- blad nr 17
- 8-10-2005
- auteur L. Douma
- Redactioneel
Salaris premier zou de top worden
Hogescholen houden zich niet aan afspraken uit 2000
De treffendste reactie op het beloningsonderzoek van het Onderwijsblad stond in NRC Handelsblad, op de achterpagina, waar Fokke en Sukke duidelijk maakten dat topbestuurders hun salaris vooral met elkaar vergelijken. Precies dat was de reden waarom in 1998 wat rumoer ontstond in de kring van collegevoorzitters van hogescholen. Na alle fusieoperaties bleken zij heel verschillend te worden betaald. De een kreeg schaal 16 (maximaal 143.000 gulden), de ander zat in 18 (maximaal 173.000 gulden). Om een beetje lijn in de beloningsstructuur te leggen werd Hay Consultants ingeschakeld.
Een van de direct betrokkenen bij dat proces was de voorzitter van werkgeversorganisatie VNO-NCW, Blankert, tevens voorzitter van de raad van toezicht van de Ichthus Hogeschool in Rotterdam. In het Hbo-journaal van december 1998 maakte hij duidelijk dat een verhoging voor de meeste collegeleden er wel inzat: schaal 18 wordt de norm met eventueel beperkte arbeidsmarkttoeslagen.
Begin 2000 wordt die nieuwe Hay-systematiek ingevoerd. Het Hbo-journaal in februari: ‘Hbo-bestuurders komen op het salarisniveau van de minister-president.’
Gerrit Braks, oud-CDA-topman en voorzitter van de raad van toezicht van Fontys, denkt dat daar de beloning stopt en het salaris voldoende marktconform is. ‘Daar ben ik absoluut van overtuigd’, zegt hij in het Hbo-journaal in 2000. ‘Hiermee komt men op het salarisniveau van de minister-president. En tegen de enkeling die elders meer kan verdienen zeg ik: Adieu. Daar kun je het hele salarisgebouw niet voor overhoop halen. Natuurlijk wordt er altijd gezegd dat je geen mensen kunt krijgen. Maar zo groot is het aantal posten op dit salarisniveau nu ook weer niet.’
Inmiddels krijgt de cvb-voorzitter van Fontys, waar Braks nog steeds voorzitter van de raad van toezicht is, meer dan de premier: 179.000 aan bestuurskosten of volgens eigen zeggen een salaris van 158.000 euro. Fontys is niet de enige die het in het recente verleden bedachte maximum overschrijdt. Er zijn nu negentien hogescholen die aan bestuurskosten meer uitgeven dan de JP-norm.
Uit de archieven van het Hbo-journaal wordt duidelijk dat het gemiddelde salaris van een hogeschoolbestuurder schommelde rond de 175.000 gulden, ongeveer 80.000 euro. Exclusief toeslagen en werkgeverslasten, waardoor er voor een vergelijking met nu een kwart bij moet, dus 100.000 euro. In 2004 bedroeg het gemiddelde 130.000, wat neerkomt op een voorzichtig geschatte stijging van ten minste dertig procent. De toppers gingen echter veel harder omhoog.
Principieel
Toevallig maakt het Hbo-journaal in 1999 melding van het salaris, met toelagen čn autokosten, van voorzitter Olchert Brouwer van Hogeschool Arnhem en Nijmegen: 220.000 gulden, 100.000 euro. De enige die toen echt open was over de beloning. De huidige voorzitter Marcel Wintels, net zo open, kost de HAN 223.900 euro. Meer dan een verdubbeling en royaal boven de destijds afgesproken norm.
Die norm speelt in het debat rond de beloning van topbestuurders in het onderwijs een voorname rol. PvdA-Kamerlid Jacques Tichelaar noemde de cijfers ‘moreel onacceptabel’. Bovendien verbaasde hij zich erover dat de salarissen niet echt openbaar zijn en vroeg aan de minister om met naam en toenaam ook de bezoldiging van alle roc-directies te ontvangen. De salarishoogte is geen typisch oppositie-item. Arno Visser (VVD) was zeer verbaasd over de salarishoogte. ‘Voor de VVD staat voorop dat publiek geld voor het onderwijs beter besteed moet worden dan aan salarisverhoging van directeuren.’
In een principieel commentaar veegde NRC Handelsblad de vloer aan met de bij bestuurders vaak gehoorde tekst dat deze salarissen nodig zijn om goede mensen te kunnen trekken. Wie veel geld wil verdienen, moet niet in de publieke sector willen werken, betoogt de krant, want ‘daar wordt gewerkt met geld dat niet door vrij kiezende consumenten wordt besteed, maar met een budget dat de belastingbetaler afstaat’. De krant besluit met: ‘De publieke inkomensgrenzen horen niet te worden vastgesteld door een particulier consultancybedrijf, maar door volksvertegenwoordigers. Het salaris van de premier, de zwaarste overheidsfunctie, is een uitstekende maatstaf.’
Afbreukrisico
Het gebruikte salarisniveau voor de minister-president beoordeelden verscheidene schoolbestuurders in hun reacties in de media als onjuist: dat is een salaris dat lager ligt dan de bestuurskosten. Over de exacte hoogte van de norm is natuurlijk discussie mogelijk; de redactie van het Onderwijsblad heeft een berekening gemaakt van het salaris plus een aantal toeslagen en koos uiteindelijk 130.000 euro. Eenzelfde bedrag gebruikt ook het ministerie van Binnenlandse Zaken bij de vergelijking van bezoldiging van topbestuurders. Andere media passen dezelfde systematiek toe als het Onderwijsblad.
Ook het afbreukrisico werd meer dan eens genoemd als reden voor een hoog salaris. Collegeleden krijgen geen normaal wachtgeld. Maar het is de vraag of de regelingen van de vrije markt zoveel slechter zijn dan die van de cao, wanneer bijvoorbeeld een vertrokken bestuurder een bedrag meekrijgt van 495.000 euro.
Een verklaring die een aantal hogescholen gaf voor de forse stijgingen, betrof de inkrimping van het aantal collegeleden: de werkdruk van de achterblijvers steeg. Dat is echter nauwelijks controleerbaar zonder daarbij de managementlaag eronder te betrekken. Want er zijn misschien wel minder cvb’ers gekomen, maar meer managers. Toevallig verscheen eind september een brief van staatssecretaris van Onderwijs Rutte aan de Tweede Kamer, waarin hij meldt dat tussen 1992 en 2003 het aantal goed betaalde managers in het hbo met 46 procent is toegenomen.
{Noot}
(Met dank aan Fokke en Sukke voor het gebruik van hun tekening uit NRC Handelsblad van 24 september.)
{kader}
Aanvullingen en correcties
Via de fax kwam de loonstrook binnen van Jikkie van der Giessen, voorzitter van het college van bestuur van de kunstopleidingen in Rotterdam. “Ik ben voor totale openheid”, meldde ze daar telefonisch bij. En dus konden we lezen dat haar salaris bruto 7928 euro per maand bedraagt en dat daar nog een buitengewone toelage van 530 euro bijkomt. Alles bij elkaar goed voor een jaarinkomen van 103.327 euro. “Veel minder dan wat jullie zeggen”, voegde ze daar aan toe, wijzend op de 142.000 in de tabel van het Onderwijsblad.
Klopt helemaal. Veel bestuurders van roc’s en hogescholen die de bedragen in de tabel te hoog vonden, maakten die vergissing. Het Onderwijsblad drukte een vergelijking af van de bestuurskosten, oftewel het salaris plus alle toelagen en de werkgeverslasten. Een bedrag dat tussen de twintig en dertig procent hoger ligt dan het feitelijke salaris. De reden daarvan is simpel: alleen de bestuurskosten zijn in openbare stukken terug te vinden en het salaris van de topbestuurders niet. Om een eerlijke vergelijking te maken zijn daarom alleen de bestuurskosten gebruikt.
De publicatie in het Onderwijsblad maakte echter een klein golfje van nieuwe openheid los. In persberichten, brieven aan het Onderwijsblad en regionale kranten vertelde een handjevol cvb-voorzitters het echte salaris. Henk Pijlman (Hanzehogeschool) krijgt jaarlijks 143.197 aan bruto salaris. Sijbolt Noorda (Universiteit van Amsterdam, Hogeschool van Amsterdam) geeft op het belastingbiljet 164.686 op als jaarinkomen. Norbert Verbraak (Fontys) doet het met 158.000 bruto.
Hogeschool Domstad meldde dat de bestuurswisseling voor een hoger bedrag dan vermeld aan bestuurskosten zou zorgen en gaf aan dat het Onderwijsblad voor deze pabo in Utrecht bij voorzitter Morshuis 132.944 moesten noteren. ‘Wij hechten er aan u het juiste bedrag te laten weten, omdat anders een volgend onderzoek een onverklaarbare stijging zou laten zien.’
Woede was er bij roc Zeeland, in de plaatselijke pers werd gemeld dat ‘de onderwijsbond blunderde’ met het jaarsalaris van John Lilipaly. In een brief werd de redactie verweten dat de bedragen niet waren gecontroleerd. Een onjuiste constatering. De redactie had juist wel gebeld met roc Zeeland vanwege het relatief hoge bedrag aan bestuurskosten en heeft na die telefonische informatie in het verhaal duidelijk gemaakt dat de uitschieter te maken had met de beloning van de voorzitter als interim-mamanager. In de Provinciale Zeeuwse Courant gaf roc Zeeland op dat Lilipaly zonder die vergoeding nu op een jaarsalaris zit van 121.768 euro.
Terecht was de kritiek van Regiocollege Zaanstreek. Daar was het bedrag uit de jaarrekening niet gecontroleerd omdat hoogte en groei geen bijzondere afwijking van het gemiddelde vertoonden. Naar nu blijkt zat in de post ‘salarissen directie’ meer dan alleen de bestuurskosten en blijkt de bezoldiging voor directievoorzitter Erica Burggraaff 124.000 euro te bedragen.
Direct na het verschijnen meldde de Ipabo Amsterdam/Alkmaar zich bij de redactie. De aanvankelijke weigering berustte op een misverstand en ogenblikkelijk werden de bestuurskosten van de collegevoorzitter doorgebeld.
Aanvullingen
Ipabo M. Denters 100.844*
Roc Zeeland J. Lilipaly 121.768*
Hogeschool Domstad H. Morshuis 132.944*
Correcties
Regiocollege Zaanstreek C. Burggraaff 124.000*
*exacte opgave door hogeschool of betrokkene