- blad nr 22
- 17-12-2005
- auteur . Overige
- Het juridisch probleem
Inschaling
Voor de functie van de leraar-in-opleiding (lio) geldt geen carrièrepatroon, aanloop- of maximumschaal. Het salaris komt overeen met het deel van de werktijd waarin de lio gemiddeld productieve arbeid verricht en bedraagt bij een normbetrekking aan een basisschool vijftig procent van schaal LA1, te weten €1060,- bruto per maand (loonpeil 1 maart 2003). Aangezien een leraarsfunctie met maximumschaal LA een hoger maximumsalaris en een gunstiger carrièrepatroon oplevert, is er sprake van een bevordering.
Wanneer de benoeming als leraar plaatsvindt in het volgende schooljaar, resulteert dit met toepassing van artikel 90, lid 4 van het Rechtspositiebesluit wpo/wec eveneens in een inschaling in LA1, te weten €2120,- bruto per maand bij een volledige betrekking. Dat is het salarisbedrag dat onmiddellijk is gelegen boven het bedrag dat volgens het bij die vorige functie behorende carrièrepatroon één periodiek hoger is dan het salaris in het voorafgaande jaar. Aangezien betrokkene in zijn lio-functie geen periodieken kon maken, geldt bij de inschaling dus kortweg het naasthogere van het oude salaris.
Wanneer benoeming als leraar in hetzelfde schooljaar plaatsvindt, resulteert dit met toepassing van artikel 90, lid 3 van het Rechtspositiebesluit eveneens in een inschaling in LA1, te weten het bedrag dat onmiddellijk is gelegen boven het bedrag dat hij in zijn vorige functie kreeg. Met toepassing van artikel 156, lid 3 van het Rechtspositiebesluit vindt benoeming als leraar dan plaats tot 1 augustus.
Indien betrokkene in het volgende schooljaar voor langer dan twee maanden wordt benoemd, gaat deze benoeming in op 1 augustus en komt hij in aanmerking voor de 1-augustusperiodiek, waardoor inschaling zal plaatsvinden in LA2, te weten €2162,- bruto per maand bij een volledige betrekking.