• blad nr 20
  • 20-11-2004
  • auteur . Lachesis 
  • Column

 

Myrthe

Elke vrijdagmiddag om drie uur duikt haar hoofd op achter het raampje naast de deur van het lokaal. Geluidloos vraagt ze of ze binnen mag komen. Als ze binnen is, doet ze een wat onhandige poging om me te omhelzen. Een arm om mijn ene schouder, een wang die even op de andere schouder gelegd wordt. Een fractie van een seconde maar. Hoe is het, vraagt ze. Goed, antwoord ik dan, en met jou? Ook goed, antwoordt ze. Dit laatste, weten wij beiden, is niet waar. Het is al bijna twee jaar niet goed met Myrthe. Vorig jaar, toen ze nog in groep 8 zat, kwam ze elke dag even langs. Ze zag huizenhoog op tegen haar gang naar het vervolgonderwijs. Wat moest ze zonder mijn collega en mij, verzuchtte ze keer op keer. Ach het went wel, troostten wij. Maar het wende niet.
Na haar begroeting volgt er een groot niets. Een ongemakkelijk niets. Ik weet allang dat al mijn vragen in de leegte zullen vallen. Ze zal schokschouderen en verdrietig kijken. Praten wil ze niet. Nooit. Ze wil hier alleen maar zitten en zwijgen. Gelaten, apathisch, bijna willoos. Soms vul ik de leegte met vrolijke verhalen, dan glimlacht ze lief. Soms rommel ik wat en vraag of ze me wil helpen maar meestal zwijg ik mee. Ik weet inmiddels dat dit voldoende is. Aanstonds zal ze opstaan, mij opnieuw vliegensvlug omhelzen en naar mijn collega op zoek gaan. Dan gaat ze naar huis, neemt achter de computer plaats en schrijft alles op wat ze net niet vertellen kon.
Hoi lieve juffies, spat het van mijn computerscherm. Het is bijna niet te geloven dat dit dezelfde Myrthe is. Deze Myrthe komt uitstekend uit haar woorden. Ze schrijft goed, gedetailleerd. Soms babbelt ze vrolijk, soms vraagt ze honderduit over onze wederwaardigheden maar meestal vertelt ze over haarzelf. Deze Myrthe heeft een scherp oog voor haar omgeving. Deze Myrthe neemt alles heel nauwkeurig waar: de willekeurige loyaliteit van vriendinnen, de onverdraaglijk plurkachtige toenaderingspogingen van buurjongens, de hemeltergend onveilige situatie thuis. Ze heeft nergens greep op en constateert dat in steeds wanhopiger termen. Het stiekeme drinken van haar vader, de verwoede pogingen van haar moeder om los te komen uit dit huwelijk, de zelfmoordpogingen van haar vader, zijn opname, haar opluchting over zijn opname, haar opluchting over zijn thuiskomst, haar angst dat alles zich herhaalt en dat ze niet op tijd zal zijn als het zich herhaalt, haar geruzie met haar oudere broer en zus, haar eenzaamheid, haar angst dat ze lelijk is, dat niemand van haar houdt, dat ze soms zin heeft om net als haar vader… nee, dat schrijft ze toch maar niet. En dan altijd even die stille hint, die net niet helemaal uitgesproken vraag of ze misschien bij ons…, nee hoor. Grapje.
Er is altijd even een moment van vertwijfeling als ik een antwoord terugschrijf. Waar moet ik beginnen? Wat kan ik doen? Vorig jaar toen ze nog op school zat, waren de mogelijkheden zoveel groter. Myrthe wil ook niets van een daadwerkelijke interventie weten. Ze raakt altijd in paniek als ik iets concreets voorstel. Nee! Niet doen hoor! Niet doen!
Natuurlijk niet, mail ik per ommegaande terug. Er gebeurt niets zonder jouw instemming. Het is een machteloos antwoord. Aan een machteloos kind.

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.