- blad nr 10
- 14-5-2005
- auteur L. Douma
- Vakwerk
Commercie en onderwijs helpen probleemjongeren aan een baan
“Bij ons op school zit een leerling die later voor de KLM wil werken. Hij wil die kist naar New York vliegen. Maar dat kan natuurlijk niet. Hij kan de vliegtuigen wel schoonmaken, maar niet besturen.” Aan het woord is Wim van Oosten, directeur van de Amsterdamse Kingmaschool voor voortgezet speciaal onderwijs aan zeer moeilijk lerende kinderen. De leerlingen van de Kingmaschool hebben gedragsproblemen en een laag IQ. Toch denken ze volgens Van Oosten vaak dat ze een gouden toekomst tegemoet gaan. “Ze denken dat ze wanneer ze met school klaar zijn, bij het arbeidsbureau kunnen aankloppen en een baan krijgen. Maar zo werkt het niet. Niet alle bedrijven willen iets met jongeren met gedragsproblemen te maken hebben. Vaak krijgen ze geen werk en belanden ze thuis op de bank.”
Om dat te voorkomen heeft de Kingmaschool verschillende leerwerktrajecten opgezet. De Sweet Store is hier een van. Dit traject is een samenwerkingsverband tussen de Kingmaschool en het Amsterdamse stadsdeel Zuidoost. In de Sweet Store zijn Surinaamse taarten en andere exotische lekkernijen te koop. Klanten kunnen de producten meenemen of onder het genot van een drankje nuttigen aan een van de tafeltjes in de winkel. Achter de toonbank en in de keuken staan jongeren met een arbeidshandicap. De meeste van hen zijn leerlingen van de Kingmaschool.
Half december vorig jaar is de winkel geopend aan het Amsterdamse Bijlmerplein 997. “Leerlingen willen met respect behandeld worden. Je moet ze in de etalage zetten, niet wegstoppen. Vandaar dat wij voor deze A-locatie gekozen hebben.” Uiteindelijk moeten er vijftig leerlingen aan de bak in de Sweet Store. Nu werken er ongeveer dertig. Ze rekenen af, snijden groenten, maken broodjes, bedienen klanten, maken schoon en wassen af. “Het is een opstapje naar de arbeidsmarkt. Wij reguleren hun kijk op de maatschappij. Laten ze wennen aan arbeid.” School en bedrijfsleiding begeleiden de jongeren. Dat blijven ze doen totdat de leerlingen 23 jaar zijn. “Je moet ze lang begeleiden. Anders laat je ze in de steek.”
Vijfsterrenrestaurant
Sommige leerlingen werken een dag per week bij de Sweet Store, anderen vaker. Op zaterdag en in de schoolvakanties is de winkel ook geopend en moeten de jongeren, net als bij een echte baan, aan het werk. Daarnaast gaan ze gewoon naar school, waar ze les krijgen in koken en andere horecavaardigheden.
De selectie van de deelnemers loopt via de Kingmaschool. Leraren beoordelen wie geschikt is voor het leerwerkbedrijf. Na een uitgebreid assessment wordt er een begeleidingsplan opgesteld. Als blijkt dat de leerling aan alle leerdoelen uit dat plan heeft voldaan, wordt bekeken of de leerling klaar is om door te stromen naar een betaalde baan. Zo ja, dan wordt de jongere verder begeleid door een jobcoach van Trainee+, een arbeidsparticipatietraject voor schoolverlaters uit het speciaal onderwijs. Wie het leerwerktraject bij de Sweet Store afsluit, ontvangt minimaal één landelijk erkend branchecertificaat. Voor detailhandelassistent, schoonmaker in de groothuishouding of horeca-assistent.
“Ik wil later ook de horeca in”, vertelt een leerling. Op het moment dat hij dit zegt, staat hij achter de afwasmachine. Zijn ambities strekken verder. “Later ga ik voor mezelf beginnen. Ik wil een vijfsterrenrestaurant. Denk je dat dat moeilijk is? Dan wil ik wel een viersterrenrestaurant.” In de Sweet Store doet hij van alles: dweilen, koffie brengen, reserveren. Het liefst staat hij achter de afwasmachine: “Het is hier zo lekker rustig.” Hij werkt nu drie weken bij het leerwerkbedrijf. “Maar het voelt als vijftien maanden, zo leuk vind ik het hier. Ik ben hier twee dagen per week. De rest van de tijd zit ik op school. Daar leer ik niets bijzonders, hier leer ik veel meer.”
Met die gedachte is de Sweet Store ook opgezet. “Leerlingen met een achterstand leren pas echt in de praktijk. Daar worden ze meer op hun eigen verantwoordelijkheid teruggeworpen en op die manier krijgen ze een grotere kans in de maatschappij”, zegt Van Oosten van de Kingmaschool.
Zakenmensen
“Andere projecten staan vaak verder van de maatschappij af. Ze zijn veelal niet eigentijds”, meent Van Oosten. “Als leerlingen met een arbeidshandicap hun knutselwerkjes eens in de zoveel tijd verkopen aan toeristen, wordt hun project in stand gehouden door subsidies. Dat is niet van deze tijd en niet goed voor de eigenwaarde van de leerlingen.” Daarom is het op den duur de bedoeling dat de Sweet Store zichzelf bedruipt. “Onderwijs en commercie moeten meer met elkaar in aanraking komen. Het ultieme doel is dat de winkel na vijf jaar een bewezen bestaansrecht heeft.”
In de Sweet Store is het druk. Er komen vooral veel zakenmensen. Ze werken in een van de vele kantoorpanden die in het winkelcentrum de Amsterdamse Poort staan. Tijdens de lunchpauze snellen ze naar binnen voor gekruide broodjes en soep. De broodjeszaak tegenover het leerwerkbedrijf, bakkerij Bart, heeft een geduchte concurrent aan de Sweet Store. Van Oosten: “Het ziet er veelbelovend uit. Als wij onze deelnemers intensief blijven begeleiden, houdt de winkel zelf het hoofd boven water èn vinden de deelnemers een baan op assistentniveau.”