• blad nr 4
  • 18-2-2006
  • auteur G. van der Mee 
  • Redactioneel

 

Je bevoegdheid halen is een soort kansspel

De minister van Onderwijs stelde aan de grote steden extra geld beschikbaar om de onbevoegden te scholen. Zij wist toen nog niet dat een bevoegdheid halen zoiets is als meedoen aan een kansspel. Woon je in Utrecht en werk je in het vmbo? Bingo! Er is veel maatwerk, de kans om te slagen is groot. Werk je in Amsterdam of Rotterdam? Helaas, dat wordt zwoegen, al hangt dat ook weer af van het vak dat je koos.

Op dit moment is de situatie wat minder nijpend. “We hebben niet meer van die panieksituaties, zoals een paar jaar geleden”, zegt mevrouw Houtman, verantwoordelijk voor het personeelsbeleid bij het Nova College, een grote scholengemeenschap in Rotterdam. “We hebben nu op alle vestigingen enkele onbevoegden, het loopt vrij goed.” Die geluiden zijn ook elders te horen. Op het Amsterdamse Berlage Lyceum herinnert conrector Herman Engering zich dat er tijden waren dat ze het ene gat met het andere moesten vullen. Nu nemen ze alleen nog onbevoegde docenten aan wanneer die een ‘waardevolle bijdrage’ aan de school kunnen leveren. “We spreken af dat ze zo snel mogelijk hun bevoegdheid halen, wij betalen hun studie dan.”
Een windstilte dus, veroorzaakt door een gunstiger situatie op de arbeidsmarkt. Toch is het aantal onbevoegden, vooral in het vmbo, nog steeds erg groot.

Ontslagen
Om de onbevoegden in het voortgezet onderwijs alsnog hun bevoegdheid te laten halen, sloot de minister in maart 2004 een convenant met de vier grote steden plus Almere voor een specifiek scholingstraject. Extra faciliteiten moesten deze operatie mogelijk maken. “Op dat moment dacht iedereen dat er steeds meer onbevoegden zouden komen”, vertelt Hans Verweij, “maar dat gebeurde niet.” In Amsterdam is hij verantwoordelijk voor de scholing van die groep onbevoegden die buiten iedere andere regeling valt. “Je hebt de zij-instromers, waar scholen ook geld voor krijgen, maar die moeten aan een aantal regels voldoen. Deze groep valt daarbuiten, bijvoorbeeld omdat ze net geen hbo-opleiding hebben of al langer dan twee jaar in dienst zijn. Veel van die mensen werden aangenomen omdat ze goed overweg kunnen met vmbo-leerlingen. Van hen volgen er nu veertig tot vijftig deze opleiding.” Het Amsterdams Platform Onderwijsarbeidsmarkt, waarin alle schoolbesturen vertegenwoordigd zijn, zette dit project op. Toch kostte het Verweij nog moeite om voldoende kandidaten te vinden voor de opleiding. “Sommige besturen zeiden dat ze wel twintig of dertig kandidaten hadden, maar daar werden opeens veel onbevoegden ontslagen omdat de groep nieuwkomers - leerlingen die net in Nederland zijn - erg was geslonken.” Tegelijkertijd weet Verweij dat hij niet alle onbevoegden in de stad heeft kunnen overhalen. “Voor veel scholen was het toch een te grote investering om iemand vrij te stellen voor zo’n opleiding. Ze weten dat ze een onbevoegde niet langer dan twee jaar in dienst mogen hebben, maar het verhaal gaat dat de inspectie daar erg makkelijk in is.”

Heel stipt
Volgens Verweij speelt ook mee dat docenten in de onderbouw van het vmbo vaak voor meerdere vakken worden ingezet. De wet voorziet niet in breed opgeleide docenten, daarom is het animo om maar voor één vak een bevoegdheid te halen niet groot. De mensen die wel begonnen zijn, vinden de opleiding een zware opgave. “Het gaat vaak om docenten die al jaren in het onderwijs zitten, ze hebben een drukke baan en thuis allerlei verantwoordelijkheden.” De belangrijkste klacht van de cursisten is dat de opleiding niet is toegesneden op hun huidige praktijk en hun leservaring. Er waren maattrajecten beloofd, maar Verweij is nu constant aan het bemiddelen tussen de cursist en de opleiding. “Dan krijg ik weer een telefoontje dat hij of zij het nu echt opgeeft en dan bel ik weer naar de opleiding of ze alsjeblieft niet zo schools willen doen. Of ik pleit voor een vrijstelling op een bepaald onderdeel. Bij sommige opleidingen, zoals lichamelijke opvoeding en Engels, krijg ik geen klachten, er is dus geen eenduidige aanpak.”
Verweij denkt dat de lerarenopleidingen die het toch al moeilijk hebben vanwege het geringe aantal studenten, zich heel stipt aan de wettelijke eisen houden, omdat ze bang zijn anders de bekostiging mis te lopen. “Ik denk dat het goed is als je het hbo-niveau van zo’n opleiding handhaaft, maar je moet tegelijkertijd oog hebben voor de speciale competenties die je nodig hebt voor het lesgeven op een vmbo. Dan gaat het niet alleen om het vak. Nu zie ik helaas mensen afhaken.”

Mislukt
In Rotterdam mislukte het project, Wim Littooy kan daar kort over zijn. Hij is voorzitter van de Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs (CVO), een groot schoolbestuur in Rotterdam. “Er is weinig gebruik gemaakt van dit speciale scholingsaanbod, dat kwam onder andere omdat de hogescholen niet in staat waren om verkorte trajecten aan te bieden. Het werd allemaal veel te ingewikkeld.” Littooy denkt dat het animo onder docenten ook niet zo groot is omdat er tegenwoordig geen enkele financiële prikkel meer is: een bevoegde docent verdient evenveel als een onbevoegde. “Schoolbesturen gaan er bovendien van uit dat de inspectie toch wel akkoord gaat met de onbevoegden. Voor ons bestuur is het ook een formaliteit, ieder jaar vullen wij weer formulieren in voor honderd tot 150 onbevoegden, we wachten het antwoord niet eens meer af. Zolang er een tekort is op de arbeidsmarkt heeft de inspectie ook niet veel keuze. Maar zodra daarin iets verandert, moeten de onbevoegden plaatsmaken voor bevoegde docenten.” Vooralsnog ziet hij dat niet gebeuren: Rotterdam verliest nog steeds veel docenten aan de buitengemeenten. “De huidige windstilte geeft een akelig vertekend beeld. Over vijf jaar zal zich weer een fors tekort voordoen door de uitstroom van ouderen.” Daarom wil hij duale trajecten: opleiden in de school, eigen kweek van docenten. Voorwaarde is volgens hem dat de hogescholen hun aanbod in modulen aanbieden. Ook de andere grote steden zijn druk bezig met het zelf opleiden van docenten.
Utrecht vormt de uitzondering. Daar is de kans groot dat je als onbevoegd vmbo-docent via een maatwerktraject je bevoegdheid haalt. Projectleider Peter Lorist is in ieder geval heel tevreden. “Ik verwacht dat we eind dit jaar kunnen afsluiten en dat er dan zo’n veertig mensen bevoegd zijn.” Volgens Lorist ligt het vooral aan de samenwerking tussen de besturen en de opleidingen dat het goed is gegaan.

Scheikundeleraar Jesse Bos

“Niet zo lang geleden zat ik zelf als leerling in de klas. De school was misschien anders, maar de instelling van de leerlingen is precies hetzelfde.” Jesse Bos (27) wil daarmee maar zeggen dat hij, ook al is hij nog niet bevoegd, wel weet hoe hij met de leerlingen om moet gaan. Hij geeft scheikunde en natuurkunde op het Berlage Lyceum in Amsterdam.
Hij koos zijn studie scheikunde indertijd vanwege zijn interesse voor het vak, nog niet met het idee om les te gaan geven. “Toen ik klaar was met mijn studie, bleef ik lesgeven op een huiswerkinstituut. Iemand wees mij op deze baan, dat is nu drie jaar geleden.” Hij was weliswaar onbevoegd maar door het huiswerkinstituut bekend met de stof en met de jongeren aan wie hij les moest geven. Over het allereerste begin is hij neutraal: “Het viel niet mee en niet tegen.” Na drie jaar voelt hij zich al behoorlijk ervaren: “De ergste tijd heb ik gehad.” In de opleiding die hij volgt om zijn bevoegdheid te halen, zitten wel goede punten. “Het is goed om een theoretische onderbouwing over het leren te krijgen, daar heb je wel wat aan.” Aan de andere kant vindt hij dat er ook veel flauwe opdrachten gedaan moeten worden. “Dat maakt het dan toch bewerkelijk.”

Leraar handel en administratie Maarten van Mieghem

In april 2002 begon Maarten van Mieghem (48) als docent handel en administratie op het Vader Rijncollege. “Die eerste weken waren afschuwelijk, dat kwam ook omdat ik midden in het jaar begon en vóór mij waren er al twee afgehaakt. Dus de leerlingen vroegen direct: Meester, hoe lang denkt u te blijven?” Hij werkte als zelfstandige, maar de zaak liep op dat moment niet zo goed, vandaar dat hij een baan in loondienst zocht. Het was voor hem niet mogelijk als zij-instromer een opleiding te volgen, omdat zijn vooropleiding niet erkend werd. Pas vorig jaar kon hij via een speciaal Utrechts project beginnen met het halen van zijn tweedegraads bevoegdheid.
Van Mieghem is niet de enige onbevoegde op het Vader Rijn die de opleiding volgt. “Wij hebben een begeleider van de Hogeschool Utrecht die twee dagen per week meeloopt. Verder wordt er samengewerkt met de Fontys hogeschool in Tilburg vanwege mijn studierichting.” Van Mieghem is tevreden. “De echte deeltijdopleiding was voor mij ondoenlijk geweest, omdat ik iedere dag heen weer naar Deventer rijd. Ik heb daar nog steeds een zaak waar het inmiddels weer goed mee gaat.” Eind dit jaar hoopt hij zijn bevoegdheid op zak te hebben.

{kadertjes}

Nooit in vaste dienst

In het voortgezet onderwijs wordt volgens de cijfers van Onderwijsinspectie 13 procent van de lessen door leraren gegeven die niet bevoegd zijn voor dat vak. Een kwart van de economielessen wordt door onbevoegden gegeven. Bij wiskunde, techniek, verzorging en maatschappijleer liggen de percentages tussen de 13 en 19 procent. Het aantal onbevoegden ligt het hoogst bij het vmbo, in de grote steden kan dat oplopen tot 20 procent. Bij havo/vwo is het percentage het laagst (6 procent onbevoegde lessen).
De inspectie moet ontheffing geven aan de school. Een onbevoegde mag nooit in vaste dienst worden genomen. Officieel mag een school een onbevoegde maar twee jaar in dienst hebben. Een onbevoegde verdient niet minder dan een bevoegde docent.

Zinnige didactiek

Een 27-jarige docent economie (een kwart van de economielessen wordt door onbevoegden gegeven) in Rotterdam had een studie bestuurskunde afgerond. Hij werkt alweer een aantal jaren onbevoegd bij een scholengemeenschap. “Ik had gedacht dat ze door mijn opleiding wat soepeler zouden zijn, maar ik moest toch nog vijf verschillende vakken economie doen. Voor mezelf is dat misschien nog interessant, maar voor mijn lessen heb ik dat echt niet nodig. Nu begin ik met didactiek, dat is natuurlijk wel weer zinnig.” Hij doet de opleiding om een vast contract te krijgen, maar het grote tekort aan economiedocenten wordt volgens hem op deze manier niet opgelost.

Bezigheidstherapie

Een 46-jarige docent die natuurkunde geeft op het vmbo, is bezig zijn bevoegdheid wiskunde te halen. Hij vindt de opleiding in Amsterdam een gebed zonder eind “Het is meer een soort bezigheidstherapie, de eisen worden ook steeds veranderd. Toen ik de opleiding startte hoefden we nog geen portfolio te maken, vorig jaar moest dat opeens wel. Ik had ook het gevoel dat ik tijdens mijn intakegesprek niet de goede persoon getroffen had, ik kreeg veel minder vrijstellingen dan anderen met een vergelijkbare achtergrond.”

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.