• blad nr 20
  • 20-11-2004
  • auteur R. Sikkes 
  • Redactioneel

 

Pluspunten in sociaal akkoord

Het kabinet kwam twee weken geleden de vakbeweging op vrijwel alle onderdelen tegemoet. Reden voor de Algemene Onderwijsbond om de staking van 16 november af te blazen. “Al met al ligt er nu een conceptakkoord op tafel waar de vakbonden trots op kunnen zijn”, luidt het oordeel van Walter Dresscher, voorzitter van de AOb. “De onderhandelaars hadden een goede uitgangspositie en het resultaat is dan ook mede te danken aan de inzet en aanwezigheid van vakbondsleden bij de demonstratieve bijeenkomsten. Ook de uitkomst van de AOb-enquęte, waarin het overgrote deel van de leden aangaf bereid te zijn tot acties en werkonderbrekingen, was een steun in de rug voor de onderhandelaars.”

De kabinetsverklaring met wijzigingsvoorstellen voor het prepensioen, de wao en de ww komen voor het overgrote deel aan de eisen van de vakbeweging tegemoet. Maar er is meer. Door de manifestatie van 2 oktober en de aankondigde estafettestaking werd duidelijk dat het kabinet wel met de vakbeweging moest overleggen over het sociaal stelsel. Uit de massale steun van de leden van alle organisaties (FNV, CNV en MHP) werd duidelijk dat een stevig sociaal stelsel door jong en oud wordt gesteund.
Toch zijn voor het onderwijs de acties nog niet van de baan, zo maakt Walter Dresscher duidelijk. Want al is de zin over de nullijn voor onderwijspersoneel en ambtenaren uit de kabinetsverklaring verdwenen, het kabinet heeft geen geld uitgetrokken om de salarissen in de overheidssector te verbeteren. “Er komen dus volgend jaar heel nare cao-onderhandelingen aan. Als de marktsector een ‘gematigde loonontwikkeling’ mag kennen, zal dat op zijn minst ook voor het onderwijs moeten gelden.”

Hoofdpunten akkoord

1. Prepensioen

• Het blijft mogelijk om te stoppen met werken voor de pensioenleeftijd van 65 jaar. De plannen om alle premies en uitkeringen te belasten, waardoor het prepensioen vrijwel onbetaalbaar werd, zijn van de baan. Voor mensen van 55 jaar en ouder verandert er sowieso niets: voor hen blijven regelingen als vut en fpu gelden.
• Voor de groep jonger dan 55 komt er een levensloopregeling, waarin men verlof kan opsparen. Er kunnen maximaal drie verlofjaren worden opgespaard. Deze zijn te gebruiken voor zorgverlof of voor vervroegd uittreden.
• Voor het zorgverlof kan twaalf procent van het salaris per jaar gespaard worden, in totaal 210 procent van een jaarsalaris. Bij uitkering dus drie jaar zeventig procent. Wanneer de werkgever meebetaalt, hoeft daarover geen belasting te worden betaald. Opname voor ouderschapsverlof betekent ook belastingvoordeel. Bij opname geldt ook een bonus 183 euro belastingvoordeel.
• Voor de groep tussen 50 en 55 jaar geldt dat er extra gespaard mag worden, omdat zij minder tijd hebben om voor een vervroegd uittreden jaren op te bouwen.
• Daarnaast is er een duidelijke regel voor wie veertig jaar deelneemt aan een pensioenfonds. Stoppen met werken tegen zeventig procent van het laatste loon kan dan vanaf 63 jaar als men veertig pensioenjaren heeft.
• Over de spaarregeling en de bijdrage van de werkgevers moeten nog afspraken worden gemaakt in de cao’s. Dat maakt duidelijk dat het hier een stelsel betreft waarin collectieve regelingen en individuele keuzes samengaan.

2. WW

• Het kabinet wilde twee zaken aanpakken: de bovenwettelijke vergoeding bij ontslag en de kortlopende ww-uitkering. Zowel werkgevers, werknemers als Raad van State maakten bezwaar tegen het wegvallen van deze ‘smeerolie’ op de arbeidsmarkt. Afgesproken is nu dat de wetsvoorstellen worden uitgesteld tot 1 april 2005. De Sociaal-economische raad moet met alternatieven komen die zorgen dat er minder mensen gebruikmaken van de ww. Net zo veel minder als het kabinet met de eigen maatregelen voor ogen had.

3. Wao en ziekte

• Het kabinet zette het mes in de wao. In het bereikte akkoord is een lijn gekozen die meer lijkt op wat al eerder in de Socaal-econmische raad was overeengekomen.
• Mensen die na 1 januari 2004 ziek zijn geworden, krijgen te maken met de nieuwe Wet inkomensvoorziening volledig arbeidsongeschikten (IVA) en de Wet werkhervatting gedeeltelijk arbeidsongeschikten (WGA).
• Nu is afgesproken dat iemand die volledig arbeidsongeschikt is, zeventig procent van zijn laatstverdiende loon houdt. De uitkering kan omhoog naar 75 procent, als de instroom zakt onder de 25.000 mensen per jaar.
• Wie gedeeltelijk arbeidsongeschikt wordt, moet zo mogelijk weer aan ander werk worden geholpen. UWV bepaalt hoeveel iemand nog zou kunnen verdienen. Daarbij hoort recht op een loonaanvulling voor vijf jaar. Alleen wanneer iemand minder dan de helft van deze ‘verdiencapaciteit’ benut of helemaal niet werkt, komt hij in de bijstand.
• In de cao’s worden afspraken gemaakt dat tijdens ziekte in twee jaar hoogstens 170 procent loon mag worden betaald.
• De aangekondigde strenge herkeuring van alle wao’ers tot 55 jaar verandert. Het gaat nu om alle wao’ers tot vijftig jaar

Loonontwikkeling

• Kabinet, vakbeweging en werkgevers zijn het eens dat in 2005 ‘de contractloonstijging uiterst terughoudend zal zijn’. Informeel gaat het om 1,25 procent maximaal. Als gevolg van deze afspraak trekt het kabinet het plan in om cao’s niet langer algemeen verbindend te verklaren.
• De zin dat de overheid de nullijn hanteert voor onderwijs en ambtenaren is verdwenen uit het akkoord. Dat wil niet zeggen dat de overheid opeens geld heeft voor een salarisstijging. Onderwijsbonden verwachten daarom toch een bitter cao-gevecht.

Zie voor de volledige tekst van het akkoord: www.aob.nl

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.