• blad nr 17
  • 8-10-2005
  • auteur J. van Aken 
  • de Vereniging

 

Vijfenveertig jaar bestuurservaring vertrekt

Drie afdelingsbestuursleden nemen na vijftien jaar afscheid. Leo van Luik was voorzitter van de protestants-christelijke afdeling CVHO. Ook afdelingssecretaris Nanne Sluijs stopt. Het derde vertrekkende bestuurslid is Frank Seller, sinds 1990 voorzitter van de katholieke afdeling Sint Bonaventura.

Waarom bent u destijds begonnen als bestuurslid, met welk doel?
Van Luik: “Ik was al kaderlid bij CVHO en ik wilde wat anders naast mijn werk. Het heeft ook met de ambitie te maken om naast cao’s het levensbeschouwelijke aspect naar voren te laten komen. De protestants-christelijke signatuur klinkt door in elke les, niet in de vorm van zending, maar met Grieks en Latijn heb je historisch gezien al snel met religie te maken.”
Seller: “Binnen het NGL sleepte zich een interne discussie voort over de ontzuiling. Daarom trad ik in 1990 liever toe tot het bestuur van Sint Bonaventura, dan me te kandideren voor het hoofdbestuur. Ik wilde verbindingen leggen tussen de tradities van het vroegere verzuilde katholiek onderwijs en het hedendaagse onderwijs.”
Sluijs: “Ik ben begonnen met het idee een bijdrage te leveren, dat zat en zit in gereformeerden. Je wordt er zelf ook beter van. Doordat je verder kijkt dan alleen je eigen school, krijg je een wijdere blik.”

Wat waren het hoogte- en dieptepunt voor u als bestuurslid?
Van Luik: “Echte dieptepunten heb ik niet gekend, alleen op persoonlijk vlak als je collega’s of medebestuursleden verliest. Hoogtepunt was de ruimte die we de laatste jaren van de AOb kregen om levensbeschouwelijke lessen samen met Bonaventura vorm te geven in webquests en de cd-rom ‘De religieuze cultuur van de samenleving’.”
Seller: “Ik noem liever twee markeringspunten. Het eerste was een congres waarbij leraren en leerlingen lieten zien hoe ze vormgeven aan religieuze inspiratiebronnen uit hun omgeving. Hoe zet een Utrechtse school bijvoorbeeld Domkerk en Domtoren neer in een geschiedenisles? Het jaar daarvoor sprak professor Van Haaften over het pedagogische klimaat van de school. Hij zei: ‘Misschien is er niet zozeer behoefte aan katholieke scholen, maar juist aan katholieke leraren’. Die zin is me bijgebleven.”
Sluijs: “Hoogtepunt waren de congressen begin jaren negentig met wel 125 bezoekers en sprekers als professor Claes, een flamboyante man die een hele zaal kon meekrijgen. Dieptepunt was het door een ongeval overlijden van een deelnemer tijdens een congres.”

Waarom stopt u?
Van Luik: “Als je niet meer werkt, moet je niet meer in een bestuur zitten. Op school hoor je wat er gebeurt en wat er speelt onder collega’s. En ik ben 63, dan moet je gewoon weggaan.”
Seller: “In 2003 is het Niels Stensen College, waar ik werkte, gesloten. Sindsdien heb ik bovenschoolse taken en sta ik niet meer in de dagelijkse schoolpraktijk. Als afdelingsbestuurslid moet je met je handen nog aan het bord staan.”
Sluijs: “Ik stop omdat ik met fpu ga. Als je stopt ben je er heel snel uit, denk ik. Daarom is het verstandig het iets meer vanaf de zijkant te bekijken.”

Als u de huidige situatie vergelijkt met toen u begon, wat trof u aan en wat laat u achter?
Van Luik: “In het begin regelde destijds nog het NGL (een van de voorlopers van de AOb, red.) vooral de arbeidsvoorwaarden, het was meer bestuurlijk. Binnen de afdelingen zoals we die nu kennen, gaat het om meer dan brood en beleg. We houden ons bezig met wat we kunnen betekenen voor de leden op identiteitsgebied. Het hoofdbestuur doet de arbeidsvoorwaarden; die scheiding is winst.”
Seller: “In de jaren negentig ging het vooral over onderwijsstructuren en plannen. Staatssecretaris Netelenbos wilde een complete heruitgave van de onderwijswet op haar palmares zetten. Nu gaat het gelukkig weer om de mensen in het onderwijs.”
Sluijs: “Vroeger was het veel meer ‘besturen’ en was het een vereniging die vooral contact had met andere protestants-christelijke organisaties. Tegenwoordig gaat het congres meer over de werksituatie en over de eigen ontwikkeling als persoon en als docent en medewerker.”

Wat gaat u nu doen, blijft u actief binnen de bond?
Van Luik: “Van mijn hobby’s genieten. Ik heb tig foto’s liggen om uit te zoeken, ben een fanatiek postzegelverzamelaar, mijn kleindochter krijgt veel aandacht en ik wil op bezoek bij mijn dochter in Australië. Voor de bond blijf ik actief bij de groep gymnasiale vorming. Ik denk mee over een website met informatie voor collega’s in het land. Van de CVHO blijf ik uiteraard lid, maar vanaf de zijlijn.”
Seller: “Van Bonaventura blijf ik lid. Daarnaast maak ik dit jaar een webquest af over mens en natuur. Ik zou graag betrokken zijn bij het internationale werk van de AOb. Als we willen dat in 2010 de helft van alle kinderen in de wereld naar school gaat, moet er nog een heleboel gebeuren.”
Sluijs: “Ik blijf actief via het Internationaal Verband, een protestants-christelijke organisatie die aan internationale onderwijsontwikkeling doet, en ik zal me aanmelden bij de post-actieven.”


Dit bericht delen:

© 2025 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.