- blad nr 17
- 9-10-2004
- auteur J. van Aken
- de Vereniging
Computers voor Albanië
“Aan de ene kant heeft Albanië een enorm intellectueel potentieel, men dorst naar kennis. Iedereen spreekt minstens een taal over de grens, veel Roemeens, Italiaans en Engels. Tegelijkertijd zie je een flink deel van de bevolking het land verlaten op zoek naar een betere toekomst”, vat Martien Hietbrink zijn indrukken van Albanië samen.
Op een congres raakte AOb-voorzitter Walter Dresscher in gesprek met de onderwijsadviseur van de premier van Albanië. De adviseur vroeg of de AOb niet iets voor Albanië kon doen. Martien Hietbrink, voorzitter van de Avmo, de openbare afdeling van de bond, bracht vervolgens een bezoek aan het land om te bekijken wat de AOb zou kunnen bijdragen. Hij ontdekte dat de scholen een groot gebrek hebben aan leermiddelen en meubels. “Als je daar een impuls aan zou geven, zou het een stuk beter gaan”, denkt Hietbrink.
Wat Hietbrink vooral opviel in het onderwijs is dat mensen alles veel te klakkeloos aannemen. “Het lijkt me dat daaruit een gevoel spreekt dat ze zichzelf minder goed vinden. Toch hebben de leraren in het primair en voortgezet onderwijs goede kwaliteiten”, heeft hij gemerkt. “Maar nog niet alles verloopt goed, het is duidelijk dat het land heel lang een planeconomie heeft gekend.” Eén ding hebben communistische regimes volgens hem wèl goed gedaan en dat is het onderwijs zelf. “Analfabetisme komt er niet voor en in kennis doen ze waarschijnlijk niet veel voor ons onder. Alleen op het gebied van pedagogische vaardigheden zijn ze niet ver. Ze zijn meer gericht op traditionele kennisoverdracht. Omdat ze niet veel computers hebben, kun je daar makkelijker mee doorgaan.”
Specialisten
Tegen het gebrek aan computers heeft de AOb iets kunnen ondernemen. Toevallig verving de bond net het eigen computerarsenaal, die 91 pc’s gaan binnenkort naar scholen in Albanië. Tot vreugde van de Albanese ambassadeur Qirjako Qirko. “Als ambassade werken we aan een overeenkomst over samenwerking op onderwijsgebied met de Nederlandse overheid. Voorlopig zijn we echter nog aangewezen op initiatieven als die van de AOb en Avmo en daar zijn we erg dankbaar voor.” Er is de afgelopen tien jaar al veel verbeterd in Albanië, zegt de ambassadeur. “Scholen zijn verbouwd en nieuwe lesmaterialen aangeschaft, maar niet elke school heeft moderne spullen als computers.”
Hietbrink merkte dat Albanië graag lid wil worden van de EU. Om aan de criteria op onderwijsgebied te kunnen voldoen, zoeken ze aansluiting bij scholen in West-Europa. Op Hietbrinks eigen school is al een eerste contact totstandgekomen tussen twee docenten Frans. “De Albanese collega meldde dat ze geen toetsen per cd-rom kon afnemen. Daarop heeft mijn collega een aantal praktische opdrachten naar haar gemaild. Daar zijn ze heel blij mee.”
Om hulp op grotere schaal mogelijk te maken wil hij in samenwerking met de AOb een studiereis organiseren met instellingen als Cito, APS en het Europees Platform voor het onderwijs. “De Albanese scholen hebben behoefte aan specifieke ondersteuning, specialisten uit de genoemde organisaties kunnen die bieden. Het idee is een model te ontwikkelen waarmee scholen in Albanië geholpen kunnen worden op pedagogisch-didactisch gebied. En ook dat ze de beschikking krijgen over meer materialen en toetsen.”
Scholen die meer informatie willen kunnen mailen naar m@hietbrink.org.