• blad nr 10
  • 14-5-2005
  • auteur M. Vermeulen 
  • Column

 

Nieuwe inspiratie

Half april mocht ik me voegen in een delegatie van de Nederlandse Schoolleidersacademie die Canada bezocht. Het vreemde van dit soort reizen is dat ze je de gelegenheid bieden om je Nederlandse collega’s beter te leren kennen. We hebben veel met elkaar gesproken over leiderschap in het Nederlandse basisonderwijs. Canada bood daarvoor een inspirerende omgeving. Het is de thuisbasis van mensen als Michael Fullan en Ken Leithwood, die veel schrijven over de rol van leiders in onderwijsorganisaties. We bezochten ook een aantal scholen. Eén van de ervaringen is de moeite waard om in deze column te bespreken. Stel je voor: een grote basisschool in een achterstandsbuurt. Van de 600 leerlingen spraken er vijftig Engels toen ze op school kwamen, de overige kinderen spraken 33 andere talen. De directrice van de school (van geboorte Portugees) sprak met een opvallende blijmoedigheid over deze melting pot en liet vol overtuiging zien wat er allemaal gebeurde om de kinderen zo snel mogelijk Engels te leren. Toen we opmerkten dat de enorme variatie aan talen binnen de school helemaal niet als een probleem werd gezien, hield haar baas, die ook bij het gesprek aanwezig was, het niet meer. Hij stak zijn handen in de lucht en vertelde ons dat zijn vader dertig jaar geleden uit Calabrië (Italië) naar Canada was gekomen met slechts twee handen om te werken en zonder dat hij een woord Engels sprak. Zijn zoon is nu superintendant (zeg maar bovenschools directeur) in Toronto: ‘That’s what we have public education for.’
Zowel voor de directrice als voor de superintendant is de herinnering aan de immigratie naar Canada nog zeer levendig. Het staat hen nog scherp op het netvlies wat onderwijs dan voor je betekent. Hoezo zijn zwarte scholen een probleem? Het opvallende is dat de eigen herinnering hun motivatie zo enorm beïnvloedt dat ze een uitdaging zien in het opvangen van kinderen met zo’n variatie aan talen. Het is met andere woorden het perspectief van waaruit je kijkt dat bepaalt wat je wel en geen probleem vindt.
Natuurlijk is de situatie in Canada een andere dan in Nederland, maar toch zijn er lessen te leren. Ten eerste maakt de Canadese ervaring opnieuw duidelijk hoe belangrijk het is om migranten zelf zo snel mogelijk aan het werk te krijgen in het onderwijs. Zij hebben de meest verse herinnering aan de rol die onderwijs speelt bij het je thuis gaan voelen in een land. Ten tweede moeten we op zoek naar hernieuwde inspiratie voor de typische blanke doorsnee-leraar: de generatie die nu met de vut aan het gaan is, heeft vaak ook nog een herinnering aan de kansen die onderwijs hun bood. Immers de kweekschool was voor hen vaak het hoogst haalbare in milieus waarin studeren niet gebruikelijk was. Maar hoe zit dit met de jonge collega’s die nu van de lerarenopleiding af komen? Opgegroeid als kinderen van de welvaartstaat met studiemogelijkheden alom. Ervaren zij een loopbaan in het onderwijs als een ticket naar een betere sociale positie? Of is het gewoon een baan die niet onaardig betaalt, veel vrije tijd biedt en daarom goed combineert met de opvoeding van jonge kinderen? Het zijn geen simpele vragen, maar de Canadese ervaring maakte mij weer eens duidelijk hoe cruciaal het antwoord is voor de kwaliteit van het onderwijs.

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.