- blad nr 17
- 8-10-2005
- auteur G. van der Mee
- Redactioneel
Geen gesjouw meer met de kindertjes
De gemoederen liepen hoog op. VVD-fractievoorzitter Jozias van Aartsen liet tijdens de Algemene Beschouwingen weten dat het maar eens afgelopen moest zijn met het gesjouw met kinderen. Scholen moesten verplicht voor de kinderopvang zorgen, ouders hoefden dan niet langer hun kroost van de ene naar de andere plek te brengen. Samen met de PvdA werd er een motie ingediend. “Hij heeft zich toen op een aantal punten, wat ongelukkig uitgedrukt”, zegt Mariëtte Hamer (PvdA). “Maar hij heeft in de tweede termijn gezegd dat het zeker niet de bedoeling is dat de school zelf de opvang verzorgt. Wij vonden dit een unieke kans om verder te komen met de kinderopvang en hebben aan de motie toegevoegd dat er wel voldoende geld en professioneel personeel moet zijn om het plan uit te voeren.” Minister Maria van der Hoeven reageerde op haar website afwijzend, ze vindt de opvang geen taak voor de school. Premier Jan Peter Balkenende ontraadde de motie. Een Kamermeerderheid nam het voorstel niettemin aan en het kabinet gaat het nu toch proberen uit te voeren, hoewel het 2007 niet denkt te halen.
AOb-bestuurder Liesbeth Verheggen vindt dat Van Aartsen erg onduidelijk was over de verschillende verantwoordelijkheden. “Hij wil de wetgeving veranderen, maar wie moet straks de kinderen buiten de schooluren opvangen? Het is geen taak van de leerkrachten, maar het is ook niets voor vrijwilligers. We zijn nu net bezig de tussenschoolse opvang te professionaliseren, omdat er juist in de vrije tijd pestgedrag kan ontstaan. Het begeleiden van groepen kinderen is een vak.”
Brede scholen
Verheggen schreef samen met de FNV en de AbvaKabo een open brief waarin wordt voorgesteld om met alle ‘partijen’ om de tafel te gaan. De school, het buurthuiswerk, de sportvereniging, de huidige naschoolse opvang, samen zouden zij een plan moeten maken. Voor de uitvoering moet iemand verantwoordelijk worden en er moet een budget zijn. De VVD heeft op dit moment zeventig miljoen euro voor ogen. Dat bedrag moet komen uit de pot van 200 miljoen die Sociale Zaken ter beschikking stelt om de huidige kinderopvang goedkoper te maken.
Zowel Verheggen als Hamer vinden dat de nieuwe plannen prima kunnen aansluiten bij de bestaande naschoolse opvang. Hamer: “Dat hoeft niet in hetzelfde gebouw te zijn, met mijn eigen kind gaat dat ook zo, na school lopen ze even naar een andere locatie.” Toch blijft het VVD-Kamerlid Eric Balemans er op hameren dat besturen hun schoolgebouwen voor opvang beschikbaar moeten stellen. “De essentie van ons voorstel is dat er een doorlopende opvang is van half acht ’s ochtends tot zes uur ’s middags. In Utrecht zijn er wachtlijsten voor de naschoolse opvang omdat er niet genoeg gebouwen beschikbaar zijn.” Hij kent de ideale situatie via zijn Deense vrouw. In Denemarken is de naschoolse opvang vanzelfsprekend geregeld. “Maar we willen geen blauwdruk, iedere school moet zijn eigen regeling maken samen met de ouders. De activiteiten kunnen natuurlijk ook buiten school plaatsvinden als de ouders of de oppas er maar niet voor hoeven terug te komen.”
De combinatie van onderwijs en buitenschoolse opvang bestaat momenteel al op veel brede scholen. In een ingezonden brief in NRC Handelsblad (30 september 2005) wijzen een aantal directeuren van brede scholen in Groningen er echter op dat door de nieuwe Wet op de kinderopvang veel ouders afhaakten. Ze kunnen het niet meer betalen.