• blad nr 11
  • 27-5-2006
  • auteur L. Douma 
  • Redactioneel

 

Plusleraar weer in het zadel



Het project plusleraar start weer. Basisscholen die vanaf augustus vorig jaar geen geld meer krijgen voor een bovenformatieve plaats, ontvangen tot 1 augustus 2008 toch weer subsidie – zij het minder.

Het project plusleraar werd in 2001 in het leven geroepen door het Vervangingsfonds en het Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt (SBO). Scholen kregen extra formatie om verzuim intern op te vangen. Tijdens de dagen dat de plusleraar niet nodig was, kon deze andere taken verrichten, zoals het begeleiden van nieuw personeel of van leerlingen die extra hulp nodig hebben. Vrijwel altijd werd een ervaren leraar benoemd tot plusleraar. Op de deelnemende scholen kregen beginnende leraren een eigen, vaste groep. Zo hoopten SBO en het Vervangingsfonds dat vervanging niet langer gezien werd als ‘ondergeschikt’ werk voor starters.
Na een eerste proefproject volgde de afgelopen jaren een flinke uitbreiding van het project. Vorig schooljaar deden 33 schoolbesturen mee met 190 scholen waaraan in totaal 346 plusleraren waren aangesteld. Het project was succesvol. Uit Min of meer plus, een onderzoek van ITS Nijmegen uit 2004, bleek dat het plusleraarschap goed was voor de rust in de school en voor de kwaliteit van de vervangingslessen. Het ziekteverzuim daalde bovendien met 4,4 procentpunt.
Toch kregen de deelnemende scholen vanaf augustus vorig jaar geen geld meer voor het project. De financiële problemen bij het Vervangingsfonds waren de oorzaak. Na aanhoudende druk van onderwijsorganisaties waaronder de AOb heeft de minister van Onderwijs nu toegezegd toch weer geld vrij te maken voor de plusleraar. Scholen die al deelnamen aan het project, konden zich aanmelden bij SBO. Schoolleiders die dat gedaan hebben, krijgen vanaf 1 augustus 2005 tot 1 augustus 2008 met terugwerkende kracht weer geld voor hun plusleraren – zij het minder. In totaal hebben dertien besturen zich gemeld. ‘De belangrijkste reden voor de overige schoolbesturen om niet mee te doen is het door hen ingeschatte financiële risico’, schrijft minister Maria van der Hoeven in een brief aan de Tweede Kamer.
Scholen die deelnemen aan het voortgezette project krijgen namelijk een gefixeerd budget en daarmee moeten zij alle vervanging bekostigen. Uitgaven boven dat budget kunnen bij niet-beïnvloedbaar verzuim niet meer bij het Vervangingsfonds gedeclareerd worden. De hoogte van het gefixeerde budget is gebaseerd op het budget van 2004/2005. Gedurende de looptijd van het hervatte project wordt de subsidie afgebouwd.
Omdat de subsidie voor de plusleraar vanaf dit schooljaar was stopgezet, zijn de meeste plusleraren elders ingestroomd. Als het bestuur van deze leraren weer wil deelnemen aan het project, moeten ze óf de oude plusleraar weer aanstellen óf een nieuwe aantrekken. Het is niet geoorloofd het geld op een andere manier in te zetten, bijvoorbeeld door de vervangingspool uit te breiden.

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.