- blad nr 20
- 20-11-2004
- auteur R. Sikkes
- Commentaar
Radicaal
Op scholen wakkerde dat de discussie tussen leerlingen enorm aan. Of het nu op de basisschool was – ja, zelfs in de onderbouw – in het voortgezet onderwijs of op roc’s, overal werd gediscussieerd over wat in de media soms al te veel versimpeld werd tot ‘wij’ en ‘zij’. Dat zijn geen gemakkelijke discussies, zeker niet met jongeren die zich vaak vol vuur in emotionele discussies storten.
Hoe moeilijk dat soms ook is, toch zal het moeten om dat gesprek als docent te voeren, en uit de reacties die er bij de Algemene Onderwijsbond binnenkomen, blijkt dat op grote schaal leraren het gesprek zijn aangegaan. Op veel scholen woedde die discussie al eerder, werd intensiever na de aanslag op de Twin Towers. Een debat waarvan de wortels liggen in internationale verhoudingen, ook al lijkt het door de recente gebeurtenissen nu even alsof de gekte alleen in Nederland heeft toegeslagen.
Duidelijk is dat leraren op alle onderwijsniveaus voortdurend werden geconfronteerd met de discussie over tolerantie of geloof, en meer praktisch gesprekken over homoseksualiteit, de positie van vrouwen, Irak of het conflict tussen Israël en Palestina. Het kabinet wil radicalisering bestrijden, als één van de maatregelen wil zij dat leraren ‘tegenwicht bieden aan beginnende vormen van radicalisering’. Scholen doen dat allang, maar kunnen niet alles.
Eén opvatting moeten wij als samenleving en dus ook in het onderwijs wel radicaal duidelijk maken. Dat geweld op geen enkele manier bijdraagt tot een oplossing, maar bevolkingsgroepen alleen maar verder uit elkaar drijft.