- blad nr 22
- 17-12-2005
- auteur Y. van de Meent
- Redactioneel
Ambities Inholland leiden tot weerstand en frustraties
Kort na een pijnlijk fusieproces is Hogeschool Inholland begonnen met de snelle invoering van competentiegericht leren en het vergroten van de keuzemogelijkheden voor studenten. Docenten moesten aan de slag met de vernieuwingen terwijl de programma’s inhoudelijk en onderwijskundig nog niet volledig ontwikkeld waren. In dezelfde periode werd de formatie teruggebracht. Sinds januari 2003 is het personeelsbestand bij de hogeschool met tien procent gekrompen. Ook schakelde de hogeschool over op een nieuwe elektronische leeromgeving (Blackboard) en een nieuw studentenvolgsysteem (People Soft).
Bij de uitvoering van de organisatorische en onderwijskundige veranderingen ging er veel mis. Eind vorig jaar kwam er na publicatie van het artikel ‘Angst regeert bij grootste hogeschool’ in het Onderwijsblad een stroom van klachten over Inholland naar buiten. In april gaf staatssecretaris Mark Rutte de Onderwijsinspectie de opdracht de klachten te onderzoeken. De inspectie sprak dit najaar ruim 370 studenten, docenten en leidinggevenden van Inholland, met 37000 studenten en ruim 2700 medewerkers de grootste hogeschool van Nederland. Inholland ontstond in 2002 door een fusie van vier hogescholen in de randstad.
In het eindrapport dat Rutte begin december naar de Tweede Kamer stuurde, concludeert de inspectie dat er een kloof gaapt tussen de ambities van het college van bestuur en de tijd en middelen die beschikbaar zijn voor de uitvoering daarvan. Medewerkers zijn slecht voorbereid op de veranderingen die ze moesten doorvoeren en de ondersteuning liet ook te wensen over. Het bestuur heeft volgens de inspectie de problemen te laat erkend.
De veranderingen hebben geleid tot onrust, spanning, onverschilligheid en weerstand. Studenten klagen over de inhoud van het onderwijs, de begeleiding, de toetsing, de organisatie, de informatievoorziening en de afhandeling van klachten. Docenten ervaren een hoge werkdruk en zijn ontevreden over de organisatie en de cultuur binnen de hogeschool. Het college van bestuur vindt dat onrust en weerstand onvermijdelijk zijn bij grootschalige fusie- en vernieuwingsprocessen. De inspectie meent echter dat het bestuur en de raad van toezicht, die met het beleid instemde, te grote risico’s hebben genomen.
Het college van bestuur heeft inmiddels een reeks verbetermaatregelen genomen, die de inspectie daadkrachtig vindt. Een deel van de maatregelen is slechts een voornemen, of ze echt tot verbeteringen leidt is dus nog niet te zeggen. Omdat er geen grote veranderingen meer op stapel staan en de hogeschool investeert in onderwijsontwikkeling is er een redelijke kans van slagen. Maar de inspectie waarschuwt dat het draagvlak voor de onderwijskundige vernieuwingen nog steeds klein is en dat de verbetermaatregelen weer veel van de medewerkers eisen.
Staatssecretaris Rutte heeft vertrouwen in de verbetermaatregelen, maar houdt wel een vinger aan de pols. Hij heeft het college van bestuur gevraagd voor de zomer van 2006 verslag te doen van het resultaat.