- blad nr 8
- 16-4-2005
- auteur . Lachesis
- Column
Symbiose
Ze kunnen het niet laten, die knaapjes. Ze verzekeren me steeds opnieuw dat ze echt niet, echt niet hoor juf, Collin uit zullen dagen. Maar het is zo makkelijk. Eén blik, één snuifje, één piepklein grijnsje en hij zit op de kast. De voortekenen zijn niet moeilijk te duiden, de kunst is om toe te slaan op het juiste moment. Het resultaat is spectaculair. Voetzoekers, gillende keukenmeiden, knallende rotjes. En dan altijd als apotheose, als kroon op hun werk, de komst van zijn moeder. Zijn lieve, warme, hartelijke moeder. Die geen onderscheid maakt tussen zijn en haar leed. Die haar kind
verdedigt met een hartstocht die even ontroerend als ontoereikend is. Ik loop naar de dader. Ik deed niks, roept deze nog voordat ik de kans heb gehad de aanklacht toe te lichten. Zijn ontkenning valt goed vol te houden. Wat stelt zo’n grijnsje goedbeschouwd nou voor. Behalve bij Collin en zijn moeder. Voor hen is zo’n grijnsje het verschil tussen geluk en ongeluk.