- blad nr 1
- 7-1-2006
- auteur L. Douma
- Redactioneel
School berispt vanwege sjoemelen met lesuren
De dochter van Pierre Diederen haalde twee jaar geleden haar vmbo-diploma aan het Roermondse Bisschoppelijk College Broekhin. Ondanks het magere aantal uren onderwijs, zegt haar vader. Volgens hem gaf de school haar maar liefst dertig keer per jaar een extra vrije dag. Uiteindelijk gaf Diederen, zelf leraar, examenbegeleiding aan zijn dochter. ‘Steeds weer kan de school haar kerntaak niet verrichten en mag ik als vader de honneurs waarnemen’, schreef hij half december in NRC Handelsblad.
Diederen deed zijn beklag bij de school zelf, bij de leerplichtambtenaar van de gemeente en bij de inspectie. Zonder succes. Dus stapte hij naar de Landelijke Klachtencommissie (LKC). Die gaf hem eind vorig jaar grotendeels gelijk: het Bisschoppelijk College Broekhin heeft de eindexamenleerlingen van de theoretische leerweg van het vmbo ruim vijftig uur te weinig les gegeven. Een vakantieweek was ten onrechte meegeteld als lestijd en er werd niet vijf, maar vier uur wiskunde per week gegeven.
Diederen claimt dat er nog minder uren gegeven zijn. Maar de LKC gaf hem hierin niet gelijk vanwege een verschil van mening over de term ‘onderwijstijd’. Ook Martin Knoop, dagelijks bestuurder van de AOb, vindt die benaming verwarrend. “Wij praten op dit moment met het ministerie over een definitie van het begrip lesuur. Hoeveel uur krijgt een leerling in de tweede fase les wanneer hij na een aantal contacturen zelfstandig bezig is met een project? Hoeveel uur rekent een school voor een kamp? Dat soort zaken moeten duidelijk zijn.”
Autonomie
Een leerling in een examenjaar moet volgens de wet zevenhonderd klokuren les krijgen. Volgens het Onderwijsverslag 2003/2004 haalt dertig procent van de scholen door lesuitval en gebrekkige roosters die norm niet. “Wanneer je scholen meer autonomie geeft, zou je ze misschien ook zelf moeten laten beslissen over het aantal lesuren. Maar de AOb vindt het wel terecht dat er minimumeisen aan de verblijfsduur op school worden gesteld. Van Albert Heijn wil je toch ook weten wat de openingstijden zijn?”
De LKC beveelt aan dat de school zichtbaar maakt in hoeverre zij zich houdt aan de normen over onderwijstijden. Ook moet het Roermondse college ouders aan het begin van elk schooljaar informeren over niet-contactgebonden activiteiten tijdens lesuren. Om daadwerkelijk de verplichte zevenhonderd uur te halen, moet de school een vervangingsbeleid ontwikkelen. “Dat laatste is een heel belangrijk punt”, zegt Knoop. “Het onderwijs moet bekwaam en bevoegd personeel achter de hand hebben. Dat kost geld. Ik hoop dat de minister consequenties trekt uit de uitspraak.”