- blad nr 21
- 3-12-2005
- auteur E.. Prins
- Mijn collega
Mijn collega
Voor hij adjunct werd, was Raymond vier jaar leerkracht in groep 7 van dezelfde school. Angelslo was zijn stageschool. Nadat hij de pabo had afgerond, kon hij blijven. “Enorm geluk”, vindt hij, want de school is in zijn ogen een superschool. “Het is een heel prettig team, de sfeer is goed en we proberen de leerlingen zoveel mogelijk aan te bieden. We zijn een brede school met veel buitenschoolse activiteiten en een BAS-school. Dat betekent dat we bouwen aan adaptief onderwijs, onderwijs dat zoveel mogelijk is aangepast aan de mogelijkheden en behoeften van elk kind.”
Na vier jaar was Raymond het lesgeven dan ook “absoluut nog niet zat”. Hij heeft er daarom bewust voor gekozen om naast het adjunctschap ook voor de klas te blijven staan. Zo’n 52 dagen per jaar heeft hij, als adv-vervanger, een groep 7 of 8. “Alleen maar een kantoorbaan zag ik niet zitten.”
Maar Raymond wilde ook meer dan alleen lesgeven: meer invloed, meer beleidsmatig bezig zijn. Anderhalf jaar terug was hij daarom al met de adjunctenopleiding begonnen en toen deed eind vorig jaar deze “fantastische kans” zich voor. “Ik dacht: grijpen.”
Raymond is AOb-lid vanwege het gevoel “er niet alleen voor te staan” én voor het belang van het onderwijs. “In je eentje krijg je in Den Haag niets voor elkaar, met een grote bond misschien wel.”