• blad nr 22
  • 17-12-2005
  • auteur T. van Haperen 
  • Column

 

De leugen regeert

Ik weet dat je naar de les moet, maar luister even, de zoemer is nog niet gegaan, dit is bijzonder. Gistermiddag, ik zit bij een college voor leraren, een topeconoom vertelt over zijn onderzoek. Effectief betalen met de euro, geldillusie, dat heeft hij met een groep studenten bekeken. Hypotheses verschijnen op het bord, de dataverzameling komt aan de orde en dan: ‘We gaan natuurlijk niet vragen wat mensen vinden. Loopt iemand op de Lijnbaan, weer een enquête, dadelijk gaat de winkel dicht, hij heeft haast, iets anders aan zijn hoofd, meningen zijn vloeibaar. Nee, als we iets willen weten, kijken we wat mensen doen.’
De hoogleraar praat door, doet een experiment, het publiek reageert, de sfeer is geanimeerd. Ik dwaal af, ben er niet meer, één vraag speelt door mijn hoofd: Heeft hij gelijk? Rustig, mijn punt komt zo. Ik zoek voorbeelden in het onderwijs en wow, ze komen vanzelf. Neem de politicus. Die vindt scholen? Precies: autonoom! Maar voor de camera schuift menig Kamerlid achteloos kinderopvang, historisch en cultureel besef, veiligheid, integratie, waarden, normen, ondernemerschap en nu vergeet ik heel veel, op het bord van onderwijsorganisaties. Een ander voorbeeld. De manager vindt de leraar de spil van de organisatie. Wie beloont hij het best? Zichzelf en zijn vriendjes.
Dan dichterbij. Leraar vindt zijn vak belangrijk. Elke vergadering belijdt hij dit geloof. Inderdaad, daar is weinig mis mee. Maar dan de observatie. Hij leest amper, teert op kennis van twintig jaar geleden en in de klas komt na paragraaf 1 gewoon paragraaf 2. Flauw? Kijk dan naar de vernieuwende collega. Die predikt zelfstandigheid en vakoverstijgende vaardigheden. In zijn les praat hij tien minuten, daarna is het werkboeken invullen. Weer een karikatuur? Ah, jij kent alleen integere docenten. De leerling dan maar? Ze vindt haar onvoldoende heel erg, is in tranen, we spreken af na het achtste uur. Om drie uur fietst ze naar huis, als ze langs mijn lokaal komt, kijkt ze de andere kant op, denkt dat ik haar niet zie. Dat herken je natuurlijk weer wel.
Weet je, er gaapt een kloof tussen zeggen en doen, we vinden van alles. Geeft niks, neem het alleen niet altijd serieus, herken de tekst achter de tekst. Wacht, wacht, ik hoor de zoemer ook, dit is niet de conclusie, nu komt het.
Uitvalcijfers, kwaliteitsklachten en lerarentekort zijn reële onderwijsrampen, die jaarlijks in omvang toenemen. En wat doen bewindslieden? Ze weigeren het bord vol te schrijven… vragen aan het veld: ‘Wat vinden jullie?’ Bestuurders, beroepskletsers en netwerkers produceren het voorspelbare antwoord: ‘Geef geld en zeur niet.’ De leugen regeert, het onderwijs is een bodemloze put.
Echt, er moet iets nieuws komen, iets dat bindt, een idee, visie. Zeker, uitkijken, Hitler had ook een visie, maar toch… zonder referentiekader, een nationaal beeld van excellent onderwijs, blijft het watertrappelen in drijfzand. Zolang ze op tijd betalen, zal het je een rotzorg wezen? Hè, hè, eindelijk iemand die de waarheid spreekt!

Dit bericht delen:

© 2025 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.