- blad nr 3
- 4-2-2006
- auteur G. van der Mee
- Redactioneel
Lumpsum primair onderwijs gaat door
Uit een enquête van de AOb was gebleken dat een kwart van de scholen nog niet in staat is volgend schooljaar te starten met de nieuwe financiering. Vandaar dat de AOb bij de Tweede Kamer had gepleit voor ‘verplichte begeleiding’ van besturen en medezeggenschapsraden. In de Kamer namen enkele partijen dit pleidooi over omdat ook zij grote zorgen hadden over de scholen waar nog onvoldoende is gedaan aan de voorbereiding.
Minister Van der Hoeven wilde geen uitstel van de begindatum van 1 augustus 2006, maar beloofde de Kamer een ‘directe benadering’ van de besturen die achtergebleven zijn. Ze noemde het geen ‘verplichting’ omdat dat weer allerlei nieuwe wetten vereist, maar de besturen moeten aantonen dat ze hun maatregelen hebben genomen. “De besturen ontglippen ons niet”, zo verzekerde zij de Kamer. Voor de medezeggenschapsraden wordt zes ton extra uitgetrokken om ze allemaal te benaderen over de noodzakelijke scholing. Volgens de minister vergt dat heel veel tijd en geduld. “Soms kost het twintig telefoontjes om één MR te achterhalen.”
AOb-bestuurder Liesbeth Verheggen is tevreden over de uitkomst van het debat. “Ik vind dat het recht doet aan de besturen die al heel veel moeite gedaan hebben om alles op orde te krijgen vóór 1 augustus. De minister neemt nu haar verantwoordelijkheid door achterblijvende besturen achter de broek te zitten. Wij hebben in ieder geval niet voor niets ons pleidooi gehouden.”
Mocht het ondanks alle voorzorgsmaatregelen toch misgaan met de financiering van een school, dan is er ook na de invoering van de lumpsum nog een noodfonds met extra geld. Scholen die er duidelijk een potje van hebben gemaakt, komen daarvoor niet in aanmerking. Een onafhankelijke commissie beoordeelt wie er wel een beroep kan doen op dit vangnet.