• blad nr 5
  • 5-3-2005
  • auteur R. Sikkes 
  • Redactioneel

Ouders, media en beleidsmakers klutsen onderwijstijd en werktijd door elkaar  

Vakantie!

Leerlingen in het voortgezet onderwijs hebben vaak vrij en lang vakantie door onzinnige cursussen, onnozele vergaderingen en onhandige planning van het management. Niet door de lange vakanties van leraren, want die werken door als de leerlingen weg zijn. Dat blijkt uit de grote vakantie-enquête van het Onderwijsblad en het ITS Nijmegen. Er zijn grote verschillen. Tussen de ene en andere school in het voortgezet onderwijs kan het vier lesweken schelen. Het basisonderwijs is een Pietje Precies en beschouwt duizend lesuren als vanzelfsprekende norm

Al geboekt voor de zomervakantie van ten minste zes heerlijk lange vakantieweken? Politici van links tot rechts zijn door de jaren heen weinig complimenteus als het gaat om de vrije tijd van onderwijspersoneel. Vrijdagmiddag is er niemand meer te vinden op school, verzekerde staatssecretaris Wallage midden jaren negentig, want dan zit iedereen uit het onderwijs al op de camping. Een paar jaar later slaat Pim Fortuyn toe. De kerstvakantie is nauwelijks afgelopen, de krokusvakantie dient zich al weer aan, was zijn sneer richting onderwijspersoneel.
Vorig voorjaar kwam de zomerstop in het voortgezet onderwijs opeens onder vuur te liggen. Eerst vanuit het onderwijs zelf. Docent en vader Pierre Diederen ergerde zich in een uitvoerige open brief in de Limburger aan de enorme lesuitval door proefwerkweken, vergaderingen en de late start na de zomervakantie. ‘Als docent vind ik het heerlijk’, zo gaf hij later in de Volkskrant volmondig toe, ‘maar als ouder vind ik het een ramp.’ Vooral omdat de school van zijn kinderen een stuk royaler was met vrijgeven dan zijn eigen instelling.
Pierre Diederen had ook principiële bezwaren: de wet schrijft voor dat leerlingen duizend uur per jaar les krijgen, maar die worden zelden gehaald. Hij maakte zich alles bij elkaar zorgen over het imago van het onderwijs, wanneer die overmaat aan vrije tijd van leerlingen normaal werd.
In Den Haag gingen na het daarop volgende publiciteitsgolfje de alarmbellen af en inmiddels wordt er op het ministerie nagedacht over een wetsvoorstel dat scholen voor voortgezet onderwijs verplicht om ten minste 38 weken lessen aan te bieden (zie kader). AOb-voorzitter Walter Dresscher verwees vorig jaar die plannen al naar de prullenbak: ‘Symboolwetgeving.’ De politiek gaat volgens hem te makkelijk mee met de eisen van de ouders: ‘De school is geen kinderopvang.’ Wat ouders en nu ook het ministerie van Onderwijs vergeten, zo zei hij tijdens het zomerstormpje in de media in NRC Handelsblad, is dat ‘als leerlingen vrij zijn, leraren doorwerken. Zij moeten in de vakantie van de leerlingen nog heel veel taken volbrengen, taken die de laatste jaren alleen maar zwaarder zijn geworden.’

Met het nieuwe vakantieseizoen in het vooruitzicht wil het Onderwijsblad de complexe discussie over de onderwijstijd van de leerling en de werktijd van leraren uiteenrafelen. Voor dat doel stelden het ITS van de Radboud-universiteit Nijmegen en het Onderwijsblad aan het AOb-panel een lange lijst van vragen. In totaal reageerden 520 mensen, waarmee een redelijk betrouwbaar beeld van de lesuitval en opvattingen over onderwijstijd en vakantie valt te geven. Eén ding staat voor veel mensen in het onderwijs vast. ‘De lange vakantie is een van de leuke kanten van dit vak. Niemand zeurt over KLM-personeel dat goedkoop vliegt of bankpersoneel dat voordelig kan lenen.’

@Agrarisch verleden
@Lange schoolvakanties? Waar hebben we het eigenlijk over? In het buitenland zijn de zomervakanties vaak nog veel langer. Franse docenten hebben van staatswege twee maanden vrij in de zomer. In Portugal ook, maar de officiële start van het schooljaar loopt daar vaak enorme vertraging op. Afgelopen zomer werd voor bijna de helft van de leerlingen de vakantie met een maand verlengd.
In het zeer centralistisch geregelde onderwijssysteem – alle leraren worden vanuit Lissabon verdeeld over de scholen in het hele land - was het geautomatiseerde plaatsingprogramma ongeveer de helft van de leraren vergeten een brief te sturen over hun eerste schooldag. De chaos die daarop volgde, betekende dat de lessen pas begin oktober startten. De toch al lange zomerstop in Portugal, normaal al twee tot tweeënhalve maand, duurde tot wanhoop van de ouders èn veel leerlingen drie tot vier weken langer.
Niet alleen in Zuid-Europa hebben kinderen lange vakanties. Ook in Duitsland is het aantal uren dat leerlingen op de basisschool les krijgt enorm veel lager dan in Nederland. Nederland geeft de meeste uren in het basisonderwijs en zit ook bij het voortgezet onderwijs in de kopgroep. Overigens kent die lange zomervakantie geen enkele onderwijskundige onderbouwing. Uit het boekje School- en lestijden in het primair onderwijs van Nico van Kessel blijkt dat alleen traditie de schooltijden bepaalt en dat de lange zomervakantie mogelijk stamt uit het agrarisch verleden, toen kinderen in die maanden nodig waren om mee te helpen op het land.

(grafiek)
Geplande onderwijstijd

PO VO
Nederland 1000 1000
Schotland 1000 1000
Engeland 889 893
Frankrijk 829 1018
Duitsland 774 899
Spanje 729 963

Oeso gemiddeld 816 923

@(bron: Education at a glance 2004)

@En halen scholen die uren? Ja, zeggen leraren basisonderwijs uit het AOb-panel in de enquête. Niemand stelt de duizend uur in het basisonderwijs (formeel nog steeds 960 in de onderbouw en 1040 in de bovenbouw) ook maar één moment ter discussie. Het wordt door de scholen en het personeel ook als een must gezien. ‘Het is toch de wet, of lappen we die aan onze laars’, stelt een leraar.
Leerlingen hebben die duizend uur nodig, vinden leraren basisonderwijs bovendien. Lesuitval door zieke collega’s of openstaande vacatures wordt met kunst- en vliegwerk bestreden. Directeur voor de klas, assistenten, klassen verdelen over andere groepen. Alleen in het uiterste geval worden klassen naar huis gestuurd. Bovendien controleert de inspectie streng. ‘Twee jaar geleden werd de norm niet gehaald en hebben we de tijd ingehaald.’ En er is idealisme. Afgelopen weken kwam een aantal scholen uit Rotterdam in het nieuws, omdat zij tijdens de krokusvakantie vrijwillig de achterstandskinderen gewoon lesgaven. Die vervelen zich anders te pletter en gaan liever naar school dan de hele dag voor de tv hangen.
Geen kind de deur uit lijkt de cultuur van de basisschool. En die verschilt behoorlijk van die in het voortgezet onderwijs, zo constateert een van de leerkrachten. ‘Wij zijn basisonderwijs, dus het braafste kind in de klas. Wij vergaderen na schooltijd. Wij gaan naar cursussen na schooltijd. Wij hebben geen examens. Wij hebben een inspectie die ons als een kind behandelt. In het basisonderwijs klopt de organisatie.’

@Illusie
@De verschillen tussen de sectoren zijn inderdaad groot. In het basisonderwijs is maar liefst 95 procent van de panelleden ervan overtuigd dat de wettelijke norm wordt gehaald. In het voortgezet onderwijs slaat de twijfel toe: een kwart weet het niet en afhankelijk van het schooltype (basisvorming, vmbo en studiehuis) zegt twaalf tot zestien procent dat de duizend uur een illusie is. In de bve loopt dat zelfs op tot 22 procent die ziet dat de 850 uur niet wordt gehaald.
De duizend uur voor het voortgezet onderwijs staan dus mooi bij internationale vergelijkingen, maar de praktijk is anders. Al jarenlang klaagt de inspectie daarover in het onderwijsverslag. Omdat de duizend uur niet te handhaven zijn, werd in de evaluatie basisvorming daarom maar een voorstel gedaan om de eis aan te passen. Beter zou het zijn om af te stappen van de veertig lesweken en 38 te gaan eisen. Die verandering is er nooit gekomen en nog steeds moet de inspectie jaar in, jaar uit constateren dat de normen niet worden gehaald. Een meerderheid van de leerkrachten voortgezet onderwijs in het panel verbaast zich over de verschillen in aanpak van de inspectie: in het basisonderwijs zitten de inspecteurs er bovenop, in het voortgezet onderwijs niet.
Een probleem bij het vaststellen van de onderwijstijd van leerlingen is natuurlijk dat scholen allang niet meer alleen maar gewone lessen hebben. Projecten, zelfstandig werk, opdrachten, huiswerk, kunnen natuurlijk ook meetellen. Leerkrachten zien dat ook zo. De helft vindt wel expliciet dat leerlingen het beste leren onder begeleiding van een docent, dus dat onderwijstijd vooral contacttijd moet zijn. Maar onder toezicht zelfstandig werken vindt driekwart óók meetellen. Eenderde beschouwt ook huiswerk als onderwijstijd, maar eveneens eenderde is het daar niet mee eens.
Maar wat zijn volgens leraren eigenlijk de oorzaken van alle lesuitval in het voortgezet onderwijs?

(grafiek)
Topvijf oorzaken lesuitval:

1 Ziekte zonder vervanging 42%
2 Vergaderingen, studiedagen 31%
3 Repetitieweken 27%
4 Lange zomervakantie 9%
5 Openstaande vacatures 6%

@(bron: AOb-panel, HOb/ITS)

@Ziekte blijkt oorzaak nummer één te zijn: in het voortgezet onderwijs is het enorm moeilijk om snel aan vervangers te komen. Maar er zijn ook vmbo-scholen waar dat niet gebeurt: ‘Bij ziekte nemen collega’s over het algemeen voor elkaar waar.’ Lesuitval door ziekte zorgt er natuurlijk voor dat de duizend uur flink in gevaar komt. Toch is het niet het incidentele ziekteverzuim dat het mediabeeld schept van eindeloze weken vrij in het voortgezet onderwijs. Dat, zo zeggen docenten, wordt veroorzaakt door de schoolorganisatie. Proefwerkweken, slechte planning, suffe studiedagen, bovenmatig veel vergaderen - het irriteert de docenten zelf allemaal mateloos. ‘Vergadergeleuter bevordert lesuitval’, zegt de een. Veel vergaderingen bestaan alleen ‘uit een ritueel dat het management wil’, meldt de volgende. Sommige scholen hebben daar iets op gevonden: bij vergaderingen vervallen de lessen niet, maar wordt gewerkt met een ingedikt rooster en daarna wordt pas vergaderd. Ook van bovenaf opgelegde cursussen en workshops zorgen er voor dat leerlingen naar huis worden gestuurd. Onnodig, vinden docenten zelf, vooral als die tijd opgaat aan ‘overbodige bijscholing’ of ‘onnozele cursussen’. Ook de directie wordt verantwoordelijk gehouden voor een flink deel van de lesuitval. De organisatie en planning zouden volgens veel leraren een stuk beter kunnen, waardoor minder lessen hoeven uit te vallen. ‘Mijn school plant twintig studiedagen per jaar èn drie projectweken’, schrijft een docent. ‘Tel dat eens uit aan gemiste lessen…’ Een ander: ‘Minder vergaderen, zeker in de laatste week voor de vakantie zou heel goed kunnen.’

@Piekbelasting
@Directies roosteren een uiteenlopend aantal weken in. Achtendertig weken lijkt in plaats van veertig het maximum te zijn geworden. Soms zijn het er nog minder. In de enquête wordt 38 onderwijsweken (inclusief proefwerkweken en excursies) het meest genoemd, maar ook 36 komt vaak terug, een enkele keer komt 35 of 34 voor. Slechts een enkeling houdt vast aan veertig.
De verschillen zijn dus enorm: op de ene school worden veertig weken ingeroosterd, op de andere zijn dat er zes minder. Ook dat lijkt toch een kwestie van cultuur. Waar de ene school rapporteert: ‘Wij beginnen gewoon op maandag na de vakantie’, meldt een ander dat er bij de start veel tijd vermorst wordt met roosters en boeken halen. En ook het einde van het schooljaar kent grote verschillen. ‘Onze leerlingen mopperen altijd dat vrienden op andere scholen al een week vrij hebben.’ Lang niet altijd tot genoegen van leraren zelf. ‘Ik verbaas mij er al jaren over dat mijn kinderen op het vwo voor de zomervakantie al weken niet naar school hoeven’, schrijft een vmbo-docent. ‘Ja, voor wissewasjes. De ene dag boeken inleveren, de andere dag een proefwerk ophalen.’ Ook anderen signaleren een cultuurverschil tussen studiehuis en vmbo: de havo/vwo-leerlingen krijgen sneller extra vrij dan de vmbo’ers.
Het gevolg van de korte schooljaren, zo concludeerde de Onderwijsraadvorig jaar, betekent dat leerkrachten te maken hebben met een grote piekbelasting. Immers, het maakt nogal uit of de 1659 werkuren van leraren verdeeld moeten worden over veertig schoolweken of 34. In het laatste geval moet een leraar bijna 49 uur per week maken, bij veertig weken loopt dat al terug tot 41 uur. Werkdrukverlichting zou gebaat zijn bij minder lessen per week, uitgesmeerd over een langere periode.
Deze mogelijkheid is al een keer getest bij de Carmel-scholen. In de cao 2003 werd afgesproken dat het aantal lesweken verhoogd zou worden van 36 naar 38 en tegelijkertijd het aantal lessen per week verlaagd van 25 naar 23. De Algemene Onderwijsbond wilde het plan ondanks alle mogelijke bezwaren best uitproberen, want urenvermindering per week, daar is de bond een warm voorstander van. Maar de leraren bij Carmel zouden deze verandering wel moeten steunen. De leden stemden in een referendum keihard tegen: negentig procent wees het voorstel af.
Veel docenten gaven aan dat er in vakanties vaak al flink wordt doorgewerkt. In hun ogen zouden meer lesweken alleen maar tot meer in plaats van minder werk leiden. AOb-bestuurder Knoop destijds: ‘Het Carmelbestuur was ervan overtuigd dat het geen probleem zou moeten zijn om die verlofdagen te ruilen voor minder lesuren om zo de werkdruk te verlagen. Blijkbaar had het personeel er absoluut geen vertrouwen in dat de maatregel goed zal uitpakken.’

Uit de enquête onder het AOb-panel blijkt ook nu weer dat docenten voortgezet onderwijs er helemaal niets voor voelen om over te stappen op meer schoolweken. Tweederde is zonder meer tegen.

(grafiek)
Veertig weken is beter, alleen dan kan de werkdruk per week omlaag

Helemaal oneens 21%
Oneens 43%
Deels oneens/eens 15%
Eens 16%
Helemaal eens 5%

@(bron: AOb-panel, HOb/ITS)

@Als de leerlingen vrij zijn, wordt stevig doorgewerkt, zo luidt steevast het argument. Maar liefst negentig procent geeft in de enquête aan dat zij enigszins of veel in de vakantieweken bezig zijn met nakijkwerk en lesvoorbereiding. ‘Ik ben in de zomer vaak twee weken op school en in de overige vakanties ook een of twee dagen’, antwoordt een leraar. ‘Ik besteed veel van de vakantietijd aan nakijkwerk’, melden docenten massaal. De 1659 uur die zij volgens de cao moeten maken, wordt eerder overschreden dan dat leraren tijd verlummelen. Want daarin schuilt een groot deel van de spraakverwarring: al te vaak wordt de cao in het onderwijs verantwoordelijk gehouden voor de lange vakanties van de leerlingen. Ten onrechte, maar die gedachte leeft zelfs bij gerenommeerde onderwijsinstituties.
In een reactie op de beleidsnota Koers VO ging zelfs de Onderwijsraad mee met de gedachte dat het de eindeloze vakantie van leraren is die de duizend uur leertijd van kinderen in gevaar brengt. ‘De wettelijke regel is de norm en het kan niet zo zijn dat de cao’s de uitvoering van de wet gaan belemmeren’, sprak de raad bars en kreeg vervolgens een bitse brief van de AOb retour. ‘Er zijn organisatorische problemen’, schreef AOb-bestuurder Martin Knoop terug. ‘Veel scholen slagen er niet in het aantal lesweken te verhogen en er is een financieel tekort om meer docenten aan te stellen.’ Want schooltijd van leerlingen is iets heel anders dan werktijd van docenten, vindt de AOb.
“De Onderwijsraad klutst zoals zo veel mensen de werktijd van docenten en de onderwijstijd van leerlingen door elkaar”, zegt AOb-beleidsmedewerker Frans Mentjox. “Vergelijk het eens met de openingstijden van een supermarkt. Als je daar zes dagen per week terecht kunt, meestal van 9 tot 7 en met een koopavond tot 9 uur, dan zijn dat 62 uur. Ik geloof niet dat er ook maar één iemand is die zegt dat de supermarkt-cao voorkomt dat de winkel 62 uur open kan zijn. Nee, een werkgever begrijpt dat hij meer dan één fulltimer die maximaal pakweg 38 uur mag werken, nodig heeft om de zaak bemand te houden. Datzelfde geldt in het onderwijs.”
“Een leerling in het voortgezet onderwijs heeft veertig lesweken van dertig uur met lessen van vijftig minuten nodig om aan de wettelijk verplichte duizend uur te komen. Dat zijn de openingstijden van de school. Leraren op hun beurt hebben in hun cao staan dat ze maximaal 1659 uren per jaar werken, waaronder lesgeven, voorbereiding, nakijkwerk en professionalisering valt.”
Die 1659 uur waren er ooit meer. Het was 1800 uur en vervolgens 1710. Maar omdat de overheid meldde dat ze geen geld had voor salarisverhoging, werd ingezet op verlaging van de werkdruk, invoering van arbeidsduurverkorting en dus beperking van de werktijd. Tijd voor geld, was de uitruil die de overheid zelf voorstelde om een voor alle partijen acceptabele cao tot stand te brengen.
Met die 1659 uur moeten scholen nu gewoon werken, stelt Mentjox. “Uiteindelijk kunnen leraren op basis daarvan gemiddeld zo’n 700 tot 750 klokuren – 840 tot 900 lesuren van 50 minuten - lesgeven, is een breed gedeelde stelling. Dus als je leerlingen aan die duizend uur wilt laten komen heb je meer leerkrachten nodig dan die ene fulltimer voor een heel jaar. De werktijd van leraren en de onderwijstijd van leerlingen kan en mag je niet één op één nemen.”

{Kader}

Vakantieregeling primair en voortgezet onderwijs

@* Voor de directie, het onderwijsgevend personeel en ondersteunend personeel met lesgebonden taken in het primair onderwijs is de vakantieregeling heel beknopt: er is vakantie in de periode dat op school geen onderwijs wordt gegeven of een examen wordt afgenomen.
* In het voortgezet onderwijs hebben directie en leraren vrij ‘gedurende de schoolvakanties, tenzij anders is bepaald’. Maar tegelijk geldt in beide sectoren de cao: er wordt maximaal 1659 uur gewerkt.
* Voor het ondersteunend personeel is de regeling anders. Bij een veertigurige werkweek is er bijvoorbeeld 427 uur vakantie per jaar, bij een 36-urige werkweek 218 uur vakantie. Afhankelijk van de leeftijd komen daar extra uren bij.

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.