- blad nr 11
- 27-5-2006
- auteur L. Douma
- Redactioneel
Wie het kan betalen, koopt goede scholing
Luzac bestaat al meer dan twintig jaar en heeft achttien vestigingen in Nederland en één op Curaçao. Op de scholen kun je de laatste twee jaar in één jaar doen. Kleinschaligheid is een pijler van de particuliere onderwijsinstelling. Geen enkele Luzac-school telt meer dan 180 leerlingen. In de klassen zitten niet meer dan vijftien leerlingen, die elke dag van negen tot vijf naar school gaan. “Ook het huiswerk wordt op school gemaakt”, vertelt algemeen directeur Anton Busselman. “Spanning is voor school, ontspanning voor thuis.”
Deze filosofie wordt ook gehanteerd op de nieuwe Luzac-lycea: de volledige opleidingen voor vmbo-t en havo/vwo, die na de vakantie in zeven plaatsen beginnen. “Het onderwijs zal zich richten op de persoonlijke behoeften van leerlingen. Veel kinderen hebben hiaten in hun kennis. Halen er niet uit wat erin zit, simpelweg doordat ze niet goed weten hoe ze moeten leren, daarmee gaan wij ze helpen.” Daarnaast gaat de aandacht uit naar opvoeden en sociale vaardigheden.
Een jaar op een Luzac-lyceum kost ouders 11.500 euro. “In Rotterdam bijvoorbeeld zijn maar een paar echt goede scholen. Die hebben dan ook wachtlijsten. Als kinderen niet op een goede school terechtkunnen en ouders het zich kunnen permitteren, kiezen ze voor particulier onderwijs”, stelt Busselman. De laatste vijf jaar groeiden de versnelde opleidingen van Luzac met 8 procent per jaar naar een totaal van 1500 leerlingen. De directie van Luzac verwacht binnen vijf jaar twee keer zoveel leerlingen te hebben. De leerlingen van de lycea krijgen in een ander gebouw les dan de leerlingen van de versnelde opleidingen. Zo wordt de kleinschaligheid niet aangetast. “Nu al hebben 150 zeer geïnteresseerden zich voor het lyceum gemeld. Ik had verwacht dat er ook interesse zou zijn voor de brugklas. Maar je ziet dat de meeste aanmeldingen voor de bovenbouw van havo/vwo zijn.” Probleemleerlingen? Busselman: “Ik vind het pas een probleem als een kind zich niet gezien voelt. En dat gaat voor veel van deze kinderen wel op, ja. Maar dat is meer een probleem van het reguliere voortgezet onderwijs. Als kinderen eenmaal de juiste aandacht krijgen, presteren zij beter.”