blad nr 20
20-11-2004
auteur G. van der Mee
Redactioneel

Vooral conciërges lopen risico

Een kwart van de werknemers in het voortgezet onderwijs heeft wel eens te maken met agressie of geweld. Vooral conciërges op vmbo-scholen lopen een groot risico. Dat constateert de Arbeidsinspectie na een bezoek aan 591 scholen voor voortgezet onderwijs en 402 voor primair onderwijs.

Aanleiding voor het onderzoek was de hoge arbeidsuitval in het onderwijs als gevolg van psychische problemen. Eerst was het alleen de bedoeling om de situatie van de conciërges te bekijken, maar na de moord op het Terracollege in Den Haag in januari 2004 besloot de Arbeidsinspectie om ook docenten bij het onderzoek te betrekken.
Volgens de inspectie hebben werknemers bij vmbo-praktijkscholen en in het speciaal onderwijs beduidend meer last van agressie en geweld. Conciërges hebben te maken met agressieve leerlingen, maar worden daarnaast ook nog lastig gevallen door derden. Op 64 procent van de scholen werden één of meer overtredingen geconstateerd. De meeste scholen voeren wel een beleid rond agressie en geweld, maar dat is vaak onvolledig en mist daarom zijn uitwerking. Zo waren werknemers onvoldoende geïnstrueerd of getraind en werd in veel gevallen geen systematische melding gemaakt van incidenten. Getroffen werknemers krijgen onvoldoende nazorg of opvang.
Behalve agressie en geweld kreeg ook de werkdruk aandacht van de Arbeidsinspectie. In het voortgezet onderwijs gaven de meeste docenten aan dat de hoeveelheid werk de grootste druk veroorzaakt, dit in combinatie met het werktempo en problemen rond de pauzes.
In het primair onderwijs werd als knelpunt genoemd het overwerk in combinatie met de afwijkende werktijden (’s avonds of op een vrije dag). Maar ook hier is de hoeveelheid werk de belangrijkste oorzaak voor de werkdruk. In het basisonderwijs gaat het iets beter met de aanpak van agressie en geweld. Maar bij 21 procent van de scholen constateerde de Arbeidsinspectie toch dat de maatregelen onvoldoende zijn.