• blad nr 17
  • 8-10-2005
  • auteur R. Sikkes 
  • Commentaar

 

Een karikatuur!

Woest was VVD-fractievoorzitter Jozias van Aartsen toen zijn idee om scholen wetteljk te verplichten de deur open te zetten voor de naschoolse opvang met kritiek werd begroet. ‘Tegenstanders maken er een karikatuur van en bestrijden vervolgens de karikatuur’, brieste hij op een spreekbeurt.
Om te beginnen: de Algemene Onderwijsbond is altijd al voor een sluitende opvang geweest. Niet alleen voor de overblijf, ook voor de naschoolse opvang. En het liefst ziet de bond ook de voorschool vanaf tweeënhalf jaar gekoppeld aan het onderwijs. Dat alles onder de paraplu van een ministerie voor Educatie, dat opvoeding en onderwijs in het hele funderend onderwijs onder zijn hoede heeft.
In principe zou het VVD-voorstel dan ook op applaus kunnen rekenen. Maar het was Van Aartsen zelf die de deuren wagenwijd openzette om zijn op zich goede gedachte met enige argwaan tegemoet te treden. Want ook al heeft de VVD het inmiddels af en toe over een professionele opvang, Van Aartsen zei toch echt dat vrijwilligers en bijstandsmoeders uitstekend geschikt zijn om voor de opvang te zorgen. En dat doet hij nog steeds. In NRC Handelsblad schreef hij: ‘De inzet van mensen met een bijstandsuitkering sluiten wij niet uit.’
Het blijft een van de zwakke punten in het VVD-voorstel. Met het wettelijk verplichten van scholen om hun deuren open te zetten voor ouders die naschoolse opvang willen, zijn we er niet. Ouders willen namelijk ook kwaliteit, een goede opvang van hun kind. Dat zie je ook terug in de eisen die nu al aan crèches en de naschoolse opvang worden gesteld: kwalitatief goede ruimte en inrichting, professioneel personeel. Dat ontbreekt volkomen in het VVD-plan. Scholen die in hun gebouw ook de opvang verzorgen, hebben meer en andere voorzieningen nodig. Dat bewijzen alle voorlopers die er op dit gebied zijn.
In het buitenland is zulke opvang doodnormaal. Of we nu naar het zuiden kijken – Frankrijk – of naar het noorden – Zweden – daar gaan kinderen inderdaad van ‘s ochtends vroeg tot het begin van de avond naar school. Naar scholen die goed geoutilleerd zijn, waar kinderen een warme maaltijd krijgen en waar naast de leraren een macht aan betaald personeel rondloopt voor schoonmaak, restauratieve diensten en opvang. Zodat ouders met een goed gevoel hun kinderen overdragen aan school en opvang.
Als dat de toekomst is waar Van Aartsen naartoe wil, zal hij naast de wettelijke verplichting om de schooldeur open te stellen voor de opvang, moeten komen met een flink investeringsprogramma om schoolgebouwen geschikt te maken voor de opvang. En wat Van Aartsen ook wat al te makkelijk vergeet is dat de opvang in Frankrijk en Zweden helemaal of nagenoeg gratis is. In Nederland niet, de opvang is hier duur. Dit kabinet heeft het zelfs fors duurder gemaakt. Reden voor veel ouders om te heroverwegen of zij de kostbare kinderopvang nog wel moeten inschakelen. Veel instellingen in de kinderopvang krijgen hun plaatsen niet meer vol. Zolang kinderopvang duur blijft, zullen jonge paren toch de rekensom maken of een carrière en meer inkomsten opwegen tegen de lol van het thuisblijven en de opvangkosten. Een werkende moeder is een goede moeder, zegt Van Aartsen terecht, maar moeders kunnen ook nadenken en rekenen.

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.