- blad nr 9
- 29-4-2006
- auteur W. Dresscher
- Opinie
Georganiseerd wantrouwen
‘Politici staan met hun rug naar het onderwijs.’ Nu denk ik dat als vakbondsvoorzitter zelf ook regelmatig, maar het is toch bijzonder om dat uit de mond van een oud-politicus te horen. Voormalig minister Jo Ritzen, inmiddels bestuurder bij de Universiteit Maastricht, was te gast op de algemene vergadering van de Algemene Onderwijsbond. Hij vond dat ‘Den Haag’ zich zelden bezighoudt met de echte thema’s en zich te veel bemoeit met details. En dat is helemaal waar.
In de Tweede Kamer praten minister en parlementariërs vaak over onderwijs. De onderwerpen kunnen verschillen, maar de toon is vaak hetzelfde. Wat scholen allemaal moeten. Wat leraren allemaal fout doen. En dat ze het anders moeten doen. Want de opvatting op ministerie en in parlement is toch dat men het daar beter weet. Scholen en onderwijspersoneel moeten luisteren. En als ze dat niet doen, moeten de duimschroeven worden aangedraaid, dan zal de inspectie voortaan boetes gaan uitdelen. Maar zo werkt het niet. Krijg je beter onderwijs door boetes uit te delen? Welnee. Beter onderwijs krijg je door vertrouwen te geven aan de mensen die het werk moeten uitvoeren.
In het onderwijs zelf is een proces aan de gang om leerlingen meer eigen verantwoordelijkheid te geven. Hun eigen weg te laten zoeken in de boeiende wereld van kennis. Wat mij dan steeds weer opvalt is dat diezelfde mensen op geen enkele wijze bereid zijn vertrouwen te schenken aan leraren. Sterker nog, in de wereld van het onderwijs heeft zich boven de school een kolossale piramide van wantrouwen ontwikkeld. De directeur van de school is veelal van mening dat hij zich moet bemoeien met leraren om hun de laatste onderwijsmodes op te dringen. Hier is de druk van het wantrouwen nog beperkt door de persoonlijke relatie tussen beiden, wat de scherpe kantjes er misschien van afhaalt. Boven de directeur, bij schoolbestuur en inspectie wordt het al serieuzer. Belangrijke maatschappelijke belangen staan immers op het spel.
Ministerie en politiek doen er nog een schepje bovenop: de leraar is niet in staat tot enig goed en geneigd tot alle kwaad. Een stelling die bevestigd wordt door een heel legertje van onderwijskundigen, pedagogische centra en onderwijsgoeroes. Raden van toezicht, toezichtskaders, integraal schooltoezicht, accreditatie - allemaal georganiseerd wantrouwen, waar menigeen een goede boterham aan verdient.
En dan begrijp ik de politiek helemaal niet meer. Onderwijsminister Van der Hoeven hevelt onder de titel van deregulering allerlei taken en bevoegdheden over naar de schoolbesturen. Als onderwijsbond hebben we jarenlang gewaarschuwd dat daarmee de bureaucratie niet verdwijnt, maar terugkeert in de vorm van nieuwe dikke managerslagen bij scholen. Meer vrijheid van het ministerie betekent vooral meer vrijheid voor schoolbesturen, niet voor de mensen in de klas. Topsalarissen voor onderwijsbestuurders, stafbureaus die meer regels bedenken dan er verdwijnen.
De minister is daar ook achter gekomen. In de Volkskrant kondigde zij een tegengif aan: een bureaucratiemeter van de overheid. De ene bureaucratie gaat de andere controleren. Dat zal een feest worden. Ritzen had gelijk. Politici staan met hun rug naar het onderwijs.