- blad nr 21
- 3-12-2005
- auteur T. van Haperen
- Column
Help, een stalker
Het is begonnen in mei, in de lerarenkamer. De pensioenregeling stond onder druk. Naast me wisselde een groepje in totale paniek verkerende collegae afvloei en uitstroomscenario’s uit. Het moet mijn manier van kijken geweest zijn, mijn houding, want hij stormde op me af, beschreef ongevraagd zijn situatie, vijftien jaar in het onderwijs, twaalf scholen, nog steeds schaal 10 en zij… ik moest weg, einde gesprek. Weken later, in de vakantie, een brief van kameraad Ton Rolvink, AOb-bestuurder, het vroegpensioen is gerepareerd. De telefoon gaat. Of ik het gezien heb? Dat bericht van die kutbond van mij? Ze hebben het weer goed geregeld voor die lui… ik klik hem weg. Maar mijn afwijzingen weerhouden hem niet.
Help, ik heb een stalker. Voortdurend spreekt hij me aan op prangende kwesties. Laatst een artikel in mijn kastje met daarboven: Wij veertigers betalen de vergrijzing! Ik zet daaronder: Maar zij gaan eerder dood! Het helpt niks, hij gaat maar door. De cao is een product van de georganiseerde misdaad. Functiewaardering en integraal personeelsbeleid, ook niks. De roostermaker in schaal 12 en hij met zijn doctoraal in 10. Verloren generatie, dat bindt ons, samen terugvechten, het tij keren. Weer kranten, ik zeg dat ik het wel geloof, hij luistert niet, elke pauze, in de gang, op de parkeerplaats. Hij verwijst naar hoogleraren, managers en politici, allemaal zijn ze het met hem - sorry ons – eens. Kijk maar, daar staat het.
En nu is het dan zover, ik loop voor hem om, vlucht, ga in de pauze uitgebreid naar de wc, met de deur op slot. Niet dat hij geen gelijk heeft. Het is allemaal waar, roosters maken kan ook in schaal 7, tijdens het pensioenspel zijn de regels inderdaad veranderd, zo’n cao blijft behelpen en ja, die verloren generatie bestaat.
Maar die opwinding, dat geflipper tussen hoop en wanhoop. Zijn passie buiten de klas roept bij mij maar een vraag op: Hoe is het eigenlijk daarbinnen? Hij lijkt wel een Palestijn. Voortdurend jammeren en klagen. Alles, maar dan ook alles, is de schuld van de bezetter. Veel het geweer in de lucht leeg schieten, verder weinig klaar krijgen. Ik wil geen Palestijn zijn. Gaza is niet gezellig.
Ik ben bang voor de reactie. Ze praten over ons, denken voor ons, bouwen een muur. Aan de andere kant staan de Gretta’s, die vinden ons zielig, de vakleerkracht doodknuffelen is de laatste mode. Mijn stalker vindt het prachtig, het past in zijn strijdplan, zijn zoektocht naar verlossing. Maar wie verlost me van hem?