- blad nr 17
- 8-10-2005
- auteur L. Douma
- Vakwerk
Een lage lat voor druktemakers
Schoppen, slaan, razen, tieren en klieren. Sommige leerlingen eisen door psychische problemen en gedragsstoornissen zoveel aandacht op dat de groep en vooral de leerling zelf er onder te lijden hebben. Veel van deze kinderen komen in het zmok terecht (onderwijs voor zeer moeilijk opvoedbare kinderen). Op de Mulock Houwerschool in Amersfoort bestaan de klassen uit niet meer dan twaalf leerlingen. Ze krijgen dus veel meer aandacht dan op een reguliere school. Toch is dat voor de zwaarste gevallen nog onvoldoende. Kinderen die ook op de zmok-school onhandelbaar zijn, verdwijnen in het psychiatrische circuit of komen thuis te zitten. Daarom is de Mulock Houwerschool gaan samenwerken met de jeugdhulpverlening. Voor de moeilijkste leerlingen is een speciale trainingscursus ontworpen.
Er zitten slechts zes kinderen in groep H. Ze worden intensief begeleid door zowel een leerkracht als een pedagogisch medewerker. De H-leerlingen beginnen om twintig voor elf, voor die tijd zitten ze in hun eigen klas. Daar gaan ze aan het eind van de middag ook weer naartoe. De filosofie erachter is dat het voor kind en klas belangrijk is contact te houden. Want plaatsing in groep H is slechts tijdelijk. Een ‘draai’ van groep H duurt vijf maanden, daarna moeten de leerlingen voldoende rust en zelfvertrouwen hebben gekregen om terug te keren naar hun eigen klas.
De H-leerlingen zijn tussen de acht en elf jaar oud. Omdat ze uit verschillende groepen komen, krijgen ze individueel les en hebben ze hun eigen lesboekje. Maar in het begin van de cursus wordt hier nauwelijks mee gewerkt. “Wij beginnen met de meest basale schoolse vaardigheden”, vertelt leerkracht Lydian de Wit. “Blijven zitten op je stoel, je vinger opsteken als je iets wilt zeggen.” De Mulock Houwerschool noemt dit fase 1. “In deze fase denken kinderen vaak dat wij niet streng zijn. Wij zullen niet snel met de vuist op tafel slaan. We willen dat de kinderen merken dat ze zelf controle kunnen krijgen.”
Eruit knallen
“Wij benaderen alles positief”, licht pedagogisch medewerker Saďd Airass toe. Er wordt gebruikgemaakt van een competentiemodel. Elke dag krijgen de kinderen een soort rapportje. Wanneer een leerling netjes zijn vinger opsteekt of rustig blijft zitten, krijgt het een ‘bolletje’. In feite is het niets meer dan een getekend sterretje, maar het heeft voor de leerlingen veel waarde. Zij moeten namelijk in de eerste fase minimaal tien bolletjes per dag scoren, anders mogen ze niet buitenspelen. In fase 2 en 3 moeten ze nog meer getekende sterretjes binnenhalen.
“In principe gaat ons model uit van wat de kinderen wel kunnen. Zo schrijven we ook elke dag op hun kaartje wat ze die dag goed hebben gedaan. Maar als kinderen er echt uit knallen, als ze bijvoorbeeld iemand hard schoppen, kunnen ze een bolletje aftrek krijgen. Maximaal twee per dag. Ze moeten ook leren omgaan met frustratie”, zegt De Wit. De groepsleiders gaan uit van de veronderstelling dat leerlingen meer zelfvertrouwen krijgen als zij positief worden benaderd. En gebrek aan zelfvertrouwen is – naast gedragsstoornissen of psychische klachten – vaak de reden voor hun onhandelbare gedrag.
“Ook structuur is erg belangrijk”, gaat Airass verder. Daarom werkt de trainingsgroep met een vast dagprogramma. De dagelijkse routine wordt op een bord weergegeven met pictogrammen. Elke dag ziet er min of meer hetzelfde uit. “Alleen het twaalf-uur-moment is altijd anders”, vertelt De Wit. De ene dag gaan de kinderen om twaalf uur bingoën, de andere dag knutselen. Op woensdag vervalt het middagprogramma, de leerlingen hebben dan vrij. Voorspelbaarheid, ook daar draait het om op de Mulock Houwerschool. Daardoor krijgen de kinderen een veiliger gevoel.
De H-leerlingen zijn over het algemeen best trots op hun speciale groep. Maar in het begin zijn ze vaak minder enthousiast. Daarom is er eerst een gesprek tussen de groepsleiders en nieuwe leerlingen, voordat groep H start. Waarom gedragen ze zich zo en wat zouden ze zelf graag anders zien? “Veel kinderen weten zelf heel goed waar het verkeerd gaat, maar zien niet hoe ze het anders moeten doen”, verklaart De Wit. Voor elk kind wordt een handelingsplan opgesteld. De lat wordt niet te hoog gelegd.
Wippen en wiebelen
De Wit verduidelijkt: “We hebben een jongetje in de groep gehad met adhd, die echt niet op zijn stoel kon blijven zitten. Dus kreeg hij een bureau achter de kast. Op de vloer hebben we met tape een paar vierkante meter gemarkeerd. De afspraak met hem was dat hij binnen de lijnen moest blijven. Langzaam hebben we zijn ruimte kleiner gemaakt. Nu is hij weer terug in zijn eigen klas. Hij zit op een stoel. Wipt en wiebelt weliswaar, maar hij zit.”
Zo wordt alles in groep H geleidelijk opgebouwd. In het begin mogen de leerlingen op het plein niet met elkaar spelen. Pas wanneer zij zichzelf kunnen vermaken, mogen ze met anderen spelen. In fase 2 leren de kinderen op zichzelf te letten en op hun beurt te wachten. Daarna, in fase 3, wordt de kinderen geleerd om hulp te vragen en vriendelijk om te gaan met klasgenoten. Na vijf maanden moeten ze deze vaardigheden voldoende beheersen voor een terugkeer naar hun eigen groep. Ook dat verloopt geleidelijk. “Eerst gaan ze twee uurtjes per dag, dan drie, totdat ze toe zijn aan een hele dag”, aldus Airass.
De eigen groep is altijd wennen. Meer kinderen, minder aandacht. Maar de meeste leerlingen functioneren na een tijdje goed. “Niet dat een agressief kind na de cursus nooit meer slaat. Maar hij slaat misschien nog maar tachtig keer per dag, in plaats van honderd – en dat is winst”, vindt De Wit. Een kleine groep leerlingen kan na een ‘draai’ de gewone klas nog steeds niet aan. Die kinderen krijgen een herkansing. Als leerlingen na twee keer groep H het nog steeds niet trekken, moeten ze van school af. Maar dit is nog maar één keer gebeurd.
In Nederland zijn drie scholen met soortgelijke projecten voor de zwaarste groep leerlingen. Een aantal andere scholen is bezig met het opzetten van een vergelijkbare groep. In 2004 stopte groep H: er was geen subsidie meer. In februari dit jaar heeft het project weer voor twee jaar subsidie gekregen.