- blad nr 9
- 29-4-2006
- auteur A. Kersten
- Redactioneel
Nederlands hoeft niet
Opschudding in de Tweede Kamer en daarbuiten, na berichten in de Telegraaf over het schrappen van het vak Nederlands. Uitgerekend het mbo, dat verhoudingsgewijs veel leerlingen met taalproblemen kent. De roep van politici om Nederlands toch vooral in het vakkenaanbod te houden klinkt.
Bij het ministerie van Onderwijs moesten ze maandagochtend nog even op een rijtje zetten hoe het ook alweer zat. “Wij bepalen de eindtermen: wat je moet kunnen”, aldus een woordvoerder. “Maar hoe je die bereikt, is aan het mbo. Als je van school komt moet je wel een sollicitatiebrief kunnen schrijven. Maar wij hebben geen lijstjes met lesroosters.”
Het vak Nederlands hoeft niet. Volgens Els Leenders van leerplaninstituut SLO is er niet zoveel nieuws onder de zon. Nederlands wordt niet opeens geschrapt, maar levert als zelfstandig vak al jaren geleidelijk meer ruimte in. Dat komt door de heersende gedachte dat leerlingen juist leren als ze met de praktijk bezig zijn, en daarbij zien waar ze hun taalvaardigheden voor nodig hebben. Een leerling met taalproblemen wordt door de praktijkdocent doorverwezen naar extra bijles, als het goed is. “Ze moeten natuurlijk wel een boodschap kunnen overbrengen”, aldus Leenders.
Toch heeft ze ook haar zorgen. Want kunnen praktijkdocenten dat er zomaar bijnemen? “Als je het goed organiseert, dan zie ik er niet zo’n probleem in. Maar ik ben wel bezorgd of dat ook gebeurt en of die docenten daar dan ook tijd voor krijgen. Op dit moment zie ik dat roc’s moeite hebben taal een plaats te geven in het praktijkonderwijs.”
En de docent Nederlands dan? Die verdwijnt niet, stelt Leenders. Die krijgt een andere rol: bijlessen, zijn discipline aan andere vakken koppelen, collega’s coachen. “Hij krijgt juist heel veel te doen.”