• blad nr 11
  • 27-5-2006
  • auteur . Overige 
  • Column

 

Ontkenning

‘Wie anno 2005 naar het onderwijs kijkt, ziet goede scholen, gemotiveerde en professionele leerkrachten en gemiddeld goed presterende leerlingen en studenten.’ Zo begint het Onderwijsverslag 2004/2005. Deze constatering wijst op een geweldige prestatie van de mensen die werken in het onderwijs, want de omstandigheden zijn bepaald niet altijd gunstig: maatschappelijke problemen hebben allemaal hun doorwerking op school, veel bureaucratie zit het eigenlijke onderwijsproces in de weg en de bekostiging is sober.
Het is dan ook geen wonder dat de Onderwijsinspectie ook hardnekkige problemen constateert: een te groot aantal zwak lezende leerlingen, een groeiende groep voortijdige schoolverlaters en een snel vergrijzend lerarenkorps. Minister Maria van der Hoeven neemt er kennis van, maar toont weinig ambitie om deze problemen aan te pakken. Zij stelt dat een hoger niveau na afloop van de basisschool voor een deel van de leerlingen gewoon niet haalbaar is, schermt bij het voortijdig schoolverlaten met een ander, gunstiger onderzoek dan dat van de inspectie en schuift de verantwoordelijkheid voor het komende lerarentekort door naar de scholen. Daarmee valt ze de inspectie feitelijk af.
Wat opvalt is dat bij deze minister achter het gebrek aan daadkracht een gebrekkige analyse schuilgaat van de eigenlijke problemen. Ik heb al eerder gesteld dat het onderwijs zich te veel moet richten op het gemiddelde kind. Daardoor gaat er onvoldoende aandacht naar kinderen die onvoldoende leren lezen. Daardoor vallen zwakbegaafde, hoogbegaafde en anders begaafde leerlingen te makkelijk buiten de boot. Dat heeft veel te maken met de randvoorwaarden waaronder de leerkrachten hun werk moeten doen. En dat moet de politiek zich dus aantrekken. Daarom had de klassenverkleining bijvoorbeeld moeten worden doorgezet. Het komende lerarentekort heeft ook niet te maken met een slechte personeelsplanning, maar met de relatief ongunstige arbeidsvoorwaarden voor het onderwijspersoneel.
Natuurlijk moeten we geen beeld oproepen alsof er niets deugt van het Nederlandse onderwijs. Maar het onderwijs is er niet mee gediend als we de problemen ontkennen en voor ons uitschuiven. De politiek moet het onderwijs in staat stellen de problemen aan te pakken en op te lossen. Het onderwijs en de leerkrachten moeten een belangrijke rol krijgen bij het vaststellen van de wijze waarop dat het beste kan.

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.