- blad nr 20
- 20-11-2004
- auteur . Overige
- Column
Van keurslijf tot niemendalletje
Wat daar nu echter voor in de plaats komt, is het niemendalletje van de bekwaamheidseisen. De school kan straks met onbevoegde leraren aan de slag. Een aardrijkskundeleraar mag voortaan ook Nederlands geven, een tekenleraar wiskunde, een gymleraar natuurkunde. Scholen kunnen onderbouwdocenten vrijwel zonder beperkingen inzetten. Als doekje voor het bloeden blijft er één vakdocent in de onderbouw ‘verantwoordelijk’ per vak, maar de vraag is natuurlijk hoe reëel die garantie is. Docenten zitten bovendien niet op een dergelijk nieuwe verantwoordelijkheid te wachten. Er komt ook geen extra geld en tijd beschikbaar. De leraar moet de onderwijsvernieuwing maar weer in zijn vrije tijd gestalte geven.
Het leraarschap in de onderbouw is pedagogisch en didactisch gezien moeilijk en zwaar, vooral in het vmbo. Er zouden dan ook eerder meer dan minder eisen gesteld moeten worden aan de opleiding tot leraar in de onderbouw nieuwe stijl.
Het loslaten van bevoegdheden gaat hand in hand met een modieuze opvatting van het vak van leraar als ‘procesbegeleiding’. De docent van de toekomst hoeft niet zozeer kennis over te dragen, maar begeleidt de leerling in zijn proces van verwerving van kennis en vaardigheden. Een soort huiswerkbegeleiding die nauwelijks tot de lestaken gerekend kan worden. Niet alleen de kwaliteit van het onderwijs loopt daarmee gevaar, ook de inzet van de docent. Procesbegeleiders zouden bij een te schraal lumpsumbudget voor de school wel eens goedkoper kunnen zijn dan vakdocenten.
Bekwaamheden in plaats van bevoegdheden, procesbegeleiding in plaats van kennisoverdracht. Het zal je kind maar wezen, dat door de minister wordt blootgesteld aan deze onderwijsgrillen. Als dit kabinet zegt op te komen voor normen en waarden, moeten dan ook de opleidingsnormen voor onderwijzend personeel niet op waarde geschat worden?