• blad nr 22
  • 17-12-2005
  • auteur G. van der Mee 
  • Redactioneel

 

Het studiehuis wordt afgeschaft : Of toch niet?

De discussie de afgelopen weken over het studiehuis lijkt sterk op het sprookje ‘De kleren van de keizer’. ‘Minister Van der Hoeven wil een punt zetten achter het studiehuis.’ Welk studiehuis? Wanneer werd dat ingevoerd?

“Deze minister zet een punt achter de basisvorming en het studiehuis, en terecht. Beide erfenissen van haar sociaal-democratische voorgangers deden geen recht aan de onderwijsbehoefte van leerlingen, maar ook niet aan de professionaliteit van leraren. Leraren hebben geen behoefte aan een knellend Haags dictaat, maar vooral aan ruimte om te doen waar zij goed in zijn.”
Aan het woord: Jan de Vries van het CDA tijdens de behandeling van de onderwijsbegroting. Als overijverig propagandist van zijn partijgenoot Van der Hoeven doet hij de werkelijkheid wel erg veel geweld aan. PvdA-woordvoerder Lia Roefs merkte dan ook op dat ‘het studiehuis niet eens in de wet staat’. Vandaar dat het wat lastig is om deze onderwijshervorming nu weer af te schaffen.
Bij de invoering van de tweede fase in het voortgezet onderwijs, waarbij de scholen gingen werken met profielen, werd het studiehuis als didactisch concept aangeraden, niet voorgeschreven. Veel scholen hebben hun eigen invulling gegeven aan de formule van zelfwerkzaamheid onder begeleiding van de docent.
In het evaluatierapport ‘Zeven jaar tweede fase’ klagen docenten op de universiteiten over het kennisniveau van de leerlingen. Die klachten sloten aan op de discussie die al een tijdje vooral in de media aan de gang was, namelijk dat door het nieuwe leren het niveau van de leerling daalt. ‘Ze leren niets meer tegenwoordig’, luidt de wat populistische slogan die de ronde doet. Kennelijk vond Van der Hoeven het een mooi moment om ook een duit in het zakje te doen. In een interview met de Volkskrant (16 november) laat ze weten dat ze een eind wil maken aan een ‘doorgeschoten’ onderwijsvernieuwing. Dat leidde tot de kop ‘Minister zet het mes in studiehuis’. De aanpassingsvoorstellen voor de tweede fase, waarover al in 2003 was besloten, waren op dat moment met kanttekeningen van politieke partijen naar de Kamer gestuurd. Oud nieuws dus, maar de minister deed voorkomen alsof het hier om een forse koerswijziging ging.

Lichter programma
Niemand snapte er nog wat van. Volgens Roefs wekt de minister hiermee de indruk dat de leraren het allemaal fout hebben gedaan. Tijdens het begrotingsdebat zei ze daarover: “Door even populair te roepen dat zij het mes in het studiehuis zet, doet zij het voorkomen alsof de boel helemaal op de schop gaat.” Zelfs de onderwijscommissie van de Tweede Kamer snapte het niet meer en vroeg de minister om uitleg. In een brief (21 november) stelt ze de Kamer vervolgens gerust dat er niets nieuws onder de zon was, het ging haar louter om het wetsvoorstel waarmee het vakkenpakket wordt bijgesteld.
Tot bijstelling van de profielen in de tweede fase werd al besloten toen minister Van der Hoeven nog Kamerlid van het CDA was. In een uitzending van het actualiteitenprogramma Netwerk herinnerde oud-staatssecretaris Nell Ginjaar-Maas het zich nog precies. Het was de onlangs overleden Karin Adelmund geweest, toen staatssecretaris van Onderwijs, die de rebellerende studenten op het Malieveld beloofde dat ze het programma drastisch zou verlichten. Ginjaar-Maas was daar nu nog boos over, Adelmund had nooit mogen toegeven. Daar ging haar hele opzet om een zwaarder programma te maken voor de bovenbouw.
De aanpassingen en veranderingen zijn dus allemaal al ingezet vóór Van der Hoeven aan haar ambtstermijn begon. Vreemd genoeg ging de minister in haar beantwoording van de Kamer niet meer in op de opmerkingen van Lia Roefs. Evenmin zei ze dat Jan de Vries het helemaal bij het verkeerde eind had.
Historisch en feitelijk klopte het niet wat hij zei. Toch zal deze minister de geschiedenis ingaan als degene die een ‘punt’ zette achter de basisvorming en het studiehuis.

Dit bericht delen:

© 2025 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.