• blad nr 20
  • 20-11-2004
  • auteur . Overige 
  • Redactioneel

 

Aan minister Van der Hoeven en haar collega’s,

De afgelopen week hebben onze leerkrachten in de bovenbouw met hun klas gesproken over de moord op Theo van Gogh. Onze leerlingen zijn voor een groot deel van islamitische huize.
Duidelijk was dat een aantal kinderen, sommigen tussen de regels door, anderen expliciet, begrip hadden voor deze moord.
Ik spreek nu over kinderen van tien tot dertien jaar. Vrienden en collega’s in het voortgezet onderwijs kregen met nog zorgwekkender reacties te maken.
Boe en schande roepen heeft geen zin. We moeten er lering uit trekken. In het onderwijs, vooral in de grote steden, moeten we ruimte, tijd en deskundigheid vrijmaken voor een heldere dialoog en voor het vergroten van de weerbaarheid van jongeren tegen radicalisering en fundamentalisme.
Wat hebben we de afgelopen week onze Turkse en Marokkaanse collega’s gemist! Het vorig schooljaar heeft u, minister Van der Hoeven, ondanks alle zeer bezorgde geluiden uit de scholen in de grote steden, doorgezet dat onze Marokkaanse en Turkse collega’s werden ontslagen. Ooit begonnen zij als leerkrachten Turkse en Marokkaanse taal en cultuur. De laatste jaren werden zij op veel scholen ingezet als leerkrachten die zorgden voor extra snelle leerresultaten bij het aanleren van de Nederlandse taal. Daarnaast speelden zij op veel scholen een belangrijke rol in de gesprekken tussen leerkrachten, leerlingen en ouders.
Per 1 augustus gaat de laatste groep Marokkaanse en Turkse medewerkers de basisscholen uit, onze ID-lokaalassistenten die dan niet langer bekostigd worden. Vanaf 2006 gaan we het werk ook nog eens met beduidend minder ‘gewone’ leerkrachten doen omdat onze overheid dan aan scholen minder geld gaat geven voor leerlingen met een niet-Nederlandse achtergrond. Gevolg: grotere groepen en minder individuele aandacht en begeleiding.
Nog grotere belasting van de mensen die bij uitstek geschikt zijn en geëquipeerd zouden moeten worden voor een van de belangrijkste taken in de komende decennia: het dagelijks in de klas leiden van de dialoog en voeren van het gesprek. Een van de onmisbare componenten in de strijd tegen radicalisering en fundamentalisme.
Ik roep de verantwoordelijke bewindspersonen op om de bezuinigingen ongedaan te maken en ruim voldoende middelen beschikbaar te stellen voor ons onderwijs.

Frans Hagethorn, schoolleider in Utrecht

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.