- blad nr 11
- 27-5-2006
- auteur G. van der Mee
- Opinie
Rekenkamer kraakt beleid tegen schooluitval
De maatregelen in het plan van aanpak Aanval op de uitval, dat in november 2005 werd gepresenteerd, zijn bijna allemaal al eens eerder voorgesteld. Een goed voorbeeld is de zoektocht naar succesvolle praktijkvoorbeelden. Onderzoeksbureau Sardes kreeg al in 1996 de opdracht om in de regio good practices te inventariseren. Deze werden vervolgens in de vorm van een almanak gepubliceerd. Nooit werd onderzocht of dit instrument de schooluitval terugdrong. In 2003 werd het project stopgezet, in 2005 werd het onderzoek naar praktijkvoorbeelden opeens weer opgepakt. De eerste aanbeveling van de Rekenkamer luidt dan ook: Toon lerend vermogen. Het ministerie moet de effectiviteit van de maatregelen eerst onderzoeken alvorens ze opnieuw in te zetten.
Een tweede punt waar de Rekenkamer op stuitte, was het jarenlange gemodder met de registratie van de schoolverlaters. Hoewel hierover in allerlei andere onderzoeken al opmerkingen waren gemaakt, werd er nooit studie gedaan naar alternatieven voor een betere registratie. Momenteel zijn er 57.000 uitvallers, in 2002 was bedacht dat acht jaar later dat aantal met de helft moest zijn teruggebracht. Die doelstelling wordt niet gehaald, zoveel is nu al duidelijk. ‘Het schiet allemaal niet op’, stelde een van de onderzoekers van de Rekenkamer, Gerrit de Jong, in de Volkskrant van 18 mei. ‘We dachten, we zeggen het maar eens hardop, misschien dat het helpt.’
In een reactie op het rapport laat minister Van der Hoeven weten het eens te zijn met de aanbevelingen van de Rekenkamer. Volgens haar is een deel ervan al opgenomen in het nieuwe rapport ‘Aanval op de uitval’, dat begin deze maand verscheen.