- blad nr 20
- 20-11-2004
- auteur . Overige
- Het juridisch probleem
De dagvaarding
Dit is er nu een voorbeeld van hoe juristen/advocaten graag het eigen vakgebied afschermen met jargon. Sinds een paar jaar bestaat de standaarddagvaardingsprocedure bij de kantonrechter uit één schriftelijke ronde. Nadat elke partij een stuk heeft ingediend, beslist de kantonrechter of hij een tweede schriftelijke ronde noodzakelijk acht of dat hij partijen wil zien en spreken. In het juristenjargon begint de procedure met een dagvaarding. Deze wordt aan gedaagde, uw bestuur, overhandigd. Vervolgens wordt de door of namens de werkgever getekende dagvaarding naar het kantongerecht gestuurd, ingeschreven ter rolle. Op de eerstvolgende zittingsdag zal uw werkgever meestal via een deurwaarder aangeven zich te willen verweren tegen de eis in de dagvaarding. Gedaagde, uw bestuur, krijgt daar een aantal weken voor. Het antwoord van gedaagde heet conclusie van antwoord. Na de conclusie van antwoord beslist de kantonrechter of er een tweede schriftelijke ronde komt. Namens u wordt dan een conclusie van repliek ingeleverd. Vervolgens zal uw bestuur een conclusie van dupliek inleveren. De zitting van de kantonrechter waar deze stukken aan de orde komen heet rolzitting. Partijen hoeven daarbij niet aanwezig te zijn (heeft ook geen zin) en worden vertegenwoordigd door een rolgemachtigde. Uw zaak wordt dan niet inhoudelijk behandeld. Standaard is dat de kantonrechter na dagvaarding en conclusie van antwoord een comparitie gelast: hij wenst partijen te spreken en zal ook nagaan of een compromis mogelijk is.
Indien uw zaak mondeling en inhoudelijk bij de kantonrechter wordt behandeld, krijgt u dit altijd tijdig te horen van uw raadsman of raadsvrouw.