- blad nr 12
- 16-6-2001
- auteur . Lachesis
- Column
Lood in de schoenen
Het is niet het enige gevecht waar we ons op voorbereiden. Ons wacht ook een weerzien met de moeder van Fleur. De aanval op ons tijdens de eerste contactavond was zo onverhoeds en ongemeen hard dat we geen idee hebben wat we deze keer kunnen verwachten. De zaak was nimmer in der minne geschikt. De moeder van Fleur had ons verweten medeschuldig te zijn aan de hoofdpijnaanvallen van haar dochter. Wij verhieven namelijk wel eens onze stem als wij de klas tot stilte maanden. Ook gebruikten wij wel eens onwelvoeglijke woorden als Œbek¹ en Œkop¹. Wij hadden de beschuldigingen krachtig gepareerd. Het eerste verwijt was te idioot voor woorden, het tweede simpelweg niet waar. De zaak was uit de hand gelopen toen zij de volgende dag haar dochter had meegenomen om de aanklacht persoonlijk te herhalen. Ik had ze beiden ferm de deur gewezen. Buiten zichzelf van woede had de moeder van Fleur vervolgens de directeur gebeld en gedreigd met maatregelen en klachten. Erg vervelend was het geweest. Slopend ook. Temeer daar haar dochter haar kans schoon zag en actief op zoek ging naar aanwijzingen waarmee ze haar moeder nog furieuzer kon maken. Om de haverklap meende zij ons te kunnen betrappen op omhooggestoken middelvingers of ongepaste uitdrukkingen. Ze vond nooit echte bewijzen maar dat maakte haar inspanningen niet minder. Ook moeder liet zich bij het bewerken van andere moeders niet onbetuigd. Het was een poging tot het creėren van een doodordinaire hetze en we waren blij dat onze positie bestand bleek tegen zoveel onheus geweld. Het was ons een lief ding waard geweest als de moeder van Fleur zich niet had aangemeld voor de contactavond. Maar dat deed ze wel.
Op de bewuste avond gaan we dan ook met lood in de schoenen naar school. De ouders van Marina komen met rode wangen en een gejaagde blik de klas binnen. ³Marina is helemaal over haar toeren², hijgt de moeder van Marina. ³Ze weet zeker dat ze na dit gesprek naar het speciaal onderwijs moet, ze vindt het vreselijk, ze is hier nog maar net op school.² De vader van Marina ploft naast haar neer. ³En het bevalt haar hier nog wel zo goed², zegt hij. Hij kijkt ons bijna smekend aan. ³Vertelt u ons nu eerst eens waarom u zo zeker van deze diagnose bent?², vraagt mijn collega. ³O, Jan zei het², antwoordt de moeder van Marina, in de stellige overtuiging dat wij alles van Jan weten. ³Jan z¹n dochter had het en toen is hij met Marina aan de slag gegaan en toen zei hij dat hij er zeker van was dat zij het ook had.² Mijn collega en ik kijken elkaar verbaasd aan. ³Jan heeft het mis², zeg ik ferm. ³Marina heeft problemen met rekenen, niet met taal. Haar spelling is zelfs heel goed. Er is geen enkele reden tot paniek.²
Aan de overkant is de opluchting van de gezichten af te lezen. ³O, wat zal ze blij zijn², juicht vader. ³Ik ga onmiddellijk naar huis om haar gerust te stellen², roept moeder. Als ze weg zijn schieten we in de lach. Dit was een gevecht van niets. Nu die stokebrand nog. De stokebrand lacht allervriendelijkst als ze binnenkomt. Ze is een en al belangstelling voor onze kleding, onze gezondheid alsmede de kleur van ons haar. Dan informeert ze naar de resultaten van haar dochter en knikt instemmend bij al onze bevindingen. Vervolgens begint ze over zichzelf te vertellen. Over haar echtscheiding, over het bedrog van haar man, haar financiėle perikelen, de rechtszaak die ze uitvocht en die haar handenvol geld kostte, haar nieuwe baan, haar voornemen om hoe dan ook het hoofd boven water te houden, de kracht die haar dat gekost had en de verlatingsangst waar Fleur aan lijdt sinds haar vader hen plotseling verliet. Pas aan het eind komt het hoge woord eruit. Ze heeft spijt. Ze heeft destijds al haar problemen met haar jongste dochter op ons afgereageerd. Dat had niet mogen gebeuren. Daarom had ze besloten om ons nu maar haar hele verhaal vertellen. Dan konden we misschien begrijpen waarom het gebeurd was. We knikken. We schudden haar de hand. We laten haar uit. We kijken elkaar verbijsterd aan. Dan halen we het lood uit onze schoenen.