- blad nr 10
- 14-5-2005
- auteur L. Douma
- Redactioneel
‘Kinderen die geďnteresseerd zijn in techniek, worden te weinig gestimuleerd’
Het technasium is niet alleen voor studiebollen
Wat is uitdagend onderwijs voor havo/vwo-leerlingen die geďnteresseerd zijn in techniek? Uit deze vraag is de formule voor het technasium ontstaan. Het is een nieuw bčtaprofiel binnen het havo/vwo met het vak ‘onderzoek en ontwerpen’ als kern. Het vak bestaat uit projectopdrachten die zijn geënt op de beroepspraktijk van technici. Onlangs heeft onderwijsminister Maria van der Hoeven het erkend als examenvak. Daardoor kan het technasium volgend schooljaar officieel starten.
In het voorjaar van 2003 werd het idee voor het nieuwe bčtaprofiel geboren. Judith Lechner en Boris Wanders, de projectleiders van het technasium, gingen erover in gesprek met scholen in de stad en provincie Groningen. “De reacties waren enthousiast”, vertelt Lechner. Dus begonnen de projectleiders in het schooljaar 2003/2004 met de voorbereidingen, samen met vijf havo/vwo-scholen, de Hanzehogeschool Groningen, de Rijksuniversiteit Groningen, de provincie en het bedrijfsleven. Ze richtten de stichting Technasium op, die gesubsidieerd wordt door het Platform bčta/techniek. Aan het eind van het schooljaar werd een convenant afgesloten waarin de vijf scholen beloofden ten minste vier jaar mee te doen aan het technasium. In september 2004 begon het eerste ontwikkeljaar met projecten voor klas een en vier. Volgend schooljaar worden die projecten gebruikt voor het vak ‘onderzoek en ontwerpen’ en komen er projecten in klas twee en vijf. In het schooljaar 2006/2007 is het vak ‘onderzoek en ontwerpen’ in alle klassen te volgen.
Het vak verloopt projectmatig. De lessen vinden plaats in een werkplaats of op locatie. De leerlingen gebruiken geen werk- en tekstboeken, maar zoeken zelf naar oplossingen voor technische problemen. “Wij gaan ervan uit dat kinderen leren door te doen.” De leerlingen proberen bijvoorbeeld de productiemethoden voor zetmeelcoöperatie Avebe efficiënter te maken. Of een bacteriepreventieplan op te stellen voor het Universitair medisch centrum Groningen. “Ze werken natuurlijk niet in opdracht, maar dit is voor hen dé manier om te ervaren hoe het is om zo’n beroep uit te oefenen”, vertelt Lechner. “Ze vinden het heel bijzonder dat ze met een echt vraagstuk bezig zijn. Een klas ging naar het aluminiumbedrijf Prolyte en kreeg daar een rondleiding van een engineer. De leerlingen hadden eerst allemaal stoere praat, maar eenmaal binnen stonden hun ogen op steeltjes.” Voor Prolyte ontwierpen ze in groepjes een vierkant opklapsysteem. “Een groepje maakte gebruik van het opklapsysteem van een strijkplank. Dat was nieuw. Prolyte neemt dat idee mee.”
Bruggenbouwers
Een andere brugklas ontwierp voor het Groningse dorpje Enumatil een brug. “Ik vond het op zich wel leuk”, vertelt Ozayra Grippeling (13), technasiumleerling op het H.N. Werkmancollege in Groningen. “Alleen vond ik het jammer dat we rekening moesten houden met de wensen van het dorp. Zij wilden een brug die er oud uitzag. Dat past daar ook wel, maar ik had er liever eentje gehad met kleurtjes.”
Kleurtjes of niet, Ozayra vond het project toch wel bijzonder. “Misschien wordt een van die bruggen wel echt gebruikt. Het dorp is namelijk wel aan een nieuwe brug toe.”
Volgend jaar start het technasium officieel. Vanaf dan doen technasiumleerlingen vier keer per jaar, zeven weken lang een project. Ze krijgen daarvoor twee keer per week een dagdeel de tijd. Naast ‘onderzoek en ontwerpen’ volgen de technasiumleerlingen gewoon hun normale vakken. “Het blijft algemeen vormend onderwijs. Maar in de loop van de tijd heeft ‘onderzoek en ontwerpen’ invloed op de andere vakken”, voorspelt Lechner. “De aardrijkskundeleraar paste bijvoorbeeld al zijn lessen aan op een milieueffectenproject dat een klas uitvoerde. Je ziet dat andere vakken aansluiting zoeken.”
Wie in de tweede fase voor het technasium kiest, krijgt vrijstelling van algemene natuurwetenschappen en het verplichte keuzevak. Aan de studielast verandert niets. Het eindexamen ‘onderzoek en ontwerpen’ bestaat uit een portfolio en een meesterproef. Deze proef duurt een jaar, het is een soort afstudeeropdracht. In het eindexamenjaar wil de stichting Technasium de leerlingen een mentor geven uit het hoger onderwijs.
“Wij willen een betere aansluiting met het hoger onderwijs”, vertelt Lechner. “Van de Hanzehogeschool horen wij dat het technasium goed aansluit op de ontwikkelingen die zij momenteel doormaken.” Het nieuwe bčtaprofiel moet ook beter aansluiten op de beroepspraktijk van techneuten. Vandaar dat bedrijven betrokken zijn bij de technasiumprojecten. “Bovendien hebben we gekeken naar de competenties die in de beroepspraktijk nodig zijn, zoals inventiviteit en teamwork. Normaal worden havo/vwo-leerlingen niet uitgedaagd om dit soort dingen onder de knie te krijgen.”
Gezellig
Voor de leerlingen zijn deze competenties best lastig. Niet alleen moeten ze samenwerken, ze moeten elkaar ook nog eens beoordelen. De waardering voor elk project bestaat namelijk uit een gezamenlijke productbeoordeling en een individuele procesbeoordeling. De docent komt met behulp van verslagen van leerlingen over hun teamleden tot de individuele beoordeling. “Ik schreef gewoon de plus- en minpunten op”, vertelt technasiumleerling Ozayra. “Ik zat in een team met iemand die normaal mijn vriendin is. Maar we zijn allebei niet zo techniek-achtig en daar kregen we discussies over. Gelukkig waren we het altijd wel weer vergeten, als we op de fiets naar huis zaten.”
Klasgenoot Marjolein Hupkes (12) vond alle samenwerking voornamelijk erg gezellig. Bovendien kreeg haar groepje een goede beoordeling. “We kregen 46 van de vijftig punten. Mijn moeder vond onze brug ook heel goed.” Marjolein houdt dan ook heel erg van technische vraagstukken. “Ik doe thuis ook veel creatieve dingen. Ik zou wel voor het technasium kiezen.”
Maar is het technasium alleen geschikt voor leerlingen die van techniek houden? “Het is een bčtaprofiel, dus voor leerlingen die een natuurprofiel kiezen”, verduidelijkt Lechner. “Maar in principe kun je ook als je geďnteresseerd bent in cultuur of maatschappij voor het technasium kiezen. Ook leerlingen die na het voortgezet onderwijs niet verder willen in de bčtarichting, hebben iets aan het technasium. Ze leren hun eigen gang gaan en systemen onderzoeken, daar heb je altijd iets aan.”
Uiteindelijk wil de stichting Technasium dat meer leerlingen voor techniek kiezen. “Kinderen die geďnteresseerd zijn in techniek, worden te weinig gestimuleerd. Ook hebben veel kinderen een slecht beeld van de beroepspraktijk. Via het technasium worden ze gestimuleerd en krijgen ze een reëel beeld.”
Marktwaarde
Het technasium is niet het eerste project dat leerlingen moet verleiden tot bčtaopleidingen. Andere initiatieven waren weinig succesvol. Sterker nog, sommige scholen die zich profileerden met techniek, zagen hun leerlingaantal dalen.
Lechner maakt zich daar geen zorgen over. “Het technasium onderscheidt zich juist doordat het geen project is. Het is een schoolstroom die een relatie zoekt tussen techniek, maatschappij en beroep. Wij geven dat een plek binnen de school, terwijl maatschappij en beroep vaak buiten de school staan.”
Bovendien is het technasium voor alle havo/vwo-leerlingen toegankelijk, in tegenstelling tot veel andere initiatieven die zich richten op echte studiebollen. “Wij zijn eigenwijs genoeg om het op deze manier te proberen. Ik ga ervan uit dat de schooldirecties die voor het technasium kiezen, afgaan op de inhoud, maar ook op de marktwaarde.”
Naast het H.N. Werkmancollege hebben het Praediniusgymnasium in Groningen, het Zernikecollege in Haren, het Ubbo Emmius in Stadskanaal en rsg de Borgen in Leek voor het technasium gekozen. Het blijft niet bij deze scholen. Vanaf het schooljaar 2006/2007 voeren vijf Overijsselse scholen het technasium in. “In midden-Nederland is er een groep scholen mee bezig en in Noord-Holland en Brabant pakken ze het ook op”, vertelt de projectleider. “Het heeft al veel naamsbekendheid. Maar het is een forse onderwijsvernieuwing en het vraagt nogal wat van docenten, daar moet je als team achter staan.”
De leraren ‘onderzoek en ontwerpen’ moeten eerst een scholing doorlopen. Ze geven les met behulp van een database waaruit zij informatie halen, lesboeken zijn er niet. Ze moeten contact leggen met het regionale bedrijfsleven. “Bovendien”, vertelt Lechner, “moeten ze op een heel andere manier lesgeven. Ze moeten technische vraagstukken hanteerbaar maken voor leerlingen en krijgen daardoor een meer begeleidende rol.” Geen enkel technasium zal hetzelfde zijn. Daarom bewaakt de stichting Technasium het format. “Nu moet het zich in de praktijk bewijzen.”
{Kader}
Meer informatie
www.technasium.nl Hier is meer informatie te vinden over de stichting Technasium.
www.platformbetatechniek.nl De site van het Platform bčta/techniek.
www.praedinius.nl Dit is de site van een van de Groninger technasia, er is ook meer informatie te vinden over de stroming.
www.thorbecke-zwolle.nl De site van een van de Overijsselse scholen die gaat starten met het technasium.