• blad nr 5
  • 5-3-2005
  • auteur . Overige 
  • Column

 

Voortijdig schoolverlaten

Een van de grootste uitdagingen voor de samenleving is het voortijdig schoolverlaten in het voortgezet onderwijs. Positief was het nieuws dat afgelopen jaar hun aantal met 6000 was afgenomen. Hopelijk is dit het eerste signaal van een trendbreuk. Desondanks zijn er helaas nog vele duizenden leerlingen die zonder startkwalificatie pogingen doen om op de arbeidsmarkt een plek te vinden. Dat dit een welhaast onmogelijke opgave is, zeker in economisch slechtere tijden, spreekt voor zich.
Het beleid ter bestrijding van voortijdig schoolverlaten is gebaseerd op de Lissabon-afspraken. Het aantal voortijdige schoolverlaters zou in 2006 met dertig procent terug moeten worden gebracht en in 2010 met vijftig procent. Een van de belangrijkste stappen in dit proces is de invoering van de regionale meld- en coördinatiefunctie (RMC) waarvoor de gemeenten verantwoordelijk zijn gemaakt. Enerzijds voor een gedegen registratie, anderzijds voor de teruggeleiding van jongeren naar het onderwijs. Toch blijft er een aantal knelpunten bestaan: regionale afspraken zijn nog onvoldoende totstandgekomen. Een actievere opstelling van gemeenten is noodzakelijk, maar is niet afdwingbaar door de minister van Onderwijs. Het zijn immers de gemeenteraden die dat zouden moeten controleren.
De gemeente Rotterdam durft onorthodoxe maatregelen te nemen. Zo wil zij via contractafspraken met leerlingen en ouders zorgen dat jongeren die nog geen diploma hebben, tot hun 23ste jaar onderwijs krijgen. Wettelijk gezien kun je dat nu nog niet afdwingen maar de ruimte voor experimenteren moet wel geboden worden. Als het blijkt te werken, komen niet alleen leerlingen in Rotterdam verder, maar zetten we in ons land ook een stap voorwaarts.
De oorzaken van voortijdig schoolverlaten zijn gelegen in een verkeerde opleidings- of beroepskeuze, psychosociale, sociaal-maatschappelijke en/of sociaal-emotionele problemen, beperkte cognitieve vaardigheden en de ogenschijnlijk financiële aantrekkelijkheid van werken boven leren. Meestal is het een combinatie van oorzaken. Het is duidelijk dat dit maatschappelijke probleem niet alleen door het onderwijs kan worden opgelost. Samenwerking is essentieel. Jeugdzorg kan daarbij een grote rol spelen, maar daar loopt het op zijn zachtst gezegd niet geweldig. Wat onderwijs wel kan doen is zorgen dat opleidingen goed op elkaar aansluiten, dat met maatwerk aansluiting wordt gevonden bij de talenten van leerlingen. Niet door aan de kwaliteitseisen te tornen, maar door te kijken hoe vorm en inhoud van het onderwijs zo verbeterd kunnen worden dat leerlingen worden vastgehouden.
Daadkracht

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.