- blad nr 20
- 20-11-2004
- auteur . Lachesis
- Column
Myrthe
Na haar begroeting volgt er een groot niets. Een ongemakkelijk niets. Ik weet allang dat al mijn vragen in de leegte zullen vallen. Ze zal schokschouderen en verdrietig kijken. Praten wil ze niet. Nooit. Ze wil hier alleen maar zitten en zwijgen. Gelaten, apathisch, bijna willoos. Soms vul ik de leegte met vrolijke verhalen, dan glimlacht ze lief. Soms rommel ik wat en vraag of ze me wil helpen maar meestal zwijg ik mee. Ik weet inmiddels dat dit voldoende is. Aanstonds zal ze opstaan, mij opnieuw vliegensvlug omhelzen en naar mijn collega op zoek gaan. Dan gaat ze naar huis, neemt achter de computer plaats en schrijft alles op wat ze net niet vertellen kon.
Hoi lieve juffies, spat het van mijn computerscherm. Het is bijna niet te geloven dat dit dezelfde Myrthe is. Deze Myrthe komt uitstekend uit haar woorden. Ze schrijft goed, gedetailleerd. Soms babbelt ze vrolijk, soms vraagt ze honderduit over onze wederwaardigheden maar meestal vertelt ze over haarzelf. Deze Myrthe heeft een scherp oog voor haar omgeving. Deze Myrthe neemt alles heel nauwkeurig waar: de willekeurige loyaliteit van vriendinnen, de onverdraaglijk plurkachtige toenaderingspogingen van buurjongens, de hemeltergend onveilige situatie thuis. Ze heeft nergens greep op en constateert dat in steeds wanhopiger termen. Het stiekeme drinken van haar vader, de verwoede pogingen van haar moeder om los te komen uit dit huwelijk, de zelfmoordpogingen van haar vader, zijn opname, haar opluchting over zijn opname, haar opluchting over zijn thuiskomst, haar angst dat alles zich herhaalt en dat ze niet op tijd zal zijn als het zich herhaalt, haar geruzie met haar oudere broer en zus, haar eenzaamheid, haar angst dat ze lelijk is, dat niemand van haar houdt, dat ze soms zin heeft om net als haar vader… nee, dat schrijft ze toch maar niet. En dan altijd even die stille hint, die net niet helemaal uitgesproken vraag of ze misschien bij ons…, nee hoor. Grapje.
Er is altijd even een moment van vertwijfeling als ik een antwoord terugschrijf. Waar moet ik beginnen? Wat kan ik doen? Vorig jaar toen ze nog op school zat, waren de mogelijkheden zoveel groter. Myrthe wil ook niets van een daadwerkelijke interventie weten. Ze raakt altijd in paniek als ik iets concreets voorstel. Nee! Niet doen hoor! Niet doen!
Natuurlijk niet, mail ik per ommegaande terug. Er gebeurt niets zonder jouw instemming. Het is een machteloos antwoord. Aan een machteloos kind.