- blad nr 4
- 18-2-2006
- auteur R. Voorwinden
- Redactioneel
Verzelfstandiging openbaar onderwijs verloopt chaotisch
“Openbare scholen die zijn verzelfstandigd, worden op dit moment overladen met problemen. De bruidsschat is vaak niet goed geregeld, waardoor de scholen een rampzalige inboedel meekrijgen van de gemeente. En de gemeenten hebben vaak rampzalige politieke afspraken gemaakt, die de scholen helemaal niet kunnen nakomen. Dit gaat op een fors aantal plaatsen mislopen.” Adri Rooijakkers, directeur van de basisschool de Tovercirkel in Heerlen en secretaris van de Avmo, de afdeling voor openbaar onderwijs van de AOb, luidt de noodklok over de privatisering van het openbaar basisonderwijs.
Die privatisering is op dit moment overal in het land gaande. Van Zierikzee tot Franekeradeel, via Gouda, Hulst, Steenwijkerland, Meppel, Waalwijk, Twello, Aalsmeer, Bos en Lommer, de Baarsjes en Osdorp, van Bodegraven, Breda, Renkum en Uithoorn tot Opsterland, van Schouwen-Duiveland tot Oost-Groningen: door het hele land zijn gemeenten druk bezig het openbaar onderwijs te privatiseren of, zoals dat heet, 'op afstand te zetten'.
De reden daarvoor is dat de gemeenten, in vaktermen, af willen van hun ‘dubbele pet’. Want in de traditionele situatie draagt de gemeente de verantwoordelijkheid voor het hele basisonderwijs in de regio, maar vormt ze tegelijkertijd zelf het bestuur van het openbare onderwijs. Om daar een einde aan te maken wordt het openbare onderwijs nu op veel plaatsen ondergebracht in een zelfstandige stichting, zodat deze scholen dezelfde positie krijgen als het bijzondere onderwijs.
Die verzelfstandiging gaat echter allesbehalve gesmeerd. Dat komt onder andere door de komst van de lumpsumbekostiging voor het basisonderwijs. Scholen krijgen daardoor veel meer financiële verantwoordelijkheid, maar dat brengt ook financiële risico’s met zich mee. Kleine scholen kunnen die moeilijk dragen, vandaar dat de privatisering vaak wordt aangegrepen om kleine openbare basisscholen te laten fuseren, bijvoorbeeld met openbare scholen in buurgemeenten.
Het levert ellenlange besprekingen op waarbij, zoals in elk fusieproces, aan de ene kant van de weegschaal het lonkend perspectief van meer financiële armslag ligt en aan de andere kant de angst tot verlies van ‘identiteit’, het verlies van leerlingen en de vraag of de bestuurders elkaar persoonlijk een beetje zien zitten.
Op de rails
In Noordwest-Overijssel hebben de openbare scholen in de gemeenten Steenwijkerland en Zwartewaterland bijvoorbeeld een behoorlijke paringsdans achter de rug. Steenwijkerland haakte eerst af bij Zwartewaterland, waarna Zwartewaterland zich tot Zwolle wendde, maar Zwolle fuseerde met Hattem, Ommen en Dalfsen en wilde die fusie eerst consolideren. Waarna Zwartewaterland alleen kwam te staan maar uiteindelijk toch wel met Steenwijkerland verder bleek te kunnen.
In Breda wilden de openbare scholen eerst aanhaken bij de bijzondere scholen in de stad, maar dat liep spaak. Waarna het openbare onderwijs in Oosterhout in beeld kwam, maar dat ging ook mis, waarna Breda zich nu gaat aansluiten bij een fusie tussen het openbare onderwijs in Dongen, Geertruidenberg, Loon op Zand en Waalwijk. En in Delfzijl versleten de openbare scholen, in de aanloop tot de verzelfstandiging, in zes jaar tijd vijf bovenschoolse directeuren.
Dat zijn alleen nog maar de perikelen tussen de scholen onderling. Want ook de lokale politiek bemoeit zich graag met de verzelfstandiging, wat de zaak er niet eenvoudiger op maakt. In Hengelo kwamen de directeuren van de openbare basisscholen in botsing met de wethouder, die naar de zin van de scholen te hard van stapel liep met de verzelfstandiging.
In Tiel wordt al jaren gewerkt aan een verzelfstandiging van het openbaar basisonderwijs, maar pas onlangs kreeg de gemeenteraad te horen dat het openbaar onderwijs zou gaan fuseren met het katholieke schoolbestuur. Dat zou het openbare karakter van de scholen bedreigen, vond de gemeenteraad. De wethouder, die ook pas in een laat stadium van de fusie hoorde, kwam zwaar onder vuur te liggen.
In Apeldoorn legde bestuursvoorzitter Gert-Jan Kleinpaste van het openbaar onderwijs vorig jaar zijn functie neer na een ruzie met de gemeenteraad. De verzelfstandiging stond toen al helemaal op de rails. “We waren overal uit: de bruidsschat, de reserves, alles.” Maar de gemeenteraad wilde zich volgens Kleinpaste teveel met de openbare scholen blijven bemoeien. “Ze wilden een vinger in de pap bij het benoemen van de bestuursleden. Dat vind ik geen zuivere lijn: of je zet scholen op afstand, of je doet het niet.”
Kleinpaste heeft de stellige indruk dat de politiek in deze zaak ‘vooral met zichzelf bezig was’. “Het verhaal gaat dat de gemeenteraad zich ergerde aan het grote aantal D66-bestuurders bij het openbare onderwijs. Wat op zich niet klopt. Want men kent mij wellicht uit mijn periode bij D66, maar ik sta alweer jaren op de lijst van GroenLinks.” Inmiddels is een nieuw bestuur aangetreden. “Maar het hele proces heeft de verzelfstandiging vertraagd en geschaad”, vindt Kleinpaste.
Rare kronkels
Verder doet de politiek bij de verzelfstandiging vaak beloften die de scholen niet kunnen nakomen, vindt schooldirecteur en AOb-bestuurder Rooijakkers. “Hier in Heerlen heeft de gemeente beloofd dat er geen openbare lesplaatsen worden gesloten. Maar vervolgens moeten de openbare scholen zelf maar zien hoe ze dat regelen. De gemeente doet dus politieke uitspraken die de op afstand gezette scholen financieel of organisatorisch bijna niet kunnen nakomen. En waardoor de geprivatiseerde partijen dus ook de concurrentie niet goed kunnen aangaan. Het lijkt bijna de verzelfstandiging van het Engelse openbaar vervoer.”
Ook de hoogte van de bruidsschat die de openbare scholen mee moeten krijgen om voortaan hun eigen boontjes te kunnen doppen, vormt in het hele land een bron van ruzie en onduidelijkheid. De bruidsschat bestaat uit twee onderdelen: in de eerste plaats moet de gemeente met een bedrag voor bestuurskosten over de brug komen. Want tot aan de privatisering werkte het gemeentelijk apparaat voor de openbare scholen, maar daarna moeten de scholen voor veel zaken een administratiekantoor inhuren en bestuurders betalen.
Bovendien moeten de scholen zonodig een bedrag mee krijgen om het onderhoud op peil te brengen: van het meubilair, van de onderwijsmethoden en soms ook van het schoolgebouw. Dat laatste is lastig in kaart te brengen, zegt Rooijakkers van de AOb. “Het schoolbestuur wordt verantwoordelijk voor de binnenkant van het gebouw, de gemeente blijft verantwoordelijk voor een deel van de buitenkant. Wel voor het dak, maar niet voor bijvoorbeeld de zonwering. Daar zitten rare kronkels in.”
Te klein
Als het bedrag voor achterstallig onderhoud in kaart is gebracht, komt er een addertje uit het gras. Want dit laatste bedrag moet wettelijk ook worden doorbetaald aan het bijzonder onderwijs in een gemeente, en dat gaat in de papieren lopen. Dat merkten de gemeenten Barendrecht en Ridderkerk, waar 600.000 euro nodig was om de verzelfstandiging van het openbaar onderwijs te bekostigen. De bijzondere scholen wilden een zelfde bedrag hebben en daarop strandde de verzelfstandiging vorig jaar.
In Franekeradeel werd het openbaar onderwijs al begin 2003 verzelfstandigd, maar daar kregen de openbare scholen veel te weinig geld mee om de eigen broek echt op te kunnen houden. De onderhandelingen werden heropend, de openbare scholen krijgen nog eens 355.000 euro nagestort – waar de bijzondere scholen nu ook aanspraak op gaan maken.
Het openbaar onderwijs in Terneuzen en Hulst is twee jaar geleden verzelfstandigd. Daar was de bruidsschat volgens bovenschools manager Jan Jonkman wèl groot genoeg. Maar deze scholen hebben een ander probleem: ze willen verder uitbreiden, maar mogen niet. Jonkman: “Wij hebben prognoses laten maken en op basis van verwachte leerlingenaantallen zouden wij twee scholen kunnen openen in de dorpen Clinge en Sint-Jansteen.” Volgens de gemeente zijn die de dorpen echter te klein om er naast de katholieke school ook nog een openbare te openen. “Ze nemen onze aanvraag niet eens in behandeling”, zegt Jonkman. “Dat beschouwen wij als zeer oneerlijk.”
Lege beurs
Grote vraag is nu hoe het verder moet met de verzelfstandiging van het openbare onderwijs. Is er zonodig nog een weg terug? Klaas te Bos, beleidsmedewerker van de besturenorganisatie Vos-ABB, denkt dat dat niet nodig is. "Maar de praktijk laat wel zien dat de verzelfstandiging een hele klus is. Het ontvlechten van de voorzieningen en financiën doe je niet op een achternamiddag.”
Schooldirecteur en AOb-bestuurder Adri Rooijakkers ziet twee mogelijkheden voor de openbare scholen. “Ze moeten aanhaken bij het bijzondere onderwijs, maar dat heeft het risico dat het openbare onderwijs geheel verdwijnt in de betreffende regio. Dat zou niet mijn voorkeur hebben. De beste mogelijkheid is dat de openbare scholen fuseren, indien nodig met scholen van buurgemeenten, zodat er grote en krachtige besturen ontstaan. Maar daarvoor zullen vooral buiten de randstad wat heilige huisjes moeten sneuvelen. Want het ene dorp ziet het andere soms niet zitten - vergelijk het met Ajax en Feyenoord.”
Rooijakkers wil de perikelen rond de verzelfstandiging nu gaan aankaarten bij de Tweede Kamer. “Zien de politici wat er gebeurt? Zien ze hoe chaotisch het proces verloopt? Zien ze dat besturen en de gemeenten rollebollend over straat gaan? Waardoor de scholen zich niet fatsoenlijk kunnen voorbereiden, en dus met een relatief lege beurs aan de lumpsum beginnen? Als die problemen niet worden opgelost, zal het openbare onderwijs in veel gemeenten van de kaart verdwijnen. Ik vraag me af of de politiek daar nog verantwoordelijk voor wil zijn.”