nr 11
  • 27-5-2006
  • auteur . Overige 
  • Redactioneel

 

Kwalificatie op niveau

De nieuwe kwalificatiestructuur in het mbo wordt gebouwd rondom het competentiegericht leren. Een manier van leren die past bij de tijd, effectiever kan zijn dan traditioneel leren, veelbelovend is en belangrijke vaardigheden en attitudes moet opleveren. So far, so good. Ook de VVD-fractie is voor het competentiegericht leren in het beroepsonderwijs. Omdat leerlingen in het beroepsonderwijs beter leren door te doen. Daarnaast is het van groot belang dat jongeren vaardigheden opdoen die hen flexibel maken en inzetbaar in veel verschillende werkomgevingen. Kennis veroudert snel, vooral in het beroepsonderwijs. We kennen de voorbeelden van werkgevers die vertellen dat leerlingen leren werken met machines die allang niet meer gebruikt worden. Wij zijn dus zeker niet tegen het competentiegericht leren. Maar, zoals in het hele onderwijs is hét grote probleem hierbij dat er totaal geen bewijs is dat leerlingen inderdaad beter leren. Er wordt te weinig verantwoording afgelegd.
We moeten twee zaken uit elkaar houden: het ‘wat’ en het ‘hoe’. Het ‘wat’ laat een verschuiving van kennis naar vaardigheden zien, het ‘hoe’ van klassikaal naar praktijkgericht. Er vindt dus ook een verschuiving plaats van school naar werkvloer. Daar zit een grens aan. Het onderwijs is verantwoordelijk voor de opleiding en moet dat ook blijven. Dat lijkt er echter niet meer altijd op.
Een ander punt met betrekking tot de kwalificatiestructuur is het vaststellen van de exameneisen. Het bedrijfsleven is niet betrokken bij het formuleren van die eisen. De tendens is, volgens onderzoek door MKB Nederland, dat bedrijven steeds meer de rol van opleider overnemen en de school steeds meer de rol van coach op zich neemt.
Het MKB zou wel meer betrokken kunnen worden bij de kwalificatiestructuren. Er ligt dus een kans in de samenwerking tussen de groepen die de kwalificatiestructuren opzetten en de mensen die de examinering opstellen.
De vraag die MKB Nederland opwerpt over het niveau van de startkwalificatie is zeer relevant. Een startkwalificatie heeft nu al een laag niveau, wat is dat over vijf jaar nog waard? In de Lissabon-doelstellingen is de startkwalificatie als uitgangspunt gekozen, maar we moeten daarbij niet uit het oog verliezen dat dit een laag niveau is. Dat betekent dat we onze ambities op termijn misschien moeten aanpassen en niet langer genoegen nemen met de startkwalificatie.

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.