- blad nr 10
- 14-5-2005
- auteur R. Voorwinden
- Redactioneel
Pabo-student minimaal op niveau groep acht’
Pabo-studenten die aan het einde van het eerste jaar een onvoldoende halen voor Nederlands of rekenen, krijgen een negatief bindend studieadvies. Ze moeten dan van school af. Dat heeft onderwijsminister Van der Hoeven eind vorige maand afgesproken met de lerarenopleidingen. De maatregel is een reactie op de aanhoudende kritiek dat de toekomstige leraren onvoldoende zouden kunnen rekenen en spellen.
Volgens Irene Jansen, afdelingsmanager van de pabo van de Hogeschool van Amsterdam, onderwerpen alle pabo’s hun studenten op dit moment al aan een dergelijke toets. “De discussie is alleen hoe hoog je de lat legt. Op dit moment ligt die lat op zeventig procent van de Cito-stof voor groep acht: studenten moeten dus zeventig procent van die stof beheersen. Zelf vraag ik me af of we niet naar negentig procent zouden moeten.”
In dat laatste geval zouden pabo’s echter wel extra geld moeten krijgen om hun studenten bij te spijkeren, vindt Jansen. “Vooral pabo’s in de grote steden die een behoorlijke instroom van mbo’ers hebben. Want dáár zit het probleem.”
De Hbo-raad vindt de toets een goede zaak, maar stelt dat het niveau van de instromende studenten omhoog moet. ‘Ook aan de kant van het voortgezet onderwijs en de bve-sector moet dus wat gebeuren.’
Ook volgens Norbert Verbraak, voorzitter van de raad van bestuur van Fontyshogescholen, moet het niveau van de instroom omhoog. Hij roept de minister dan ook op om het vak wiskunde te handhaven in het havo-profiel cultuur en maatschappij. “Dat vak zou niet afgeschaft moeten worden, zoals het plan is, maar gehandhaafd moeten blijven. Of het zou moeten worden vervangen door een goed substituut dat ‘rekenkunde’ bevat. Want anders zijn de havo-afgestudeerden straks compleet ‘exactloos’: dan hebben ze geen enkel gevoel voor cijfers opgebouwd.”